Erasmus Universiteit Rotterdam

5 september 2002

Proefschrift 'Loopbanen onder de loep' van Sandra Groeneveld

Stoelendans van medewerkers bij reorganisaties

De plaatsing van het personeel na een reorganisatie blijkt veel weg te hebben van een stoelendans: functiewisselingen vinden veelvuldig plaats, maar niet iedereen weet uiteindelijk een positie in de organisatie te behouden. Om vooruit te komen in de organisatie, moeten werknemers beschikken over goede kwalificaties. Eerder in de organisatie verworven rechten blijven een rol van betekenis spelen en doorkruisen nieuwe regels. Dit stelt Sandra Groeneveld in haar proefschrift Loopbanen onder de loep, waarop zij donderdag 5 september 2002 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

De promovenda verrichtte onderzoek bij een onderneming, opererend in de energie- en telecommunicatiebranche. Zij richtte zich met name op de vraag tot op welke hoogte individuele dan wel structurele factoren van invloed zijn op de positie die werknemers bereiken en de promoties die ze maken.

In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen commerciële bedrijfsonderdelen die in mindere mate onderworpen zijn aan regels over de plaatsing van personeel enerzijds en energiebedrijven, waarbinnen aan dergelijke regels van oudsher een belangrijkere plaats wordt toegekend anderzijds. De eerste worden tot de externe arbeidsmarkt gerekend en de tweede tot de interne arbeidsmarkt van de organisatie. Juist in de energiebedrijven wordt vaker van de regels afgeweken als het oude rechten van werknemers betreft. De commerciële bedrijven hebben ook met deze oude regels veel minder te maken.

De human capitaltheorie verklaart volgens de promovenda de arbeidspositie op de zogenoemde externe arbeidsmarkt het beste. Binnen dit segment verklaren individuele productieve kenmerken het grootste deel van de arbeidspositie. De interne arbeidsmarkttheorie geeft naar het oordeel van Groeneveld de beste resultaten voor de energiebedrijven die tot de interne arbeidsmarkt werden gerekend. Kenmerken van de loopbaangeschiedenis (zoals de eerder bezette functies) spelen binnen dit segment een verhoudingsgewijs belangrijke rol. De beide theoretische invalshoeken vullen elkaar aan, zo wordt geconcludeerd op grond van de analyses op de personeelsdata. Wanneer in plaats van de allocatie op een bepaald moment functie- en inkomensveranderingen in een bepaalde periode worden bestudeerd, zijn de resultaten echter veel lastiger te interpreteren. Eerder verworven rechten van oudere werknemers lijken hier een belangrijke rol te spelen en doorkruisen nieuwe spelregels.

Promotor: prof.dr. J. Veenman, Arbeidsmarkt en maatschappelijke ongelijkheid

Noot voor de pers
Promotie: donderdag 5 september
Plaats: Woudestein, Senaatszaal
Info: bij de promovenda, tel. (010) 408 8669
e-mail: sgroeneveld@few.eur.nl

INLINE] INLINE]