---
Ministerie van Ministerie van
Buitenlandse Zaken Defensie
Postbus 20061 Postbus 20701
2500 EB 's-Gravenhage 2500 ES 's-Gravenhage
Telefoon 070-3486486 Telefoon 070-3188188
Aan:
de Voorzitter van de
Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR 's-Gravenhage
I.a.a.:
de Voorzitter van de
Eerste Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA 's-Gravenhage
Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum
DVB/CV-275/02 10 september 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Hierbij gaat u toe een overzicht van recente ontwikkelingen in en rond
Afghanistan, in het bijzonder met betrekking tot ISAF en de operatie
Enduring Freedom.
Ontwikkelingen in Afghanistan
Veiligheidssituatie
De ontwikkelingen in Afghanistan kenmerken zich door een hoge mate van
onvoorspelbaarheid: partijen en leidinggevende krijgsheren kunnen binnen
korte tijd samenwerkingsverbanden aangaan en deze vervolgens uit
opportunistische overwegingen weer ontbinden. Ook kunnen activiteiten van
kleine extremistische groeperingen een grote invloed hebben op de
ontwikkelingen in het land.
In de afgelopen maanden zijn enkele aanslagen gepleegd, onder meer op
deelnemers aan de Afghaanse overgangsregering. Op 5 september jl. mislukte
een moordaanslag op president Karzai tijdens een bezoek aan Kandahar in het
zuiden van Afghanistan. Diezelfde dag ontplofte een tweetal bommen in Kabul.
Hierbij viel een groot aantal dodelijke slachtoffers onder de
burgerbevolking van Kabul. In welke mate aan al deze aanslagen primair
politieke dan wel criminele motieven ten grondslag liggen, is moeilijk te
beoordelen. De dreiging van verdere terroristische aanslagen op leden van
de overgangsregering of op westerse militairen blijft onverminderd.
In een aantal provincies in het land wordt tussen verschillende groeperingen
incidenteel gevochten. In de meeste gevallen gaat het hierbij om gevechten
over de machtsverhoudingen. Zo hebben in de afgelopen twee maanden gevechten
plaatsgevonden in de omgeving van Mazar-e-Shariff (in het noorden van
Afghanistan). Ook in de oostelijke provincies (Paktia, Paktika en Khost) is
de situatie nog steeds gespannen. De invloed van de overgangsregering in de
gebieden buiten Kaboel blijft gering.
De algehele situatie in Kaboel is, ondanks de hogergenoemde bomaanslagen,
relatief rustig. Na de Nood Loya Jirga van medio juni jl. is een
overgangsregering gevormd, die althans naar de kwantitatieve verdeling van
functies een betere afspiegeling lijkt te zijn van de Afghaanse bevolking
dan de interim-regering daarvoor. In eerdere brieven aan uw Kamer is erop
gewezen dat een evenwichtiger verhouding tussen etnische Tadzjieken en
Pathanen belangrijk is voor de stabiliteit in Kaboel en Afghanistan. De
belangrijkste ministersposten worden echter nog steeds bezet door etnische
Tadzjieken. Bovendien zijn de meeste militairen die zich in Kaboel bevinden
van Tadzjiekse afkomst en worden de politie en de veiligheidsdiensten (NDS)
door etnische Tadzjieken gedomineerd. Vooral vanuit de Pathaanse
bevolkingsgroep komen kritische geluiden over de verdeling van
ministersposten en over de prominente rol van de etnische Tadzjieken in de
hoofdstad. Tot nu toe heeft deze onvrede niet geleid tot verzet tegen de
overgangsregering. De viering van de Afghaanse onafhankelijkheidsdag op 19
augustus jl. is zonder incidenten verlopen.
De algemene veiligheidssituatie in Afghanistan blijft onzeker en gespannen.
De rivaliteit en wedijver tussen de verschillende krijgsheren en etnische
groeperingen blijft voortduren. In Kaboel doen zich met enige regelmaat
incidenten voor die met geweld gepaard gaan. Het risico blijft bestaan dat
ISAF-personeel betrokken raakt bij geweldsincidenten of bij schermutselingen
tussen rivaliserende etnische groeperingen en/of krijgsheren. Deze
ontwikkelingen geven echter geen aanleiding tot aanpassing van de
risico-analyse. De veiligheidsrisico's voor het Nederlandse personeel in
ISAF blijven aanzienlijk.
