Masterplan herontwikkeling Brink in voorbereiding
04-09-2002
Het plan voor de herontwikkeling van de Brink het zogenaamde
Masterplan komt er aan. Het college maakte eind vorige week de
uitgangspunten van het plan bekend. Het is de bedoeling dat het
bestemmingsplan voor de zomer van 2003 ter visie ligt. Een
offertevoorstel voor het Masterplan wordt deze maand behandeld in de
gemeenteraad.
Om een stap te kunnen doen naar het Masterplan Brink, waarmee de
plannen rond de Brink concreet hun uitwerking krijgen, was het
noodzakelijk om eerst duidelijkheid over de visie en de grenzen voor
herinrichting te krijgen. De stuurgroep Brink heeft in tien
beslispunten daarover een advies uitgebracht dat wordt meegenomen in
het voorstel Naar een Masterplan herontwikkeling Brink.
De tien beslispunten die in het Masterplan Brink worden meegenomen
zijn:
1. Vaststellen dat de discussie voorbij het punt van niks doen is, dat
wil zeggen: meer willen dan alleen het vullen van het gat van
Lettenmeijer;
2. Uitspreken dat niets doen aan het verkeer over de Brink geen optie
meer is;
3. Uitspreken dat een badkuip-variant geen realistisch alternatief is
(badkuip-variant: het doorgaande verkeer door middel van een by-pass
achterlangs het gat van Lettenmeijer laten lopen, met het opschuiven
van nieuw te realiseren bebouwing richting de Brink);
4. Onderschrijven dat de BRO (adviesbureau ruimtelijke ordening,
economie en milieu) aangegeven nieuwe hoofdverkeersstructuur
verkeerskundig en ruimtelijk mogelijk en verantwoord is, maar op een
reeks van punten wel nader moet worden uitgewerkt;
5. Uit te spreken dat een definitieve keuze voor autovrij of
verkeersluw in het op te stellen Masterplan voor de herontwikkeling
van de Brink aan de orde komt;
6. Vaststellen dat we het parkeren op de Brink willen aanpakken en
zowel in model A als C in
beginsel goede mogelijkheden zien voor ondergronds parkeren;
7. Komen tot een beginseluitspraak over de financiering van
ondergronds parkeren, dat wil zeggen: uit gemeentelijke reserves dan
wel uit aanvullende kostendragers of een mix daarvan.
8. Indien gekozen wordt voor het zoeken naar aanvullende
kostendragers, in beginsel uit te spreken dat dan de aangeduide
bouwlocaties 2 t/m 5 (gemeentegronden op de Brink, Oranjepark en
Pekingpark) nadere uitwerking gaan krijgen en betrokken zullen worden
bij de ontwikkelingsstrategie voor een totale herontwikkeling van de
Brink.
9. Voorts een (voorlopige) indicatieve uitspraak te doen over de vraag
hoe er gedacht wordt over de toekomstige exploitatie (publiek/privaat)
van een ondergrondse parkeergarage, alsmede hieraan gekoppeld hoe er
gedacht wordt over de invoering van betaald parkeren in het centrum,
waarna indicatieve uitspraken vervolgens meegenomen worden in de
opstelling van het Masterplan.
10. Uit te spreken dat een mogelijke verplaatsing van De Speeldoos
naar de Brink om financiële redenen niet realistisch is en derhalve nu
uit de programma-discussie over de herontwikkeling van de Brink wordt
gehaald. Wel wordt parallel aan de opstelling van een Masterplan voor
de Brink, een apart traject over de toekomst van De Speeldoos
uitgezet.