IP/02/1267
Brussel, 4 September 2002
Commissie verwijst onderzoek inzake overname van Hollandsche Beton
Groep door Koninklijke BAM NBM naar Nederlandse Mededingingsautoriteit
De Europese Commissie heeft de beoogde overname van de Nederlandse
bouwmaatschappij Hollandsche Beton Groep N.V. (HBG) door concurrent
Koninklijke BAM NBM N.V. (BAM) naar de Nederlandse
Mededingingsautoriteit verwezen, opdat het effect van de transactie op
de mededinging in de Nederlandse bouw- en asfaltmarkten nader kan
worden onderzocht.
Door de transactie gaan twee van de zes grootste bouwbedrijven in
Nederland samen. BAM is één van de grootste bouwbedrijven in de
Benelux, actief in ontwikkeling, bouw en onderhoud van huizen en
utiliteitsbouw en de bouw van infrastructuur en na de totstandkoming
van de transactie zal het bedrijf tot de tien grootste bouwbedrijven
van Europa behoren. HBG heeft activiteiten in alle aspecten van de
bouw, in baggeren en in consultancy & engineering in een groot aantal
landen binnen en buiten Europa, met inbegrip van de Verenigde Staten
van Amerika. HBG is een dochtermaatschappij van de Spaanse onderneming
Grupo Dragados S.A. die voornemens is al zijn aandelen in HBG aan BAM
over te dragen. BAM heeft deze transactie aangemeld bij de Commissie
in het kader van Verordening (EEG) 4064/89.
Verzoek om verwijzing
Op 12 augustus 2002 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
de Commissie verzocht om verwijzing van de aangemelde concentratie
voor wat betreft het gedeelte van de transactie dat betrekking heeft
op Nederland, ingevolge artikel 9 van de Verordening. Volgens de NMa
dreigt de voorgenomen concentratie een machtspositie te creëren of te
versterken op een aantal markten in de bouwsector en op een aantal
markten voor de productie van asfalt in Nederland. Artikel 9 staat een
verwijzing toe wanneer door een fusie een machtspositie dreigt te
ontstaan of te worden versterkt als gevolg waarvan de daadwerkelijke
mededinging op een afzonderlijke markt binnen een Lidstaat aanzienlijk
zou worden belemmerd.
De bevindingen van de Commissie op grond van het onderzoek in de
eerste fase zijn dat een dergelijke dreiging inderdaad zou kunnen
bestaan voorzover dit een mogelijke markt voor grote bouwprojecten
betreft, waarop zowel BAM als HBG met name een sterke positie hebben,
alsmede op verscheidene regionale asfaltmarkten.
De Commissie is van oordeel dat de NMa gelet op de eerdere ervaring
met het onderzoeken van concentraties in de Nederlandse bouwsector en
de bij deze instantie aanwezige marktkennis het meest geschikt is om
het effect van deze transactie op de mededinging in de Nederlandse
bouw- en asfaltmarkten te beoordelen.
Geen mededingingsproblemen in België
Het eerste fase onderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat, met
uitzondering van die aspecten van de transactie welke naar de NMa zijn
verwezen, de transactie geen aanleiding geeft tot
mededingingsproblemen. Dit geldt met name voor de Belgische
bouwsector, waarin partijen eveneens beide activiteiten ontplooien.