Het Nederlandse detachement
Het Nederlandse ISAF-detachement is begin augustus voor de tweede maal
afgelost en bestaat momenteel uit 225 militairen. Vanaf eind september
zullen op verzoek van Duitsland twaalf Nederlandse militairen aan het Duitse
veldhospitaal worden toegevoegd.
Na de Nood Loya Jirga van juni jl., toen ISAF speciale patrouilles uitvoerde
die gericht waren tegen een eventuele terroristische dreiging, heeft ISAF de
reguliere patrouilles in het kader van preventieve criminaliteitsbestrijding
weer hervat. Deze worden uitgevoerd met de lokale politie. Aan het
Nederlandse gebied van verantwoordelijkheid is een politiedistrict in het
zuidelijke deel van Kaboel toegevoegd. Dit vloeit voort uit de reeds in de
brief van 14 juni jl. gemelde wijziging van de grenzen van het gebied van
verantwoordelijkheid van ISAF. Deze aanpassingen vallen binnen het mandaat
van ISAF. De eerste ervaringen tijdens patrouilles zijn dat de acceptatie
van ISAF door de bevolking in dit nieuwe district iets minder is dan in de
andere drie districten waar Nederland patrouilleert.
Zoals reeds gesteld in de brief aan de Kamer d.d. 14 juni jl. inzake de verlenging van de Nederlandse deelneming aan ISAF, dient er rekening te worden gehouden dat ook na de huidige periode opnieuw een beroep zal worden gedaan op Nederland om zijn bijdrage aan ISAF voort te zetten. De modaliteiten van een mogelijke nieuwe verlenging worden momenteel verkend.
De opbouw van Afghaanse veiligheidsstructuren: leger en politie
Nederland heeft 4 miljoen Euro beschikbaar gesteld uit het Vredesfonds voor
de opbouw van de Afghaanse veiligheidsstructuren; 2 miljoen voor het leger,
en 2 miljoen voor de politie. Daarmee wordt het belang van de spoedige
opbouw van de veiligheidsstructuren voor een blijvende vrede in Afghanistan
onderkend. Momenteel wordt gewerkt aan de implementatie van projecten op het
gebied van leger en politie.
De VS en het VK hebben in samenwerking met de VN het voortouw genomen bij de
opbouw van het Afghaanse leger. De VS en het VK zijn nauw betrokken bij de
rekrutering en opleiding van militairen. Diverse donoren, waaronder de VS,
het VK, Italië, Turkije, India en Frankrijk, hebben een bijdrage toegezegd
aan het op te richten leger.
Nederland stelt 2 miljoen Euro beschikbaar voor de opbouw van het Afghaanse
leger. Tot betaling van de eerste tranche van 1 miljoen Euro, bestemd voor
salarissen, zal naar verwachting spoedig kunnen worden overgegaan. Aan de
belangrijkste voorwaarde voor een Nederlandse bijdrage, de oprichting van
een nationale veiligheidsraad waarbinnen de diverse etnische groeperingen
vertegenwoordigd zijn, is inmiddels voldaan. Uitbetaling van salarissen is
van eminent belang om te voorkomen dat nieuw geworven en opgeleide rekruten
terugkeren naar de oude milities. In dat laatste geval zou immers de beoogde
terugdringing van de invloed van de oude krijgsheren -essentieel voor de
versteviging van het centraal gezag- niet gelukken.
De Afghaanse politie moet van de grond af worden opgebouwd. Duitsland heeft hierbij, op verzoek van de Afghaanse Interim Administratie, het voortouw genomen. Het Duitse plan voorziet in het opzetten van een politieopleiding, infrastructuur en het leveren van materieel (transport, communicatie, uniformen). Het project loopt vooruit op, en zal worden afgestemd met, de ondersteuning van de politieopbouw vanuit het UNDP-trustfund voor politie.
Het Duitse initiatief vindt plaats onder auspiciën van de Duitse ministeries
van Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken en is uitbesteed aan het Duitse
"Technische Hilfswerke" (THW). Nederland draagt 2 miljoen Euro bij aan de
bouw van de Afghaanse politieacademie in Kaboel. De school, die plaats zal
bieden aan 1500 tot 1800 studenten, zal begin 2003 gereed zijn. De bouw is
inmiddels in volle gang.
