Ministerie van Justitie
http://www.justitie.nl
MINJUS: Brief kabinet over terrorismebestrijding
Postadres Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG Bezoekadres
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Telefoon (070) 3 70 79 11
Fax (070) 3 70 6607
Telex 34554 mvj nl
Onderdeel
Contactpersoon Wiebe Alkema
Doorkiesnummer(s) 070-3707225
Datum 10 september 2002
Ons kenmerk 5185854/502/PAW
Onderwerp Brief kabinet over terrorismebestrijding
1. Inleiding
Bijna een jaar na de dramatische gebeurtenissen in de Verenigde Staten
lijkt het ons een goed moment uw Kamer op de hoogte te stellen van de
meest recente informatie op het gebied van de bestrijding van
terrorisme. Recentelijk heeft u uit de media kunnen vernemen dat in de
afgelopen maanden in Europa en onlangs ook in Nederland aanhoudingen
zijn verricht van vermoedelijke Al Qa.ida terroristen. Deze berichten,
een jaar na de schokkende gebeurtenissen op 11 september vorig jaar,
illustreren dat de bestrijding van terrorisme door de overheid zeer
serieus wordt genomen. Het kabinet zal erop blijven toezien dat alle
reeds ingezette maatregelen zoals uiteengezet in het actieplan
Terrorismebestrijding en Veiligheid (5 oktober 2001) ten behoeve van
de intensivering van de strijd tegen het terrorisme daadwerkelijk
zullen worden uitgevoerd. Indien nodig zal het kabinet niet schromen
aanvullende maatregelen te nemen.
In het actieplan wordt een overzicht gegeven van maatregelen ter
intensivering van de bestrijding van terrorisme, mede tegen de
achtergrond van internationale afspraken op dit terrein. Periodiek
wordt een voortgangsrapportage uitgebracht en wij verwijzen in dat
verband naar de vierde voortgangsrapportage van 12 juli jongstleden.
Ten behoeve van de uitvoering van dit actieplan is ongeveer 90 miljoen
euro op jaarbasis ter beschikking gesteld. Uiteraard zal in de
volgende voortgangsrapportage uw Kamer uitgebreider worden
geïnformeerd over het actieplan.
2.Internationaal
De Europese Raad is op 21 september 2001 in een extra zitting bijeen
gekomen om een actieplan ter bestrijding van terrorisme vast te
stellen. Daarin staan maatregelen voor een nauwere Europese
samenwerking bij het voorkomen, bestrijden en vervolgen van
terrorisme, maar ook voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, de
bescherming van de volksgezondheid en de bestrijding van de
financiering van terrorisme. Met grote voortvarendheid is gewerkt aan
verschillende internationale instrumenten, zoals de Kaderbesluiten
Terrorisme en het Europees aanhoudingsbevel.
Door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn diverse
resoluties (VNVR 1373 en 1390) aangenomen vooral met als doel het doen
opdrogen van financieringsbronnen van terrorisme.
In EU-verband is eind vorig jaar een zogenaamd gemeenschappelijk
standpunt van de Raad met bijbehorende uitvoeringsregeling aangenomen
met vergelijkbare werking (vo.2580/2001). Kernelement hiervan het
bevriezen van financiële tegoeden van groepen en personen, die zich
schuldig maken aan terrorisme of ondersteuning daarvan. Ten behoeve
van de uitvoering van deze maatregel is een EU-lijst van
terroristische organisaties ontwikkeld. Deze lijst wordt regelmatig
aangepast.
Het moge duidelijk zijn dat als direct gevolg van 11-9-2001 maar ook
als gevolg van ingezet beleid in EU-verband de samenwerking tussen de
op het terrein van terrorismebestrijding competente diensten nog eens
fors is opgeschroefd.
Samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding vormt inmiddels
een belangrijk onderdeel van de relatie tussen de EU met derde landen.
In het geval van onderhandelingen over nieuwe samenwerkingsakkoorden
met derde landen zet de Unie nu in op het standaard opnemen van een
terrorisme-clausule. Hiermee moet de bestrijding van terrorisme een
vast onderdeel worden van de contractuele betrekkingen van de Unie met
derde landen. De clausule kan gebruikt worden als instrument om landen
aan te spreken die onvoldoende maatregelen tegen terrorisme nemen.
Nederland werkt binnen de EU en andere internationale fora bovendien
mee aan initiatieven om ervoor te zorgen dat middelen beschikbaar
gesteld worden aan derde landen om hen te assisteren VN verdragen en
resoluties op het gebied van terrorisme te implementeren. Aangezien de
strijd tegen terrorisme in internationaal verband tevens een
verantwoordelijkheid is van het gehele Koninkrijk zijn met de
regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba afspraken gemaakt over
hun bijdrage hieraan.
3. Concrete maatregelen in nationaal verband
In het actieplan zijn vier hoofdpijlers te onderscheiden: preventie,
beveiliging van personen/bewaking van objecten, opsporing en
vervolging van terroristische activiteiten en de integriteit van de
financiële sector. Tevens zijn de daarbij behorende wettelijke
maatregelen aangekondigd.
