Ministerie van Justitie
Evaluatierapport Justitie in de Buurt aangeboden aan minister Donner
4 september 2002
Vandaag heeft minister Donner van Justitie het wetenschappelijk
evaluatieonderzoek Met Recht Lokaal over Justitie in de Buurt in de
praktijk in ontvangst genomen uit handen van de heer Van der Vijver
van het Instituut voor Maatschappelijke Veiligheidsvraagstukken
(IPIT).
Justitie in de buurt (Jib) is zes jaar geleden gestart. Inmiddels zijn
er in het gehele land ongeveer 30 van deze kantoren. Justitie in de
buurt levert een actieve bijdrage aan het lokale veiligheidsbeleid
door snel, probleemgericht en in samenwerking met anderen te
interveniëren in probleemsituaties.
Het onderzoek naar Jib is gedaan door het IPIT van de universiteit
Twente. Intomart heeft een bevolkingsonderzoek gedaan in acht buurten
waar Jibs zijn, te weten: Maastricht, Amsterdam de Pijp, Amsterdam
Overtoomse Veld, Rotterdam Feijenoord/Charlois, Enschede-West,
Heerlen-Heerlerheide Groningen en Haarlem.
Uit het onderzoek komt naar voren hoe Justitie in de Buurt in de
praktijk gestalte krijgt rond drie centrale functies, namelijk de
afhandeling van zaken, de ontwikkeling van een meer probleemgerichte
aanpak en de aansluiting van Justitie bij het lokaal
veiligheidsbeleid.
De aanwezigheid van Justitie in de onderzochte buurten vormt voor
bewoners een belangrijk signaal dat de overheid hen niet in de steek
laat. Er lijkt van de aanwezigheid van een Jib in de buurt een
symbolische werking uit te gaan. De meerwaarde van Justitie in de
Buurt ligt in het realiseren van een meer probleemgerichte, meer
flexibele en snellere reactie op problemen op het gebied van
onveiligheid. Justitie in de Buurt ontleent haar betekenis in
belangrijke mate aan de hechte en intensieve samenwerking tussen
uiteenlopende partijen rond concrete problemen en zaken.
In combinatie met de vaak kleinere schaal waarop wordt geopereerd, is
men beter in staat sneller te reageren en reacties te differentiëren,
af te stemmen op individuele omstandigheden. Daarmee kunnen de nadelen
van massaproductie worden vermeden. Kenmerkend voor de werkwijze van
de Jibs is dat zij vaak proberen tot een buitengerechtelijke reactie
te komen, als alternatief voor of als aanvulling op de gebruikelijke
strafrechtelijke aanpak. De positie van het slachtoffer vormt daarbij
een belangrijk aandachtspunt. Doordat de coördinatie van de Jibs bij
het Openbaar Ministerie ligt is de sturing van andere organisaties,
vooral van de politie, beter mogelijk. Kernelement in de
probleemgerichte werkwijze is dat zij plaatsvindt tegen de achtergrond
van de mogelijke inzet van dwang. Deze stok achter de deur leidt ertoe
dat vrijblijvendheid van hulpverlening kan worden teruggedrongen. Over
het geheel genomen zijn externe partijen positief over de samenwerking
rond Jib en de coördinatie vanuit het Openbaar Ministerie. Toch treden
er soms belemmeringen op in de samenwerking. Deze kunnen zich uiten in
gebrekkige participatie van deelnemers, een afwachtende houding, het
niet-nakomen van afspraken of het onvoldoende op de hoogte zijn van
elkaars bijdrage. Factoren als verschillen in visie, verschillen in
werkwijze of het niet op elkaar aansluiten van werkgebieden of
informatiesystemen spelen hierbij een rol.
De minister heeft aangegeven eind van dit jaar een standpunt over
Justitie in de Buurt aan de Tweede Kamer te zenden.
Bron: Directie Voorlichting