Humanitaire situatie
Dankzij de grootschalige hulpverlening van het afgelopen half jaar is in
Afghanistan vooruitgang geboekt op het gebied van onderwijsvoorzieningen,
voedselverstrekking, water en sanitatie, en gezondheidszorg. Humanitaire
hulp zal echter nog geruime tijd nodig zijn. De hulpverlening ondervindt nog
steeds hinder van de instabiele veiligheidssituatie, met name in het noorden
van Afghanistan. Miljoenen Afghanen blijven voor de voorziening in hun
levensonderhoud vooralsnog afhankelijk van hulpverlening door
VN-organisaties en NGO's. Zo is de afhankelijkheid van voedselhulp nog
steeds heel groot. Het WFP ziet zich echter gedwongen de rantsoenen voor
miljoenen Afghanen te verminderen wegens ontoereikende bijdragen van
donoren.
Sinds 11 september 2001 heeft Nederland in totaal 54 miljoen Euro
beschikbaar gesteld voor humanitaire hulpprogramma's van VN-organisaties,
het ICRC en NGO's ten behoeve van Afghanen in Afghanistan en de buurlanden.
Nederland heeft daarbovenop recentelijk nog een bijdrage van 1,2 miljoen
Euro geleverd aan het programma voor ontheemden van de International
Organization for Migration (IOM).
De nog resterende Nederlandse fondsen (7,8 miljoen Euro) voor humanitaire
hulp in Afghanistan zijn inmiddels overgemaakt. Deze fondsen zijn bedoeld
voor projectvoorstellen van NGO's en worden toegekend via de United Nations
Assistance Mission for Afghanistan (UNAMA). Daartoe is het UNAMA-kantoor in
Kabul per 1 september jl. versterkt met een Nederlandse medewerker.
Nederland heeft actief geparticipeerd in de bijeenkomst van de Afghanistan Support Group (ASG) van 11 juli jl. De volgende ASG-bijeenkomst zal medio oktober plaatsvinden, waarschijnlijk in aansluiting op een vergadering van de Implementation Group (IG). Daarbij ligt het in de bedoeling om een Consultative Group (CG) -traject voor Afghanistan voor te bereiden.
Wederopbouw
Coördinatie tussen de Afghaanse autoriteiten, de VN en NGOs blijft voor
verbetering vatbaar. Met name waar het wederopbouw betreft komen
capaciteitsversterking, informatie-uitwisseling en de uitvoering van
activiteiten traag op gang. Er is bovendien nog altijd een tekort aan
fondsen. Als één van de eerste donoren aan het Afghanistan Reconstruction
Trust Fund - de Nederlandse bijdrage van 35 miljoen Euro is reeds in juni
jl. geheel overgemaakt - heeft Nederland hierover zijn zorg uitgesproken
bij de vertegenwoordiging van de Wereldbank. Bovendien heeft Nederland er
bij individuele landen op aangedrongen de in Tokio gedane beloften voor
wederopbouw nu spoedig gestand te doen.
Operatie Enduring Freedom
Zoals bekend worden Nederlandse militaire middelen in de strijd tegen het
terrorisme ingezet in het operatiegebied van US Central Command (CENTCOM)
respectievelijk US Southern Command (SOUTHCOM; de zogenaamde "backfill").
CENTCOM
Fregatten
Hr. Ms. Van Galen opereert sinds 2 juni jl. in het
verantwoordelijkheidsgebied van CENTCOM. Sindsdien heeft het fregat ruim 890
schepen opgeroepen en 15 vaartuigen doorzocht. Daarbij zijn geen verdachte
personen of goederen aangetroffen.
Maritiem patrouillevliegtuig
Het Nederlandse maritieme patrouillevliegtuig opereert sinds 29 juni vanuit
de Verenigde Arabische Emiraten. Het vliegtuig wordt ingezet voor waarneming
en inlichtingenverzameling ter ondersteuning van de maritieme operaties in
het verantwoordelijkheidsgebied van CENTCOM. Bij de uitvoering van dit
takenpakket wordt nauw samengewerkt met het eveneens op de vliegbasis
aanwezige Canadese detachement. Ter formalisering van deze samenwerking
hebben Nederland en Canada op 19 augustus jl. een Memorandum Of
Understanding' (MOU) gesloten. Daarin worden onder meer afspraken gemaakt
over mede gebruik van faciliteiten en apparatuur. De richtlijnen voor de
bewegingsvrijheid voor het Nederlandse personeel zijn in overeenstemming
gebracht met de regelingen die gelden voor het Canadese personeel, dat op
dezelfde basis is gestationeerd. Hierdoor kan ook het Nederlandse personeel
deelnemen aan ontspanningsactiviteiten buiten de basis. Het Nederlandse
vliegtuig heeft thans 25 operationele missies uitgevoerd.
Transportvliegtuig C-130
De C-130 opereert sinds april jl. vanaf de vliegbasis Manas in Kirgizië voor
tactische transportoperaties. Deze eenheid heeft ruim 60 missies uitgevoerd.
Conform het verzoek van de VS bedraagt de inzettermijn van deze eenheid zes
maanden. Gelet op deze termijn is de laatste operationele missie van de
C-130 thans voorzien op 27 september a.s. Na deze datum keert de eenheid
naar Nederland terug.
F-16's
In de brief van 27 juni jl., alsook in antwoord op recente vragen van het
lid Koenders, is de Kamer geïnformeerd omtrent de inzet van zes Nederlandse
F-16 jachtvliegtuigen vanaf de vliegbasis Manas in Kirgizië vanaf 1 oktober
a.s. De voorbereidingen voor deze stationering zijn thans in volle gang. Er
vindt regelmatig overleg plaats met Noorwegen en Denemarken omtrent de
gezamenlijke stationering van de F-16´s. Thans wordt nog onderhandeld met
Frankrijk over de overname van infrastructuur op de basis. Conform het
Amerikaanse verzoek bedraagt de inzettermijn van de F-16´s vooralsnog zes
maanden.
Gelet op de taakstelling van de gevechtsvliegtuigen, te weten luchtsteun bij
grondoperaties, zijn voorzorgsmaatregelen getroffen om onbedoelde
nevenschade te voorkomen. Met de Amerikanen is overeengekomen dat
Nederlandse officieren worden geplaatst in het Amerikaanse operatiecentrum
in Bagram te Afghanistan. Deze liaisonofficieren begeleiden de operationele
inzet van de Nederlandse F-16´s. Zij beschikken over relevante informatie
met betrekking tot de inzet van de toestellen en kunnen de vooraf aan
Nederland toegewezen missies toetsen.
In tegenstelling tot operatie "Allied Force" boven Servië en Kosovo, waarbij
veel vooraf geplande missies werden uitgevoerd tegen statische strategische
doelen, zullen de Nederlandse F-16´s in Operatie "Enduring Freedom" vooral
worden ingezet voor het verlenen van luchtsteun tegen bewegelijke tactische
doelen. De tijd tussen doeltoewijzing en de uiteindelijke aanval in
Afghanistan zal vaak korter zijn dan bij "Allied Force"; het kan zijn dat de
F-16 zich al boven Afghaans luchtruim bevindt en met spoed moet optreden.
Overleg met Den Haag over de doelkeuze is dan dus niet mogelijk. Met het oog
hierop worden de Nederlandse liaisonofficieren voorzien van eenduidige
instructies en krijgen zij een mandaat om ter zake besluiten te nemen.
De uiteindelijke beslissing tot het al dan niet uitvoeren van de voorgenomen
aanval ligt bij de Nederlandse vlieger. Hierin verschilt deze operatie niet
van andere luchtoperaties. De vlieger moet dus uiteindelijk vaststellen of
het door hem aan te vallen doel overeenkomt met het aan hem toegewezen doel
en of dat doel aan de hand van de geweldsinstructie en aanvullende nationale
richtlijnen een legitiem doel is. De Nederlandse F-16's zijn hiertoe onder
andere uitgerust met een zogenaamde "targeting pod", waarin een camera is
geplaatst waarmee het doel kan worden geverifieerd en op video kan worden
vastgelegd. Bij twijfel over de identiteit en/of legitimiteit van het doel
zal de piloot geen wapen inzetten. Met bovenstaande maatregelen worden de
risico´s van onbedoelde nevenschade zoveel mogelijk beperkt. Zoals eerder
opgemerkt, zijn dergelijke risico´s door technische beperkingen, weer- en
terreininvloeden en menselijke inschattingsfouten echter nooit geheel uit te
sluiten.
