Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Politieke Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag


Datum 27 augustus 2002 Behandeld Adriaan Palm
Kenmerk DPZ-166/02 Telefoon +31.(0)70.3485122
Blad /7 Fax +31.(0)70.3484638

Bijlage(n) 1 E-Mail adriaan.palm@minbuza.nl

Betreft Geannoteerde agenda informele Algemene Raad ("Gymnich") d.d. 30-31 augustus 2002
Zeer geachte Voorzitter,

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde agenda van de informele Algemene Raad ("Gymnich") d.d. 30-31 augustus 2002 aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Geannoteerde agenda van de informele Algemene Raad ('Gymnich') op 30 en 31 augustus 2002 te Elsinore (Denemarken)

Op 30 en 31 augustus a.s. vindt de halfjaarlijkse informele Algemene Raad ('Gymnich') plaats in Elsinore, Denemarken. De Deense voorzitter, minister van Buitenlandse Zaken Møller, heeft aangegeven te willen spreken over de volgende onderwerpen. Zoals bekend, dient het Gymnich ter vrije gedachtewisseling tussen ministers en worden geen besluiten genomen.

Ter informatie is de uitnodigingsbrief van mijn Deense collega bijgesloten.

Uitbreiding

Zoals bekend is afronding van de toetredingsonderhandelingen met de meestgevorderde kandidaten de absolute topprioriteit van het Deense voorzitterschap. Het voorzitterschap heeft aangekondigd meer informatie te zullen verstrekken over haar plannen terzake.

De Commissie zal medio oktober haar jaarlijkse voortgangsrapportages per kandidaat uitbrengen. Op basis van deze rapporten en uiteraard het eigen oordeel zullen de lidstaten tijdens de Europese raad in Brussel (24-25 oktober a.s.) moeten beslissen met welke landen de onderhandelingen inderdaad kunnen worden afgerond. Nederland zal hierbij vasthouden aan individuele en scherpe beoordeling van de kandidaten aan de hand van de Kopenhagen-criteria. Voor die kandidaten die nog niet kwalificeren - dat zijn tenminste Bulgarije en Roemenie (en Turkije) - zal een geactualiseerd draaiboek en een herziene en versterkte pretoetredingsstrategie moeten worden overeengekomen.

Het streven is om uiterlijk tijdens de Europese Raad van Kopenhagen (12-13 december a.s.) met de kwalificerende kandidaten de onderhandelingen af te ronden. Het financiële pakket (landbouw, structuurfondsen, begroting) zal daarbij centraal staan. Zoals bekend meent Nederland dat geen uitbreiding van inkomenssteun naar nieuwe lidstaten dient plaats te vinden. Indien dit onontkoombaar zou zijn, versterkt dit de noodzaak van versnelde uitfasering van die steun in de oude lidstaten, waarover besloten zou moeten zijn voordat toetreding van nieuwe lidstaten een feit is.

Turkije heeft met het oog op de politieke Kopenhagen-criteria recent een pakket wetswijzigingen aangenomen, waaronder afschaffing van de doodstraf.

Nederland verwelkomt dit pakket en beschouwt het als een belangrijke stap. In de aanloop naar Kopenhagen dient Turkije te worden aangemoedigd het veranderingsproces met kracht voort te zetten en de hervormingen spoedig te implementeren. Op de vraag of deze hervormingen voldoende zijn om te besluiten tot een nieuwe fase in het toetredingsproces van Turkije houdt Nederland vast aan hetgeen is overeengekomen door de ER in Sevilla, te weten dat ten aanzien van kandidaatstelling van Turkije besluiten genomen zouden kunnen worden in het licht van ontwikkelingen van de situatie in de periode tot aan de ER in Kopenhagen, op basis van het verslag van de Commissie in oktober en overeenkomstig de conclusies van Helsinki en Laken.

