Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 26 augustus 2002 B&GA/IW/02/63039 kenmerk: 2010214400
Onderwerp Datum Kamervragen van het lid De Ruiter 11 september 2002

./. Hierbij zend ik u, mede namens de ministers van Justitie en Financiën, de antwoorden op de vragen van het lid De Ruiter (SP) over "schuldhulpverleners en prijsstijgingen". De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)



2010214400
Vragen van het lid De Ruiter (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en van Financiën over schuldhulpverleners en prijsstijgingen.(Ingezonden 23 augustus 2002)
Vraag 1
Kent u de berichtgeving over de toename van het aantal mensen dat aanklopt bij schuldhulpverleners en het bericht "Prijzen in super blijven stijgen1"? Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het aantal mensen dat in Groningen bij schuldhulpverleners aanklopt met 20 procent is gestegen en dat hun gemiddelde schuld * 12.000 bedraagt? Antwoord 2
Uit informatie van de gemeente Groningen blijkt dat in de eerste 8 maanden van 2002 het aantal aanmeldingen bij bureau "GeldZorg" van deze gemeente met ruim 20% is gestegen ten opzichte van 2001. De gemiddelde schuld bedraagt ongeveer * 11.000 tot * 12.000 per cliënt. Vraag 3
Kunt u aangeven of er ook een landelijk stijgende trend valt waar te nemen in het aantal mensen dat hulp vraagt van schuldhulpverleners?
Antwoord 3
De Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) geeft aan dat er landelijk gezien sprake is van een stijging van het aantal klanten dat zich meldt bij de gemeentelijke kredietbanken. Het gaat om een stijging van 5 tot 10 % in de afgelopen 12 maanden. Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de komst van de euro als een van de oorzaken wordt gezien? Hoe beoordeelt u dat?
Antwoord 4
De landelijke stijging van het aantal schuldhulpverleningen wordt inderdaad door sommigen in verband gebracht met de komst van de euro. Consumenten, zo redeneert men dan, onderschatten als gevolg van de nieuwe munt de prijzen van goederen en diensten. Dit zou tot hogere bestedingen


1 NOVA, Nederland 3, 21 augustus jl. en AD, 22 augustus jl.


1






hebben geleid. Bijvoorbeeld het NIBUD heeft hierop gewezen. Er is mij echter geen onderzoek bekend dat inzicht biedt in de bijdrage van dit verschijnsel aan de toename van het aantal schuldhulpverleningen.
Sommige mensen hebben als gevolg van de nieuwe eenheidsmunt inderdaad nog geen goed beeld van de prijzen. Verwacht mag worden dat dit een tijdelijk verschijnsel zal zijn. Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de prijzen van de dagelijkse boodschappen in de supermarkt met 2,6 tot 6,8 procent zijn gestegen? Zo nee, met welk percentage zijn de prijzen van levensmiddelen het afgelopen jaar dan gestegen?
Antwoord 5
De prijzen van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken waren in de maanden januari tot en met juli 2002 gemiddeld 4,7% hoger dan in dezelfde maanden van 2001. De prijzen van het totale pakket aan goederen en diensten, dat aan de consumentenprijsindex ten grondslag ligt, waren in de maanden januari tot en met juli 2002 gemiddeld 3,6% hoger dan in dezelfde maanden in 2001. De prijsstijging van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken laat de laatste maanden een dalende trend zien.
Vraag 6
Klopt het dat naar verwachting de koopkracht van grote groepen mensen volgend jaar onder druk komt te staan?
Vraag 7
Hoe verandert naar verwachting de koopkracht van huishoudens (met en zonder kinderen) met een bijstandsuitkering komend jaar zonder beleid en als gevolg van al het voorgenomen nieuwe beleid? Is deze koopkracht naar uw mening voldoende?
Antwoord 6 en 7
Duidelijk is dat de Nederlandse economie nog niet is hersteld van de conjuncturele teruggang en dat als gevolg hiervan de vooruitzichten voor de meeste inkomenscategorieën niet in dezelfde richting wijzen als in voorgaande jaren. De koopkracht van veel mensen staat volgend jaar daarom onder druk.
Zoals ieder jaar zal op de derde dinsdag van september de Sociale Nota worden gepresenteerd waarin het koopkrachtbeeld voor 2003 wordt bekend gemaakt. Vraag 8
Hoeveel "zakgeld" krijgt het gemiddelde gezin dat onder curatele van schuldhulpverleners staat momenteel voor de dagelijkse boodschappen?


