---
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag
Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 11 september 2002 Behandeld Ellen Beijers
Kenmerk 621/2002 Telefoon 070 3484253
Blad /7 Fax 070 3486607
Bijlage(n) E-Mail ellen.beijers@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Karimi over de
oliepijplijn tussen Tsjaad en Kameroen
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Financiën, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Bommel
en Karimi over de oliepijplijn tussen Tsjaad en Kameroen. Deze vragen werden
ingezonden op 27 augustus met kenmerk 2010214520.
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het kamerlid Van Bommel (SP) en
Karimi (Groen Links) over de oliepijplijn tussen Tsjaad en Kameroen.
Vraag 1
Kent u het bericht uit de Financial Times van 19 augustus 2002 over de
aanleg van een 900 kilometer lange oliepijplijn tussen Tsjaad en Kameroen?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze pijplijn zeer schadelijke gevolgen heeft voor de
plaatselijke natuur en de plaatselijke drinkwatervoorziening?
Antwoord
Het rapport van het inspectiepanel van de Wereldbank en de reactie van het
management van Wereldbank zijn (nog) vertrouwelijk. De Financial Times heeft
beslag weten te leggen op een deel van het rapport van het panel en daarop
is de berichtgeving gebaseerd. In het rapport wordt niet gesteld dat de
pijpleiding schadelijke gevolgen heeft voor de plaatselijke natuur en de
plaatselijke drinkwatervoorziening. Gezien zijn mandaat heeft het
inspectiepanel alleen onderzocht in hoeverre de Wereldbank zich aan het
vigerende beleid en de daaruit voortvloeiende operationele richtlijnen heeft
gehouden (zie verder antwoord op vraag 4).
Ook de rapporten van de "International Advisory Group" (IAG), speciaal in
het leven geroepen voor de monitoring van het pijpleidingproject, geven geen
indicaties dat het project schadelijk is voor de natuur en
drinkwatervoorziening.
In het licht van voorgaande, ben ik van mening dat er voldoende checks and
balances aanwezig zijn om mogelijke schadelijke effecten te voorkomen dan
wel te ondervangen.
Vraag 3
Deelt u de bezorgdheid van het onafhankelijke inspectiepanel van de
Wereldbank over het feit dat slechts vijf procent van de inkomsten bedoeld
is voor de regio in Tsjaad waar de olie wordt geproduceerd?
Antwoord
De verdeling van de olieopbrengsten is door de regering van Tsjaad zo
vastgesteld in een wet met betrekking tot de olieopbrengsten. Deze wet is
door een intern politiek proces tot stand gekomen en bepaalt dat vijf
procent van de royalties naar de betreffende regio gaat. Het project
genereert daarnaast nog andere opbrengsten.
Bovendien moet in ogenschouw genomen worden dat de genoemde vijf procent
additionele uitgaven voor deze Tsjadische regio betreffen, naast de
reguliere uitgaven via het nationale budget. Deze reguliere uitgaven zullen
verhoogd worden door de toekomstige olieopbrengsten.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het panel door deze stellingname heeft aangetoond dat
de Wereldbank onvoldoende tegemoet is gekomen aan de door de Wereldbank
gehanteerde criteria en guidelines met betrekking tot dit soort projecten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het inspectiepanel heeft het onderzoek gedaan op basis van een "verzoek tot
inspectie" van een lid van het parlement in Tsjaad. Deze partij verzocht het
inspectiepanel om een aantal gevallen te onderzoeken waarbij de Wereldbank
niet geheel overeenkomstig haar eigen criteria en procedures gehandeld zou
hebben. Het panel heeft alle aspecten van het verzoek onderzocht en in de
meeste gevallen geconcludeerd dat de Wereldbank wel degelijk overeenkomstig
haar eigen criteria en procedures heeft gehandeld. Op het gebied van
milieuanalyse concludeert het panel echter een aantal tekortkomingen. De
belangrijkste tekortkoming is het ontbreken van een analyse waarin de
geaccumuleerde en regionale milieuaspecten aan de orde komen.