Onderstaand wordt puntsgewijs een opsomming gegeven van de
gerealiseerde maatregelen uit het actieplan.
* Wetgeving
Op nationaal niveau is reeds de nodige wetgeving voorbereid om
uitvoering te geven aan de nationale en internationale afspraken. Zo
is bijvoorbeeld het wetsvoorstel terroristische misdrijven op 4 juli
2002 bij de Tweede Kamer ingediend;.
* Uitbreiding van de (politie) sterkte in de keten
De uitbreiding van de politiesterkte en de Koninklijke Marechaussee is
nog in volle gang. De Kmar richt zich (met name) op versterking van de
beveiliging van de burgerluchtvaart en de BSB in het kader van de
persoonsbeveiliging. Voorts is een start gemaakt met de uitbreiding
van de Bijzondere dienst Veiligheid van de Kmar. De werving en
selectieprocedures bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)
(persoonsbeveiliging, terreurbestrijding en mensensmokkel) is bijna
afgerond. Bij de korpsen is ingezet op het versterken van regionale
infodesks en uitbreiden van Regionale inlichtingendiensten (RID).
Inmiddels is bij een aantal RID.s de vacatures vervuld.
* Procedurele en inhoudelijke aspecten aangaande
persoonsbeveiliging
Zowel de 11e september 2001 als de gebeurtenissen van 6 mei van dit
jaar hebben er toe geleid dat er intensievere aandacht geschonken
wordt aan het aspect persoonsbeveiliging. Concreet betekent dit dat er
gewerkt wordt aan permanente monitoring van een aantal
functionarissen, teneinde, indien daar aanleiding toe is, op snelle
wijze te kunnen voorzien in noodzakelijke maatregelen. Een en ander
heeft zijn weerslag (zie boven) op de sterkte van de diensten die met
persoonsbeveiliging zijn belast. Door middel van een
bijstandsconstructie is, vooruitlopend op de nieuwe instroom, voorzien
in bijstand voor langere duur.
* Intensivering informatie-uitwisseling inlichtingen en
veiligheidsdiensten
De AIVD en de MIVD hebben na 11 september vorig jaar de activiteiten
op het gebied van de bestrijding van terrorisme fors uitgebreid.
Nationaal maar vooral internationaal is de samenwerking extra
aangezet.
Bijzondere initiatieven als meer doelgerichte samenwerking, niet
alleen bilateraal maar ook multilateraal, zijn daarbij door de AIVD en
de MIVD genomen. Veel aandacht is er voor internationale afstemming
over dreigingsanalyse. Daardoor kon nationaal adequaat advies over
veiligheidsmaatregelen worden gegeven en zijn diverse ambtsberichten
aanleiding geweest tot een reeks van aanhoudingen (zie onder punt 5
aanhoudingen).
* NBC-terrorisme
De acties inzake NBC-terrorisme zoals ze in de 4e voortgangsrapportage
staan zijn inmiddels voor een deel afgerond. Implementatie van de
diverse intensiveringprojecten zal in 2002, 2003 en 2004
plaatsvinden.
* Project Bescherming vitale infrastructuur
De eerste stap van het projectplan wordt thans in interdepartementaal
verband afgerond. Dit betreft een quick-scan inventarisatie van vitale
producten en -diensten. In de maand september zullen hiertoe een 15
tal werksessies worden gehouden met alle vitale sectoren in Nederland.
Begin oktober volgen dan 2 expertsessies. De uitkomsten van de
bijeenkomsten vormen de basis voor het eindrapport van TNO inzake de
inventarisatie van alle vitale diensten en producten in Nederland en
hun onderlinge afhankelijkheid. Volgens planning zal het rapport in
december in de MR kunnen worden besproken. Met het eindrapport zijn de
eerste twee stappen van het stappenplan ingevuld. Het totale project
loopt tot april 2004.
* Intensivering van de onderlinge afstemming en
beleidscoördinatie;
In dit verband wijs ik op de onlangs ingestelde Raad voor de
Veiligheid als onderraad van de Ministerraad. De beleidsonderwerpen
die in deze onderraad worden besproken zijn: beleid en uitvoering van
integraal veiligheidsbeleid (nationaal en internationaal, onder andere
op de gebieden rampenbeheersing, terrorismebestrijding en
rechtshandhaving.
4. Islamitisch terrorisme
Er is geen aanleiding aan te nemen dat de dreiging van islamitisch
terrorisme, zoals die op 11 september 2001 een nieuwe dimensie kreeg,
is afgenomen. Nederland neemt hierbij in dit opzicht geen bijzondere
plaats in, maar is vergelijkbaar met de ons omringende landen. Dit,
ondanks de vele verstorende activiteiten tot dusver van inlichtingen-
en veiligheidsdiensten, justitie / politie, door militair optreden en
ondanks getroffen veiligheidsmaatregelen. Op dit moment zijn er geen
concrete aanwijzingen voor ophanden zijnde aanslagen in Nederland of
tegen Nederlandse belangen in het buitenland.
