Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
56

Directie:
voorlichting

05-09-2002

Status:
informatie

Opmars brede scholen zet door

Er komen steeds meer brede scholen. In 2002 werken er 268 gemeenten (53 procent) aan de vorming van brede scholen. In totaal zijn er nu zon 450. Dat is 200 meer dan vorig jaar. De verwachting is dat er in 2010 zon 1000 brede scholen bestaan. Dit zijn enkele conclusies uit het Jaarbericht brede scholen 2002 van Oberon dat minister Van der Hoeven (OCenW) mede namens staatssecretaris Ross-Van Dorp (VWS) vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd

De brede school is een netwerk van voorzieningen in en rond een school met onderwijs, welzijn, sport en zorg rond kinderen, jongeren en gezin. Het doel is de deelname van kinderen aan de samenleving, onderwijs en recreatie te bevorderen, mogelijke achterstanden van kinderen weg te nemen en hun sociale vaardigheden te vergroten. Brede scholen zijn ontstaan uit lokale initiatieven. Die initiatieven spelen in op verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Op sommige plekken zijn brede scholen ontstaan om aan de vraag van werkende ouders naar naschoolse activiteiten te voldoen. Op andere plekken zijn de handen in elkaar geslagen om onderwijsachterstanden aan te pakken. Door het netwerk van voorzieningen rond de school kan de leraar zich richten op zijn kerntaak: verzorgen van onderwijs. Het Rijk steunt de ontwikkeling van brede scholen actief. De ontwikkeling wordt echter niet van bovenaf opgelegd; het blijven lokale initiatieven. Het kabinet heeft in het strategisch akkoord plannen aangekondigd om de autonomie in het onderwijs te versterken, zodat initiatieven als de brede school betere kansen krijgen en kinderen en ouders nog beter op maat kunnen worden bediend.

Gemeenten en instellingen geven aan dat de samenwerking tussen basisscholen, peuterspeelzalen en de kinderopvang het hart vormt van de brede scholen. Welzijnsinstellingen zijn in het merendeel van de gemeenten ook van de partij. In toenemende mate gaan instellingen uit de zorgsector (onder andere Thuiszorg en GGD) deel uitmaken van brede scholen. Van de culturele instellingen is de bibliotheek de meest actieve partner. De deelname van sportverenigingen is nog beperkt. Tot nu toe staan de meeste brede scholen (79 procent) in achterstandswijken in stedelijke gebieden. De overige brede scholen zijn verdeeld over dorpskernen, herstructureringswijken, nieuwbouwwijken en sociaal-economisch sterke wijken. Brede scholen op het platteland zijn in opkomst. Ruim een derde van de brede scholen in voorbereiding zijn gepland in dorpskernen.
Ongeveer de helft van de brede scholen vindt onderdak in een multifunctionele accommodatie en een derde zit in een cluster van voorzieningen op loopafstand. De overige brede scholen zijn gehuisvest in locaties verspreid over de wijk.
Er is een uitstekend draagvlak voor brede scholen, zowel bij colleges van B&W als bij bestuurders en professionals van scholen en instellingen. Het belangrijkste knelpunt voor gemeente en instellingen is het ontbreken van financiële armslag voor de ontwikkeling van brede scholen. Er is onvoldoende budget voor investeringen in nieuwe multifunctionele gebouwen en ook de financiering van coördinatie en beheer van brede scholen vormt een struikelblok.

Andere knelpunten zijn tijdgebrek, verschillen in regelgeving tussen onderwijs, kinderopvang en welzijn en verkokering binnen diverse disciplines.

Bij het bevragen van gemeenten over de ontwikkelingen rond de brede school bleek dat het voortgezet onderwijs onvoldoende aan het licht kwam. Hiernaar wordt nog aanvullend onderzoek verricht. Deze gegevens komen oktober dit jaar beschikbaar.
In november 2002 zal een voortgangsbericht brede scholen aan de Tweede Kamer worden gestuurd. Hierin wordt teruggeblikt op gezette stappen en vooruit gekeken naar nieuwe activiteiten

Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl