Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

MIN BZ: ADVIESR.INTERNAT. VRAAGSTUKKEN ADVIESRAAD INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN

Onderwerp: Persbericht


Datum: 2 september 2002

EMBARGO TOT WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2002, 14.00 uur

Twijfel over Nederlandse deelname aan Amerikaanse raketschild, AIV: 'eerst in de NAVO bespreken'.

De dreiging waarop het Amerikaanse streven naar een raketschild is gebaseerd, is een mogelijk toekomstbeeld. Een aanval met een massavernietigingswapen kan reeds nu al doeltreffend zijn met technisch simpele en toegankelijke overbrengingsmiddelen, bijvoorbeeld zeecontainers. Daar heeft de aanvaller geen raketten voor nodig. Daarnaast kan raketverdediging op de langere termijn negatieve gevolgen hebben voor de strategische stabiliteit en een nieuwe wapenwedloop op gang brengen. Het raketschild en zijn verschillende onderdelen zij momenteel overigens niet verder gevorderd dan de tekentafel. Volgens de AIV dient raketverdediging momenteel geen hoge prioriteit te krijgen.

Dit zegt de Adviesraad Internationale Vraagstukken in het advies De Amerikaanse plannen voor raketverdediging nader bekeken - voors en tegens van bouwen aan onkwetsbaarheid.

Ontwikkeling van een raketverdedigingssysteem dat het gehele grondgebied van de VS, NAVO-bondgenoten en overige bevriende naties moet kunnen beschermen tegen raketaanvallen is één van de speerpunten van het beleid van de regering-Bush jr. Nog niet alle vrienden en bondgenoten zijn overtuigd van de noodzaak van zo'n systeem - hoewel vele van hen in geografische zin dichter bij de door de Amerikanen gesignaleerde dreiging gelegen zijn. De discussie over de noodzaak en architectuur van een dergelijk systeem moet in de NAVO nog worden gevoerd.

Bij de Amerikaanse analyse van de dreiging zijn kanttekeningen te plaatsen. De dreiging waartegen het raketschild moet beschermen is een toekomstbeeld dat ver weg ligt. Er zijn bovendien veel simpeler overbrengingsmiddelen voor massavernietigingswapens beschikbaar dan raketten, zoals onbemande vliegtuigjes of zeecontainers. Deze zijn precies en effectief en raketverdediging biedt hiertegen geen oplossing.

Sinds juli 2002 benaderen de Amerikanen hun bondgenoten met voorstellen voor bilaterale samenwerking voor de ontwikkeling van een wereldwijd raketschild. En sommige bondgenoten zeggen al vormen van samenwerking toe. Polen heeft recentelijk gesteld dat het graag de voor het systeem benodigde radar op zijn grondgebied wil plaatsen. De AIV vindt het belangrijk dat eerst een NAVO-brede consensus ontstaat over de aard van de dreiging die uitgaat van raketproliferatie en over de maatregelen die daartegen geboden zijn. De AIV advies stelt in zijn advies, dat die vragen eerst in bondgenootschappelijk kader moeten worden beantwoord, en wel in de NAVO-Rusland-Raad. Nauwe betrokkenheid van Rusland, dat geografisch gezien vergelijkbare belangen heeft met Europa, is bij een dergelijke discussie een Europees belang. Bovendien biedt het een gelegenheid bij uitstek om zinvolle invulling te geven aan de nieuwe relatie tussen de NAVO en Rusland. Mocht in de NAVO-Rusland-Raad worden besloten dat de dreiging zodanig is dat raketverdediging voor het NAVO-grondgebied noodzakelijk is, dan moeten Europese landen op hun toekomstige defensiebegroting ruimte maken voor de ontwikkeling ervan. Europese landen hebben op hun huidige begrotingen nauwelijks financiële ruimte vanwege de lopende aanpassingen van de conventionele militaire capaciteiten aan de nieuwe strategische situatie.

In de NAVO bestaat overigens wel al overeenstemming over de noodzaak van zogenoemde TMD systemen - dat zijn verdedigingssystemen die uitgezonden eenheden kunnen beschermen tegen elke vorm van luchtdreiging inclusief (ballistische ) raketten van de korte afstand. Ook Nederland is als een van de NAVO bondgenoten actief op dit gebied (Patriot onderscheppingssysteem, de opvolger Pac III en een marine-studie naar raketverdediging vanaf schepen). Het betreft bescherming tegen korte afstandraketten en de dreiging die hieraan ten grondslag ligt is reeël. Toch worden in het advies enige kanttekeningen geplaatst bij de voortrekkersrol die Nederland zich destijds op dit gebied heeft aangemeten. En nu dient de vervolgvraag zich aan: gaat Nederland mee naar de volgende fase op het gebied van raketverdediging, van TMD naar BMD? Het Advies stelt dat dit alleen zinvol is op basis van een bondgenootschappelijke dreigingsanalyse en daarop gebaseerde operationele conclusies, die tot op heden ontbreken.

In de discussie in NAVO-verband over BMD, maar ook bij beantwoording van de vraag of Nederland in enigerlei vorm gaat meedoen aan de ontwikkeling van het systeem, dient aandacht te worden besteed aan de gevolgen die raketverdediging kan hebben voor de strategische verhoudingen en stabiliteit. Raketverdediging kan in sommige opstellingen negatieve gevolgen hebben voor de afschrikking van Rusland en ook China, en zo katalysator zijn van een nieuwe wapenwedloop. Dat mogelijke vooruitzicht baart de AIV zorgen, evenals het feit dat (multilaterale) wapenbeheersing in Amerikaanse beleid geen prioriteit lijkt te krijgen.

Perspresentatie onder leiding van de voorzitter van de werkgroep die het advies heeft voorbereid (lt.gen. b.d. G.J.Folmer) vindt plaats op

woensdag 4 september 14.00 -15.00 uur in

Perscentrum Nieuwspoort (Frits van der Poelzaal).

Lange Poten 10, Den Haag

|||

Ministerie van Buitenlandse Zaken