Niet langer kan slechts gesproken worden van een dreiging van buiten
af, waarbij met logistieke steun in West-Europese landen
terroristische activiteiten worden ontplooid door mensen van buiten
Europa.
Ook in West-Europa wordt de dreiging gegenereerd met een toenemende
organisatiegraad. Zo wordt vanuit Westerse samenlevingen ondersteuning
verleend aan geweldsactiviteiten elders en oefenen in het Westen
verblijvende radicale moslims, voormalige islamitische strijders
(mujahedeen) een radicaliserende invloed uit op leden van meer
gevestigde islamitische gemeenschappen in Westerse samenlevingen. Dit
heeft inmiddels, ook in Nederland, geleid tot rekrutering van jonge
moslims voor de islamitische strijd. Via goed werkende internationale
ondersteuningsnetwerken worden reizen naar terroristische
trainingskampen elders gefaciliteerd. Neveneffect van dit alles is
toenemende criminaliteit ter facilitering. Het gaat hier om strafbare
handelingen, variërend van handel in valse persoondocumenten tot valse
asielaanvragen, handel in valse Sofi-nummers, verboden wapenbezit en
betrokkenheid bij drugshandel.
De regering blijft zich inzetten voor een zo effectief mogelijke
bestrijding van terroristische groeperingen en eventuele
mantelorganisaties, door middel
van de verdere ontwikkeling van het instrumentarium, zowel in
nationaal als in Europees verband.
5. Aanhoudingen
In een onderzoek naar een netwerk van extremistische moslims zijn
vrijdag 30 augustus jl. twaalf verdachten aangehouden. De verdachten
zijn aangehouden in Rotterdam (2), Eindhoven (5), Den Helder (2),
Roosendaal (1) en Den Bosch (2). Acht van hen zijn inmiddels
voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam en, op een na, in
bewaring gesteld. Vier andere verdachten bleken na hun aanhouding
voorshands niet bij het strafrechtelijk onderzoek betrokken te
zijn.
Het netwerk wordt verdacht van de ondersteuning van Al Qa¡da. Het gaat
om materiele, financiële en logistieke diensten. Het vermoeden bestaat
dat het netwerk strijders werft voor de internationale Jihad, de
gewapende strijd tegen vijanden van de islam. Deze strijders worden
voorbereid om te worden uitgezonden naar het strijdtoneel en als
martelaar te sterven.
Het onderzoek staat onder leiding van het Landelijk Parket en wordt
uitgevoerd door het Korps landelijke politiediensten (KLPD). De
recente arrestaties geven aan dat alertheid geboden blijft.
6. Tot slot
De aanslagen van 11 september 2001 en de weerslag daarvan op onze
samenleving hebben de broosheid van de maatschappelijke verhoudingen
tussen bevolkingsgroepen van verschillende herkomst blootgelegd.
Enerzijds is een toename gebleken van gevoelens van onveiligheid en
wantrouwen ten opzichte van vooral burgers met een islamitische
achtergrond. Feitelijk bleken enkele radicale islamitische groepen in
ons land actief te zijn die een gevaar vormen voor de democratische
rechtsorde. Anderzijds waren er ook vijandigheden en discriminerende
uitingen jegens moslims.
Veel moslims hadden het gevoel dat alle moslims over één kam werden
geschoren met de daders van de terroristische aanslagen en voelden
zich gestigmatiseerd door het ongenuanceerde en zelfs aperte
vijandbeeld dat van de islam is ontstaan.
Dit alles heeft nog eens duidelijk gemaakt dat het versterken van
sociale cohesie over culturele en etnische grenzen heen grote
prioriteit heeft. Zoals het Strategisch Akkoord ook realistisch stelt:
.effectieve integratie is een zaak van lange adem en van wederzijdse
aanpassing..
Daartoe zullen overheden dialoog en ontmoeting tussen autochtone en
allochtone burgers en respect voor elkaars achtergronden waar mogelijk
blijven bevorderen. Inburgering van migranten, niet alleen omwille van
het leren beheersen van de Nederlandse taal, maar ook van het leren
kennen en ervaren van de Nederlandse samenleving, blijft een
belangrijk .en verplicht- instrument van integratiebeleid. Van leden
van etnische minderheden wordt verwacht dat zij zich inzetten om de
nodige kennis op te doen om als burgers van ons land te handelen,
zelfstandig in hun levensonderhoud te voorzien en de democratische
rechtsorde eerbiedigen. Van de autochtone Nederlandse burgers wordt
verwacht dat zij zich voor het integratieproces van minderheden
openstellen. Tegen opvattingen en gedragingen die in strijd zijn met
de elementaire waarden van onze samenleving en met de geldende wet- en
regelgeving, zal krachtig worden opgetreden.
Aan de vooravond van de herdenking van de ramp van 11 september 2001
is het geboden de verbanden tussen de diverse activiteiten te
benadrukken en de aandacht te richten op het ontwikkelen van een
geïntegreerde visie op terrorismebestrijding. Dit zal ook in het
komende jaar een punt van aandacht blijven.
Wij vertrouwen erop u hiermee -voor dit moment- voldoende te hebben
geïnformeerd
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
10 sep 02 14:12