Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
6 september 2002
VERJARING VAN MOORD WORDT AFGESCHAFT
De verjaring van het delict moord wordt afgeschaft. Voor dit delict zal dus altijd de mogelijkheid van vervolging blijven bestaan. De verjaringstermijnen voor de vervolging van andere ernstige misdrijven worden verlengd. Voor misdrijven met een maximumstraf van meer dan tien jaar wordt de termijn verlengd van vijftien naar twintig jaar. Voor misdrijven waarop een levenslange gevangenisstraf is gesteld gaat de verjaringstermijn van achttien naar dertig jaar. De verjaringstermijnen voor lichtere feiten - variërend van twee tot twaalf jaar - blijven ongewijzigd. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Donner van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Met het voorstel de verjaring van moord te laten vervallen gaat minister Donner een stap verder dan zijn ambtsvoorganger, die voor dit feit de verjaringstermijn wilde verlengen naar dertig jaar. De feiten waarvoor de verjaringstermijn wordt verruimd zijn bijvoorbeeld: zware zedenmisdrijven, gijzeling, doodslag, zware vormen van mishandeling en zware vormen van diefstal met geweld. De belangrijkste reden om over te gaan tot een verruiming van verjaringstermijnen is dat de behoefte tot straffen met de jaren niet altijd hoeft te verdwijnen, terwijl met nieuwe technieken (zoals DNA) de mogelijkheid is vergroot dat ook na lange tijd nog voldoende betrouwbaar bewijs voorhanden is.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 06.09.2002