European Commission

IP/02/1261

Brussel, 3 september, 2002

Commissie stroomlijnt coördinatie van economische en werkgelegenheidspolitiek van de EU

Met het oog op een meer coherente en doelmatige beleidsvorming heeft de Commissie besloten de jaarlijkse coördinatiecyclus van het economisch en het werkgelegenheidsbeleid te stroomlijnen. De Commissie zal de beleidscoördinatie richten op de middellange en lange termijn, overeenkomstig de strategie van Lissabon en in Göteburg vervolledigt, en zich concentreren op de beleidsuitvoering en concrete resultaten. Verslagen met een evaluatie van de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB), de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) en de interne-marktstrategie (IMS) zullen in januari op hetzelfde ogenblik worden ingediend. In april, na de Europese Raad van het voorjaar, zal de Commissie richtsnoeren geven voor het economisch en het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. De synchronisatie van deze processen zal de beleidscoördinatie op alle fronten versterken om het economisch groeipotentieel van de EU te verhogen en te streven naar volledige werkgelegenheid tegen het jaar 2010. De stroomlijning zal onmiddellijk beginnen om de Europese Raad van het voorjaar van 2003 voor te bereiden, waardoor tijdig en geloofwaardig gevolg wordt gegeven aan het verzoek van de Europese Raad van Barcelona.

"Beleidscoördinatie die goed functioneert is de sleutel voor een krachtige economische groei en banenschepping", verklaarden Pedro Solbes en Anna Diamantopoulou, Commissie-leden voor Economische en financiële zaken en voor Werkgelegenheid en sociale zaken. Door deze verbeteringen zal het beleid meer op de middellange termijn worden gericht en zal voorrang worden gegeven aan de effectieve uitvoering van het beleid en dus aan concrete resultaten voor de Europese burger wat betreft banen en welvaart. Grotere doorzichtigheid, betere beleidscoherentie en sterkere betrokkenheid van alle belanghebbenden zijn bevorderlijk voor het bereiken van de ambitieuze economische doelstellingen die in Lissabon overeen zijn gekomen. De EU heeft zich immers tot doel gesteld de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie in de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.

Achtergrond

De EU heeft een algemeen coördinatiekader ontwikkeld, dat bestaat uit de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB) en de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) met haar werkgelegenheidsrichtsnoeren en -aanbevelingen. De verschillende timing van de jaarlijkse cyclus van deze processen en de nieuwe elementen die in de loop van de jaren ad hoc zijn toegevoegd, hebben het coördinatiekader ingewikkeld gemaakt. De Europese Raad van Barcelona heeft om verbeteringen gevraagd. Deze zijn thans door de Commissie voorgesteld.

De Commissie heeft uiteengezet in hoe de beleidscoördinatiecyclus beter kan worden gestroomlijnd. Zij zal nagaan hoe ook andere processen naar dit model kunnen worden gestroomlijnd, met name het open coördinatieproces op het gebied van de sociale bescherming, dat betrekking heeft op sociale insluiting en pensioenen.

De voornaamste veranderingen die de Commissie voorstelt zijn:

Een beter en duidelijker gearticuleerde beleidscoördinatiecyclus

De Commissie zal de bestaande coördinatieprocessen organiseren rond een aantal basiskenmerken, om de coördinatiecyclus doorzichtiger en begrijpelijker te maken en aldus zijn zichtbaarheid en impact te vergroten. De voornaamste bouwstenen zijn:
Uitvoeringspakket (januari)
De Commissie zal de conclusies van haar onderzoek van de uitvoering van het beleid presenteren in de vorm van een uitvoeringspakket, samen met en ter ondersteuning van haar voorjaarsverslag voor de Europese Raad van het voorjaar over economische en sociale zaken. Het uitvoeringspakket, bestaande uit het verslag over de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, het gezamenlijk werkgelegenheidsverslag en het verslag over de uitvoering van de interne-marktstrategie, zal een gedetailleerde evaluatie van de uitvoering op de verschillende beleidsterreinen bevatten. Het voorjaarsverslag blijft de strategische inbreng van de Commissie voor de Europese Raad van het voorjaar. In dat verslag zal zij de voornaamste vraagstukken blijven belichten en haar strategische beleidsprioriteiten voor de EU uiteenzetten.
Richtsnoerenpakket (april)
Op basis van de algemene beleidsrichtsnoeren die de Europese Raad van het voorjaar geeft, zal de Commissie voorstellen voor verdere actie op de verschillende beleidsterreinen indienen in een richtsnoerenpakket, bestaande uit de GREB, de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de werkgelegenheidsaanbevelingen. Na verder onderzoek door het Europees Parlement en de bevoegde Raadsformaties zal de Europese Raad van juni conclusies opstellen. De betrokken Raadsformaties zullen de GREB, de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de werkgelegenheidsaanbevelingen aannemen.

Doelmatigheid

De Commissie wil ook de doelmatigheid van de beleidscoördinatie verbeteren. De voornaamste veranderingen zijn:

* Meer nadruk op de middellange termijn bij de bepaling van de beleidsrichtsnoeren - Hierdoor zal het strategische karakter van de GREB en de EWS worden versterkt. Dit is bevorderlijk voor de stabiliteit van de richtsnoeren en zal zorgen voor een doelmatige follow-up.

* Terwijl het richtsnoerenpakket ieder jaar zal worden ingediend, zal ook hier de klemtoon op de middellange termijn worden gelegd. Als regel zullen zij maar om de drie jaar volledig worden herzien. In de tussenliggende jaren moeten de veranderingen beperkt blijven tot hetgeen nodig is in verband met de economische ontwikkelingen en de vorderingen bij de uitvoering. Door de meer strategische klemtoon zullen de zichtbaarheid, de voorspelbaarheid en de impact van de richtsnoeren worden vergroot.

* Verbetering van de beleidscoherentie. De coherentie van het richtsnoerenpakket zal worden verbeterd door duidelijker de inhoud aan te geven die onder de verschillende instrumenten valt. De centrale rol van de GREB voor de economische beleidscoördinatie blijft behouden, alsook de meer specifieke rol van de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor de bepaling van de principes en modaliteiten van de beleidscoördinatie op het gebied van de werkgelegenheid, in volle overeenstemming met de GREB. Tegelijkertijd zal de complementariteit van de instrumenten worden verbeterd en zullen de fundamentele beleidsboodschappen worden versterkt.

De volledige mededeling van de Commissie kan worden geraadpleegd op:

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/structural_poli cies/structuralpolicies_communication03092002_en.htm