Tankervliegtuig KDC-10
Volgens de huidige planning zal de KDC 10 eveneens per 1 oktober
gestationeerd worden op de vliegbasis Manas in Kirgizië. De eenheid zal
worden ingezet ter ondersteuning van de luchtoperaties van onder andere de
Noorse, Deense en Nederlandse F-16´s. De inzettermijn van de KDC-10 is
gekoppeld aan de inzet van de Nederlandse F-16's en bedraagt derhalve
vooralsnog eveneens zes maanden.
Medisch team in Oman.
Per 1 augustus jl. is het medische team dat tijdelijk het Britse
veldhospitaal in Oman versterkte weer in Nederland teruggekeerd.
SOUTHCOM
Fregatten
Hr. Ms. Van Speijk is op 18 augustus jl. vertrokken naar het
verantwoordelijkheidsgebied van SOUTHCOM teneinde begin september de
anti-drugstaken uit te voeren ter vervanging ('backfill') van elders
ingezette Amerikaanse eenheden. Hr. Ms. van Speijk zal ingezet worden tot
medio december a.s. Aangezien de eenheden voor 'backfill' in het Caribische
gebied voor een jaar zijn aangeboden, zal Hr. Ms. Van Speijk na december
a.s. niet worden afgelost.
Maritieme Patrouille vliegtuigen
Overeenkomstig het fregat in SOUTHCOM zijn de aldaar aanwezige twee
Maritieme Patrouille vliegtuigen eveneens aangeboden voor een periode van
één jaar. Gelet op deze termijn wordt deze extra bijdrage aan het einde van
dit jaar beëindigd.
Financiën
In de brief van 27 juni jl. is de financiële stand van zaken voor de
operaties Enduring Freedom en ISAF weergegeven. Destijds werden de totale
additionele uitgaven voor Enduring Freedom en het eerste half jaar van ISAF
geraamd op een bedrag tussen de 90 en 100 miljoen Euro. Het geraamde aandeel
van de operatie Enduring Freedom hierin lag tussen de 65 en 75 miljoen Euro.
De begroting voor Enduring Freedom is inmiddels op basis van de meest
recente planningsgegevens bijgesteld naar een nettobedrag van tussen 55 en
65 miljoen Euro. Belangrijkste redenen voor de bijstelling zijn dat minder
personeel zal worden uitgezonden voor de F-16's en de KDC-10 dan waarmee in
juni jl. nog rekening gehouden moest worden en dat er niet langer een vast
bedrag voor de munitie van de F-16's is opgenomen in de begroting. Het
munitieverbruik zal sterk afhangen van de operationele omstandigheden ter
plaatse. Een vast bedrag voor verwacht munitieverbruik in de raming zou
hiermee een verkeerd beeld kunnen geven. Mogelijk zal de begroting voor
Enduring Freedom vanwege eventueel verbruik van munitie moeten worden
verhoogd.
De totaal geraamde additionele uitgaven voor ISAF, inclusief de verlenging
met een half jaar tot december 2002, worden geraamd op een bedrag tussen de
35 en 40 miljoen Euro. Hierbij bestaat op dit moment nog geen volledig
inzicht in het financiële beslag van de ondersteuning van Nederland door
Duitsland met luchttransportcapaciteit. Duitsland heeft toegezegd hier op
korte termijn inzicht in te zullen geven.
De totaal geraamde uitgaven voor ISAF en Enduring Freedom zullen daarmee
naar verwachting tussen 90 en 100 miljoen Euro uitkomen. Het later inzetten
van vooral het F16-detachement leidt ertoe dat een aanzienlijk deel van de
uitgaven voor Enduring Freedom pas in 2003 tot realisatie komt.
Uiteraard zullen wijzigingen in omstandigheden, tijdsduur en omvang van inzet ook in de toekomst leiden tot verdere bijstelling van de begroting.
Minister van Buitenlandse Zaken,
Minister van Defensie,
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Mr A.H. Korthals
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne - van der Hoeven
===