Spoeddebat over blunderende minister Veerman
Economie en landbouw
Thom de Graaf
10-09-2002 - Grenzeloos amateurisme, zo kwalificeerde Thom de Graaf de
uitlatingen van Minister van Landbouw Cees Veerman, dat hervorming van
het Europese landbouwbeleid niet langer een harde voorwaarde zou
moeten zijn voor EU-uitbreiding. Nederland wil voorkomen dat directe
inkomenssteun aan boeren en nieuwe EU-lidstaten het Europese
landbouwbeleid onbetaalbaar maakt. D66 vroeg hierover een spoeddebat
aan in de Tweede Kamer.
Vorige week sprak de staatssecretaris voor Europese Zaken in
aanwezigheid van zijn Deense collega in een toespraak over de
uitbreiding van Europa en over de noodzakelijke landbouwhervorming.
Over die landbouwhervorming begon hij met de uitspraak: This
Government has one clear message: this policy is in need of reform. De
nadruk lag ntuurlijk op one clear message, één heldere boodschap van
het hele kabinet. Staatssecretaris Nicolai had natuurlijk toen al
kunnen weten dat het in dit kabinet verrekte moeilijk is om echt met
één mond te spreken. Minister Heinsbroek heeft al van de premier te
horen gekregen dat het afgelopen moet zijn met alle proefballonnetjes,
waarin regeringsbeleid of regelgeving worden ondergraven. Dat is de
categorie: eens maar nooit weer. Maar vandaag is kennelijk de norm:
twees maar nooit weer.
Veto
Minister Veerman van LNV was ongeveer voor de eerste keer in het
buitenland en ging al in de fout. In Denemarken liet hij blijken dat
hij van het boerenbedrijf in Nederland en misschien in Frankrijk, waar
hij ook wat hectares heeft, veel verstand heeft, maar van Europa
helemaal niets.
Na alle proefballonnetjes van LPF-ministers heeft voor de verandering
een CDA-minister eens een proefzeppelin opgelaten. Nederland moet van
minister Veerman het verzet tegen de betaling van directe
inkomenssteun aan boeren in de kandidaat-lidstaten staken Een mogelijk
veto is totaal niet aan de orde. Letterlijk zegt de minister: ik vind
dat we moeten oppassen dat we niet in een geïsoleerde positie komen en
aan het eind van het jaar in ons hemd staan.
Nu is het pas september, maar de profetie van de minister is al
uitgekomen. Nederland staat behoorlijk in zijn hemd, de
minister-president en de staatssecretaris voor Europese Zaken in de
eerste plaats. Heel Europa heeft inmiddels er van kennis kunnen nemen
dat het Nederlandse standpunt van de afgelopen jaren, om de
landbouwhervorming te regelen samen met de uitbreiding van de Unie,
kennelijk een wassen neus is geweest. Was het nu zo dat het nieuwe
kabinet bij zijn aantreden had besloten om het helemaal om te gooien
en tegen de landen die gelijk opliepen, zoals Zweden, Duitsland en
Groot Brittannië, had gezegd: sorry, maar wij van de nieue coalitie
denken er helemaal anders over, nou ja, dan was het in ieder geval
consistent geweest en hadden we dáár over kunnen praten. Maar het
gekke is dat het regeerakkoord van het kabinet Balkenende op dit punt
volstrekt helder is: Ook meent Nederland dat in het kader van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid geen uitbreiding van inkomenssteun
naar nieuwe lidstaten dient plaats te vinden. Indien dit onontkoombaar
zou zijn, versterkt dit de noodzaak van versnelde uitfasering van die
steun in de oude lidstaten, waarover besloten zou moeten worden
voordat de toetreding van nieuwe lidstaten een feit is.
Inconsistentie compleet
Dat is natuurlijk al weer twee maanden geleden en je weet het met dit
kabinet maar nooit. Maar ongeveer tegelijkertijd dat minister Veerman
liet weten dat wat hem betreft Nederland niet langer vasthoudt aan het
beëindigen van de directe steun van boeren als voorwaarde oor de
uitbreiding, stuurde de minister van Buitenlandse Zaken gisteren een
brief aan de Kamer. Daarin staat dat hij vorig weekend het Nederlandse
standpunt over de landbouwhervorming nog eens aan zijn Europese
collegas uit de doeken heeft gedaan: Daarbij is herbevestigd dat
Nederland op het standpunt blijft staan dat (boeren in de) nieuwe
lidstaten niet in aanmerking komen voor directe inkomenssteun; mocht
in weerwil van deze Nederlandse opvatting worden besloten toch tot
infasering van directe inkomenssteun over te gaan, dan dient ook te
worden besloten over de uitfasering van dat systeem als geheel,
waarover besloten zou moeten zijn voordat de toetreding van nieuwe
lidstaten een feit is. En de staatssecretaris zei vorige week nog dat
Nederland staat op een politieke conclusie hierover in Brussel of
Kopenhagen, kortom vóor dat definitief over de uitbreiding wordt
besloten. Daarover heeft de afgelopen maanden ook grote eensgezindheid
bestaan tussen regering en Kamer.
Wat moeten we nu met de uitspraken van minister Veerman? Het lijkt op
het eerste gezicht van een grenzeloos amateurisme om de Nederlandse
inzet in de onderhandelingen op een achternamiddag op te geven. Of is
het een weldoordachte aktie van de minister om zijn collegas in het
kabinet voor een voldongen feit te plaatsen? Heeft het te maken met
politieke meningsverschillen met bijvoorbeeld het VVD-smaldeel in het
kabinet, dat weigert extra geld kwijt te zijn aan de uitbreiding in
combinatie met de landbouw? Een van de ochtendkranten meldde dat de
minister dit in kleine kring heeft voorbesproken. Is dat zo en wie
waren die kleine kring? Was dat bv. ook de premier, maar weer niet de
minister en staatssecretaris van Buitenlandse zaken of de minister van
Financiën?
Kan de minister uitleggen wat hij nu precies heeft willen doen en hoe
zich dat verhoudt tot het regeringsbeleid dat nog uitdrukkelijk de
andere kant uit wees? Het is ook van belang om te weten wat de
minister nu precies zelf vindt. Denkt hij dat de opstelling van
minister De Hoop Scheffer en staatssecretaris Nicolai terecht, maar
naïef en onhaalbaar is of vindt hij eigenlijk iets anders, namelijk
dat financiële steun aan boeren echt gerechtvaardigd is en dat
Nederland het imago van zijn boeren in de nieuwe lidstaten maar beter
kan beschermen, zoals hij in het FD zei?
Kennelijk leven er in de boezem van het kabinet verschillende
standpunten over de landbouwhervorming en over de Nederlandse
onderhandelingsinzet. Het is eigenlijk te treurig, maar we moeten
premier Balkenende dus weer vragen hoe het zit met de eenheid van zijn
ploeg en van het beleid. Wat is nu het standpunt en wat vindt hij van
het optreden van zijn collega. Noemt hij dat een beginnersfout of is
dit nieuw beleid en als dat laatste zo is, wat moet staatssecretaris
Nicolai dan?
Tenslotte de vraag aan de staatssecretaris: Wat is er nog over van uw
onderhandelingstactiek, kunt u nog ingewikkeld schaken op al die
Brusselse borden als de minister van LNV zo voor uw voeten loopt?