Ministerie van Buitenlandse Zaken

charset="iso-8859-1"


---

Samenvatting:

"Naast de harde aanpak van terrorisme is er een andere verdedigingslinie tegen de toenemende mondiale onveiligheid: investeren in de dialoog tussen mensen en culturen, investeren in het terugdringen van ongelijkheid en marginalisering. Aan die investeringen ontbreekt het nogal eens." Dat zei staatssecretaris Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) woensdag 11 september in Den Haag. Ze sprak op de opening van een fototentoonstelling in Nieuwspoort over de kunstateliers in het WTC.

Volledige tekst:

De datum 11 september staat voor altijd in ons geheugen gegrift. Ik vermoed dat iedereen hier nog precies weet wat hij of zij vorig jaar op deze dag deed. Ik ook: debatteren. Over de aanschaf van nieuwe jachtvliegtuigen. Het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer was nog bezig toen het bericht kwam dat twee vliegtuigen doelbewust op de Twin Towers waren ingevlogen. We konden het nauwelijks bevatten.

Die aanslagen geven ook deze fototentoonstelling zo'n bijzondere emotionele lading. De foto's zijn niet lang geleden gemaakt en toch horen ze al tot een ander tijdperk. Dat van voor 11 september. De kunstenaars op deze foto's zijn nog volkomen onwetend over wat hen boven het hoofd hangt. Die onwetendheid zijn wij voorgoed kwijt. We leven in de wereld van na 11 september. We staan nu voor de vraag hoe we die wetenschap moeten gebruiken om de mondiale veiligheid te vergroten. Ik wil graag kort ingaan op de rol die ik daarbij zie voor ontwikkelingssamenwerking.

Eerst wil ik onderstrepen hoe we hebben meegevoeld met de aanslagen. We waren geen buitenstaanders, ook al was het ver weg. De klap raakte ook ons. We zagen het als meer dan een aanval op de Verenigde Staten. We zagen het als een aanval op universele waarden als vrijheid, respect en democratie. We werden daarbij in het hart geraakt. Oude veiligheidsconcepten bleken niet meer te werken. Je kunt niet met militaire middelen een verdedigingslinie opbouwen ver van je eigen burgers. Dat helpt niet meer. Veiligheid in deze nieuwe eeuw vereist een nieuwe invulling.

Een harde, mondiale aanpak van internationaal terrorisme is daar een onmisbaar element van. Er zijn het afgelopen jaar successen geboekt. Maar we zijn er nog lang niet. Voor mij staat voorop dat de strijd tegen het terrorisme niet een zaak van de Amerikanen alleen is. En ook niet moet worden. De verdediging van vrijheid, democratie en mensenrechten gaat ons allemaal aan.

Een harde aanpak van terrorisme. Zeker, maar er is ook een andere verdedigingslinie tegen de toenemende mondiale onveiligheid. Dat is investeren in de dialoog tussen mensen en culturen, investeren in het terugdringen van ongelijkheid en marginalisering. We moeten dus ook ons ontwikkelingsbeleid gebruiken om de wereld veiliger te maken.

Onderzoekers zien geen direct verband tussen armoede als zodanig en conflict. Armoede is geen voedingsbodem voor terreur. Maar ze wijzen wel op een ander verband: dat tussen uitzichtloosheid en ongelijkheid en conflict. In een globaliserende wereld kunnen we niet meer veilig achter onze dijken blijven zitten. We moeten over de dijken heenkijken en mondiaal denken en handelen. Veiligheid thuis staat niet los van ontwikkeling ver van ons bed.

De ongelijkheid in de wereld is de laatste jaren schrikbarend toegenomen, zo blijkt uit recente rapporten van de Verenigde Naties en de Wereldbank. Het gemiddelde inkomen in de twintig rijkste landen is nu 37 keer zo hoog als het inkomen in de twintig armste landen. Bijna een verdubbeling van de ongelijkheid in veertig jaar. Ook de ongelijkheid binnen landen is gegroeid. Heersende elites laten zich vaak weinig gelegen liggen aan grote groepen van de bevolking en democratisering blijft uit. De uitzichtloosheid, die daarvan het gevolg is, kan wél een voedingsbodem zijn voor geweld, zoals we gezien hebben in een deel van de islamitische wereld.

Die landen zelf zijn de eerst verantwoordelijken voor hun eigen ontwikkeling. De bevolking en vooral ook hun leiders. Maar de rijke landen kunnen en moeten wel meer investeren in het verminderen van armoede en ongelijkheid. Bijvoorbeeld door steun aan vluchtelingen in de regio. Door beter beleid en bestuur te bevorderen. Door economische kansen te scheppen. Door respect voor mensenrechten en rechten van minderheden te versterken.

