Persbericht 02/110
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
11 september 2002
Nr. 02/110
Sector industriele reiniging en scheepsonderhoud wil instroom WAO
met vijftien procent terugbrengen
De sector industriële reiniging en scheepsonderhoud wil het aantal
werknemers dat in de WAO terechtkomt binnen drie jaar met vijftien
procent en binnen vijf jaar met twintig procent verminderen. Daarnaast
moet het ziekteverzuim binnen de sector binnen drie jaar met één
procentpunt worden teruggebracht. Om deze doelstellingen te realiseren
is een pakket van maatregelen afgesproken om onder meer de
lichamelijke belasting van medewerkers te verminderen. Uitgangspunt is
dat per persoon maximaal 25 kilo mag worden getild. Daarnaast zijn
afspraken gemaakt over snelle reïntegratie, oplosmiddelen, allergene
stoffen en legionellabesmetting.
Dit staat in het arboconvenant Industriële reiniging en
scheepsonderhoud dat op 11 september 2002 door directeur-generaal
Kuipers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
ondertekend. Medeondertekenaars zijn vertegenwoordigers van de sector,
te weten de Vereniging van werkgevers in het Scheeps-, industrie,
milieu- en technische onderhoudsactiviteiten (SITO), FNV bondgenoten
en CNV BedrijvenBond. In de bedrijfstak zijn drieduizend mensen
werkzaam. Het convenant heeft een looptijd van drie jaar. Het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt 450.000 euro
bij, de sector stelt 550.000 euro ter beschikking.
De sector kent een betrekkelijk hoog ziekteverzuim, waarvoor echter
geen betrouwbare cijfers beschikbaar zijn. Ook komen relatief veel
werknemers (2,6%) in de WAO terecht. In de sector wordt veel zwaar
werk verricht. Ook wordt regelmatig in krappe ruimtes en in een
ongelukkige houding gewerkt. Daarnaast worden soms oplosmiddelhoudende
stoffen gebruikt, die nadelig kunnen zijn voor de gezondheid.
Uitgangspunt van de afspraak is dat waar mogelijk gebruik wordt
gemaakt van niet-chemische reinigingsmethoden. Ook wordt aandacht
besteed aan mogelijke risicos op legionellabesmetting. De risicos
kunnen bijvoorbeeld worden beperkt door het gebruik van schoon, koud
leidingwater of door het water een thermische of chemische behandeling
te laten ondergaan.
Voor het tillen van zware voorwerpen geldt dat één persoon maximaal 25
kilo mag tillen, twee personen 50 kilo, en dat gewichten boven de 50
kilo mechanisch moeten worden verplaatst. Dit wordt in een
beleidsregel verder uitgewerkt. Om het ziekteverzuim en de
arbeidsongeschiktheid terug te brengen, wordt binnen ieder bedrijf
geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om de risicos bij het
werk zoveel mogelijk terug te dringen. Ook wordt gekeken naar nieuwe
technische hulpmiddelen die het werk minder belastend kunnen maken. Te
denken valt aan het gebruik van een robot bij het bewerken van een
scheepswand, of het met behulp van een hijsmiddel omhoog takelen van
kettingen. Om dit te realiseren wordt overleg gevoerd tussen
opdrachtgevers en producenten.
Door de betrekkelijke kleinschaligheid van de branche is het mogelijk
de bedrijven individueel te ondersteunen. Consulenten brengen een
bezoek aan alle afzonderlijke bedrijven om een plan van aanpak verder
uit te werken. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar het arbo- en
verzuimbeleid en wordt hulp geboden bij het invoeren van een
planmatige aanpak van reïntegratie. Ook wordt advies gegeven op het
gebied van lichamelijke belasting en het gebruik van gevaarlijke
stoffen. Daartoe worden cursussen op het gebied van houding en
beweging ontwikkeld.