Ruimte voor ruim 300 intensieve veehouderijen nodig
6 September 2002
Tot 2013 moet er in Brabant ruimte gevonden worden voor de
verplaatsing van 320-392 intensieve veehouderijen. Het gaat
om kansrijke ondernemingen die nu nog in gebieden liggen
met natuur en landschapswaarden of die nabij dorpen
overlast veroorzaken.
Om de toekomst van de veehouderijen veilig te stellen is
verplaatsing gewenst. Dat blijkt uit een onderzoek dat door
ZLTO Advies in opdracht van de provincie Noord-Brabant is
uitgevoerd.
In het totaal liggen er in Brabant 2.824 intensieve
veehouderijen, waarvan 1200 bij woonkernen of in gebieden
met natuur- en landschapswaarden. Op basis van de
reconstructiewet zijn in Brabant 7 regionale commissies
ingesteld die voor hun gebied een plan maken. Daarbij wordt
een gebiedsindeling gemaakt, er zijn zones waar de landbouw
minder intensief moet worden, waar het bestaande
grondgebruik voor landbouw en natuur gehandhaafd blijft en
gebieden waar de landbouw verder ontwikkeld kan worden. De
reconstructiecommissies wijzen die gebieden in hun
regionale reconstructieplannen aan. De vraag is voor
hoeveel agrarische bedrijven nieuwe ruimte gevonden moet
worden.
In de kwetsbare gebieden en bij dorpen liggen, alles
bijeen, 1000 varkensbedrijven en 200 kippenbedrijven. Circa
1/3 van deze ondernemingen moet verplaatst worden om hen
een toekomst te geven. Bij het beoordelen van de
toekomstkansen van bedrijven zijn criteria als grootte van
de onderneming, aantallen hectares en de aanwezigheid van
een opvolger gebruikt. Het rapport zegt wel dat de
uiteindelijke ruimtebehoefte voor deze agrarische
ondernemingen sterk bepaald wordt door de economische
ontwikkelingen in de intensieve veehouderij, de vraag of de
gronden die achter blijven voldoende opbrengen om
investeringen elders mogelijk te maken en uiteindelijk de
beschikbaarheid van voldoende nieuwe locaties Het onderzoek
geeft daarvoor de reconstructiecommissies een handreiking
bij het opstellen van hun plannen.