Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis
11/09/02 Toespraak mr. Pieter van Vollenhoven tijdens de uitreiking van de Benelux-Europa-prijs, op 11 september 2002 te Den Haag
Dames en Heren,
De Benelux Europa prijs kon zich geen betere kandidaat wensen dan
senaatsvoorzitter Armand de Decker, Advocaat, reserveofficier, actief
in de Belgische politiek voor de PRL sedert 1979,
volksvertegenwoordiger sedert 1981 maar tegelijkertijd actief in de
gemeente Ukkel, waar hij zes jaar schepen voor culturele zaken geweest
is. In 1995 door de Raad van de Franse Gemeenschap aangewezen tot lid
van de Senaat, waarvan hij in 1999 voorzitter werd. Internationaal
heeft de Heer de Decker bekendheid verworven door zijn inzet voor een
samenhangende Europese defensie -inspanning, met name als lid en
vice-voorzitter van de Assemblee van de West Europese Unie en als
medeoprichter van de Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa. Zijn werkzaamheden in de WEU Assemblee werden
bekroond met zijn verkiezing tot voorzitter van de Defensie commissie.
Ook op wetenschappelijk gebied heeft Armand de Decker zijn sporen
verdiend, getuige de tientallen artikelen, studies en rapporten die
van zijn hand zijn verschenen over Europese veiligheid en defensie.
Het is voor mij een groot genoegen de Belgische senaatsvoorzitter de
BeNelux Europa prijs 2002 te mogen uitreiken in het gebouw van de
Nederlandse Eerste Kamer.
Mevrouw Lydie Polfer kan vanmiddag helaas niet ons midden zijn, omdat
zij de opening van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in
New York bijwoont. Zij ontvangt de BeNelux Europa prijs voor haar
verdiensten voor de Europese integratie in het algemeen en de Benelux
in het bijzonder.
Haar rechtenstudie aan de Universiteit van Grenoble bewoog zich reeds
in Europese richting met het behalen van het postgraduate diploma in
Europese integratie. Twee jaar later, in 1979, begon zij haar
politieke carrière als lid van het Parlement van Luxemburg en werd
inmiddels viermaal herkozen. In 1982 werd zij burgemeester van de stad
Luxemburg, een ambt dat zij bekleed heeft tot 1999 toen zij benoemd
werd tot Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken. Opmerkelijk
is dat Mevrouw Polfer het burgemeesterschap 10 jaar lang heeft kunnen
combineren met het lidmaatschap van het Europees Parlement.
De Europese Unie is door de jaren heen veel dank verschuldigd aan Luxemburg, een land dat zich ook door zijn ligging kan opstellen als een bruggenbouwer tussen nationale belangen. Het BeNelux Universitair centrum is verheugd dat na Eindhoven en Antwerpen nu ook een leergang in Luxemburg bestaat, speciaal gewijd aan geriatrie en ouderenzorg.
Het doet mij genoegen de BeNelux Europa prijs voor Mevrouw Polfer, de
eerste vrouw die deze prijs ontvangt, te mogen overhandigen aan de
Ambassadeur van Luxemburg met het verzoek deze verder te willen
geleiden.
Willem van Eekelen behoeft als lid en eerste ondervoorzitter van de
Eerste Kamer in dit gebouw nauwelijks toelichting. Hij ontvangt de
BeNelux Europa prijs voor zijn verdiensten in - zoals hij dat zelf
omschreef - een carrière van twee sporen: het Atlantische en het
Europese spoor. Twee sporen die hij steeds geprobeerd heeft met elkaar
te verzoenen; als diplomaat, als staatssecretaris eerst van Defensie,
later van Europese zaken, daarna als Minister van Defensie in de
nadagen van de koude oorlog. Als secretaris generaal van de West
Europese Unie heeft hij een aanzet kunnen geven voor een grotere
Europese identiteit in een veranderende veiligheidssituatie.
Wat Europa betreft spant hij zich nog steeds in als voorzitter van de
Europese Beweging Nederland, wat de NAVO betreft als vice-president
van de NAVO Parlementaire Assemblee en rapporteur over de
transatlantische betrekkingen. En voor de Benelux als lid van de
Interparlementaire Raad en als adviseur van het Benelux Universitair
Centrum waar hij actief heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de
leerstoel Krijgsmacht en Samenleving. En tenslotte de humaniteit: als
voorzitter van het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten is het gelukt
de koepels voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten tot een
fusie te brengen.