De uitgebreide studies die voorafgingen aan het project waren van
uitstekende kwaliteit. Dit wordt ook bevestigd door het inspectiepanel, dat
bewondering uit voor de kwaliteit van het milieubeheersplan. Dit plan gaat
uitgebreid in op de uitdagingen van milieumanagement in een complexe
omgeving.
In het projectontwerp is ervoor gekozen de regionale dimensie van milieu op
te nemen in het regionale ontwikkelingsplan. Deze aanpak past bij de
specifieke context van het project in Tsjaad en komt overeen met de functie
van een regionale milieuanalyse. Deze functie omvat het in kaart brengen van
milieueffecten van bestaande plannen. Deze keuze is ook uitgelegd in de
reactie van de Wereldbank op het rapport van het inspectiepanel. Het
management van de Wereldbank heeft al aangegeven dat het naar aanleiding van
het rapport de aandacht voor de regionale aspecten zal intensiveren.
Een ander gebied waarop het panel tekortkomingen signaleert is de geringe
institutionele capaciteit van de regering van Tsjaad om de petroleumsector
effectief te beheren. Ik onderstreep het belang van capaciteitsopbouw van de
betreffende overheidsorganen en acht het, evenals het panel, van het
grootste belang dat de overheid in staat is het project te monitoren voordat
de olieopbrengsten binnen komen. Dit probleem was reeds naar voren gebracht
door de IAG. Het gebrek aan voortgang op het gebied van capaciteitsopbouw is
nu een belangrijk aandachtspunt voor de Wereldbank. In de eerste helft van
2002 heeft zij meer personeel aangesteld, het toezicht geïntensiveerd en de
procedures versimpeld. Niettemin blijft dit aspect een punt van zorg, dat
nauwlettend gevolgd moet worden in de toekomst.
Vraag 5
Vindt u dat dit project doorgang moet vinden ondanks dat het panel van de
Wereldbank zelf spreekt over ernstige tekortkomingen in het onderzoek naar
de gevolgen van het project op de regio? Zo ja, waarom?
Antwoord
Het panel concludeert dat de Wereldbank niet geheel overeenkomstig haar
eigen criteria en procedures heeft gehandeld op het gebied van milieuanalyse
en institutionele capaciteit.
Bovenstaande conclusies dienen een aandachtspunt voor de toekomst te zijn en
geen argument om het project stop te zetten. De inspectie dient om problemen
te signaleren en om aanbevelingen te doen voor bijstelling. Toekomstige
evaluaties, toezicht en werkbezoeken van onder andere de IAG zullen
blijvende aandacht schenken aan de door het panel geconstateerde
tekortkomingen.
Er zijn risico's verbonden aan het project welke goed moet worden gevolgd
teneinde deze te verminderen. Het project biedt echter ook een enorme kans
voor Tsjaad om economische groei te realiseren en armoede te verminderen.
Vraag 6
Bent u bereid om de Nederlandse bewindvoerder binnen de Executive Board of
Directors van de Wereldbank te vragen om op 12 september aanstaande stelling
te nemen tegen continuering van het project? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee. Juist door de betrokkenheid van de Wereldbank bij de uitvoering van dit
project kunnen milieu- en sociale effecten ( inclusief de verdeling en
besteding van de opbrengsten) gevolgd en zo nodig gecorrigeerd worden.
Vraag 7
Zou u deze vragen willen beantwoorden voordat de Executive Board of
Directors op 12 september aanstaande een beslissing neemt over het al dan
niet doorgaan met het project?
Antwoord
Bij deze. De Executive Board of Directors van 12 september zal het rapport
van het inspectiepanel en de reactie van het management van de Wereldbank
bespreken en op basis daarvan besluiten of nadere actie ondernomen dient te
worden.
Kenmerk 621/2002
Blad /1
===