Aan die investeringen ontbreekt het nogal eens. Ik noem twee voorbeelden. In Afghanistan is groot materieel ingezet om het Taliban-regime te verdrijven en daarmee ook Al Qa'eda. Daarna heeft de internationale gemeenschap op een conferentie in Japan in totaal 4,5 miljard dollar steun toegezegd voor de wederopbouw, waarvan 1,8 miljard dollar dit jaar. Tot dusver hebben slechts enkele landen aan hun verplichtingen voldaan, waaronder Nederland. De rest laat het nog afweten, terwijl miljoenen Afghanen zich opmaken voor een winter waarin voedseltekorten dreigen in een land dat er berooid bij ligt. Zo bouw je niet aan vertrouwen, zo investeer je niet in veiligheid.

Ander voorbeeld. Ik kom net terug uit Johannesburg. Ook in het handelsbeleid hebben we weinig vertrouwenwekkende maatregelen gezien. Doha leek een goede aanzet, maar sindsdien zit de zaak vast. Ook in Johannesburg is niet echt de vlag uitgestoken. De rijke landen staan in de beklaagdenbank en we hebben geen goed verweer tegen de terechte aanklachten uit het Zuiden. Zo zal globalisering ongelijkheid blijven versterken.

Bij investeringen in veiligheid denk ik uitdrukkelijk ook aan het stimuleren van dialoog. Tussen volken, culturen, geslachten en religies - en zeker ook met de islam. Met name de islam wordt na 11 september soms neergezet als broeinest van fundamentalisme en haat. Die kant is er - en daar staat de islam niet alleen in. Maar religies hebben vooral ook de kant van verzoening, de zorg voor elkaar en het zoeken naar inspiratie en identiteit. Organisaties met een religieuze identiteit kunnen een heel positieve rol spelen bijvoorbeeld door strijdende partijen aan tafel te krijgen. We moeten proberen die positieve rol te versterken.

De strijd tegen terrorisme houdt ook in dat we bereid moeten zijn ons echt te verdiepen in andere culturen en religies. Zaterdag hoorde ik de Aga Khan zeggen dat we veel te weinig kennis hebben van de islam. Hij heeft gelijk. De islamitische wereld is onze buurman. In eigen land en regio wonen veel islamieten. We weten te weinig van hoe zij tegen de wereld aankijken. Dit leidt tot ongenuanceerde beelden en uitspraken en tot verharding van tegenstellingen. Net als alle religies is ook de islam rijk aan verscheidenheid. De oorlog tegen het terrorisme is beslist geen oorlog tegen de islam.

Met ons ontwikkelingsbeleid kunnen we een bescheiden, maar stimulerende bijdrage leveren aan de dialoog. Deels gebeurt dat al. In Sudan bijvoorbeeld door vrouwen uit het hele land en van alle religies te betrekken bij gesprekken over vrede. Ook via particuliere organisaties steunen we in tal van landen de dialoog tussen religies en tussen etnische groepen. Waar mogelijk en waar zinvol wil ik die lijn versterken - en anderen zullen dat ook moeten doen. Het zal daarbij doorgaans niet gaan om grote bedragen, maar het belang van een activiteit schuilt niet altijd in wat het kost.

Dat geldt ook voor deze tentoonstelling, waaraan Buitenlandse Zaken een kleine financiële bijdrage levert. Het zijn foto's van de veelzijdige wereld die schuil ging achter de strakke gevels van het WTC. Een wereld van kunstenaars met de meest uiteenlopende achtergronden die de meest uiteenlopende kunstvormen beoefenden. Nicole Carstens, de fotograaf, was één van hen. Ze hield van New York, ze hield ook van de wereld. In haar fotoserie 'Blue Notes from Thin Air' liet zij ons zien (ik citeer)".. welke tol high speed mobility eist in de moderne cultuur aan het begin van deze 21ste eeuw. We zijn bezeten door snelheid; de meesten van ons hebben grote moeite om te stoppen of zelfs maar aan remmen te denken. We zijn bang dat vertraging ons zal doen vallen, zoals een straalvliegtuig dat zijn stuwkracht verliest, neerstort." (einde citaat). Laten wij nieuwe stuwkracht ontlenen aan haar foto's om te blijven investeren in een betere wereld. Ik verklaar de tentoonstelling voor geopend.

===