2






Antwoord 8
Van het bedrag dat een gezin tijdens de schuldregeling mag behouden (het zogenoemde vrij te laten bedrag) moeten in beginsel alle uitgaven worden gedaan (energie, kleding, voeding e.d.). Het uitgangspunt hierbij is 90% van de bijstandsnorm (beslagvrije voet). Een uitsplitsing van dat bedrag wordt niet gemaakt. Daarboven kan het vrij te laten bedrag worden verhoogd voor noodzakelijke uitgaven die niet van de bijstandsnorm kunnen worden gedaan, zoals extra woonlasten of de ziektekostenverzekering.
Voor een gezin dat onder budgetbegeleiding staat, dat wil zeggen dat de rekening door de sociale dienst of door de gemeentelijke kredietbank wordt beheerd, wordt er ­toegespitst op de individuele situatie van betrokkenen - een bedrag afgesproken voor boodschappen, kleding etc. Vraag 9
Hoe heeft de koopkracht van dit "zakgeld" zich afgelopen jaar ontwikkeld en hoe zal zich dit komend jaar naar verwachting ontwikkelen? Is deze koopkracht naar uw mening voldoende voor het levensonderhoud?
Antwoord 9
Uitgangspunt is dat het vrij te laten bedrag waarvan men moet leven overeenkomt met 90% van de bijstandsnorm. De ontwikkeling van de koopkracht van gezinnen met een schuldregeling is daarom vergelijkbaar met die van een gezin dat recht heeft op een bijstandsuitkering. De koopkracht van een gezin met kinderen op bijstandsniveau steeg in 2001 met 4,3%, voor het huidige jaar wordt volgens het Centraal Economisch Plan 2002 een stijging van 2 ¼ % verwacht. De nieuwe prognose voor volgend jaar wordt in de Sociale Nota gepresenteerd. Vraag 10
Hoe ontwikkelen omvang en intensiteit van de armoede in Nederland zich als gevolg van voorgenomen beleid?
Antwoord 10
Het aantal huishoudens dat afhankelijk is van een miminum inkomen is de afgelopen jaren afgenomen. Door middel van fiscale maatregelen en gemeentelijke regelingen is de inkomenspositie van de minima verbeterd. Bovendien is de omvang van deze groep afgenomen als gevolg van de toegenomen werkgelegenheid.
In september wordt de Monitor Gemeentelijk Armoedebeleid (MGA) 1999-2000 aan de Kamer aangeboden, waarin o.a. de uitkomsten van de meting van het gemeentelijk inkomens- ondersteuningsbeleid in beeld zijn gebracht.
Het aantal mensen met een minimuminkomen is overigens niet de enige indicator voor de omvang of intensiteit van de armoede. Armoede vormt een complex multidimensionaal probleem, waarbij de duur van het minimuminkomen, maar ook de toegang tot huisvesting, zorg en onderwijs en participatie aan het maatschappelijk leven belangrijke aspecten zijn. Het hebben van problematische schulden vormt een ander aspect. Dit kan door middel van gemeentelijke


3



schuldhulpverlening, inclusief gericht preventie- en nazorgbeleid voor risicogroepen (bijv. de laagste inkomens, werkende jongeren), worden bestreden. Uit ervaringen van gemeenten en kredietbanken blijkt dat het aantal vragen om schuldhulpverlening, c.q. een schuldregeling toeneemt. In opdracht van SZW zal in 2002/2003 onderzoek worden verricht naar de precieze omvang van het aantal minima met problematische schulden. Vraag 11
Bent u bereid maatregelen te nemen om (toename van) armoede in Nederland tegen te gaan? Antwoord 11
Het aantal huishoudens dat is aangewezen op een minimuminkomen is de afgelopen jaren afgenomen. Het vangnet van de bijstand garandeert een minimum inkomen voor diegene in Nederland die niet zelfstandig in zijn/haar bestaan kan voorzien. Ook voor mensen die hoge schulden moeten aflossen, is er een vangnet aanwezig in het kader van de regeling van de beslagvrije voet. Daarnaast biedt de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), onder bepaalde voorwaarden, mensen met problematische schulden bij wie een minnelijke schuldregeling c.q. sanering niet slaagt, het perspectief van een schone lei. In het Strategisch Akkoord is afgesproken dat aanvullende inkomensondersteuning kan worden verleend aan langdurige minima (zonder perspectief op de arbeidsmarkt). Momenteel is het Nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2003 (NAP) in voorbereiding, dat medio juni 2003 uitkomt.


4