Nieuwe Buren/Wider Europe/Rusland

Met de term Wider Europe (Europa in ruimere zin) wordt gedoeld op de betrekkingen van de uitgebreide EU met Belarus, Oekraïne en Moldavië. Naar verwachting wil het voorzitterschap een discussie entameren over de algemene middellange en lange termijnstrategie van de Unie ten opzichte van deze 'nieuwe buren'. Van dit drietal zijn de betrekkingen met Oekraïne het meest intensief. Kiev heeft duidelijke ambities te kennen gegeven voor uiteindelijk lidmaatschap en de Unie heeft, naast een Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst met dit land, ook een Gemeenschappelijke Strategie ten aanzien van Oekraïne, waarin de hoofdlijnen van het externe EU-beleid zijn neergelegd. Ook met Moldavië heeft de Unie een Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst, maar de betrekkingen staan op een duidelijk lager plan dan die met Oekraïne. Met Belarus bestaan geen contractuele betrekkingen en de politieke dialoog met het land wordt bemoeilijkt door het gebrek aan democratisch gehalte en respect voor de mensenrechten. De Europese Commissie heeft aangekondigd in het najaar van 2002 met een Mededeling over Wider Europe te komen, maar deze is nog niet beschikbaar. Mogelijk zal Commissaris Patten hierop in Elsinore vooruitblikken. Ook van Hoge Vertegenwoordiger Solana mag een bijdrage worden verwacht.

Nederland acht een nadere bezinning op de relaties van de Unie met de 'nieuwe buren' op zijn plaats en verwelkomt het voornemen van het voorzitterschap om hier in Elsinore over van gedachten te wisselen. Voor Nederland zijn de belangrijkste uitgangspunten in deze discussie:

Een gemeenschappelijke visie op Wider Europe is nodig, maar met oog voor diversiteit tussen landen.

De bestaande middelen voor samenwerking kunnen beter worden benut dan nu het geval is.

De betrekkingen met deze landen kunnen niet los worden gezien van die met Rusland.

De nuttige rol van andere organisaties (OVSE, Raad van Europa) moet niet worden vergeten.

De bespreking van de betrekkingen van de Unie met Rusland zal naar verwachting in het teken staan van de kwestie Kaliningrad. Hierover lijkt tussen de Russische Federatie en de Unie nog geen oplossing nabij. Wanneer Litouwen en Polen in 2003 vooruitlopend op Schengen-verplichtingen een visumplicht voor Russen gaan invoeren, kunnen die niet meer visumvrij reizen tussen Kaliningrad en de rest van Rusland. De Europese Raad heeft afgelopen juni in Sevilla nog eens benadrukt dat aan het Schengen-acquis niet zal worden getornd. De Russische eis voor visumvrije corridors door Litouwen is onbespreekbaar voor de EU. De Unie is daarentegen zeer wel bereid het visumvereiste op flexibele wijze toe te passen om zoveel mogelijk aan de Russische bezwaren tegemoet te komen: visa kunnen goedkoop, langdurig en voor meerdere reizen geldig zijn. Vereiste is dan wel dat Russen een geldig reisdocument hebben en dat Rusland meewerkt aan het openen van meer consulaten van EU lidstaten in Kaliningrad. De EU ziet het probleem van het personenverkeer in de bredere context van de ontwikkeling van de regio Kaliningrad, waaraan zij een substantiële bijdrage wil leveren. President Poetin speelt de kwestie Kaliningrad hoog op en heeft haar toetssteen voor de betrekkingen met de EU genoemd. De EU en de RF wensen beiden deze kwestie op korte termijn op te lossen, bij voorkeur voor de EU-Rusland Top in Kopenhagen (11 november 2002). Hiertoe zal de Commissie in september met een studie naar de mogelijkheden binnen het Schengen-acquis komen en zullen half september gesprekken plaatsvinden met de Russen.

Nederland steunt de aanpak van de Commissie en heeft in de EU voorstellen gedaan om de flexibiliteit binnen de Schengen-regels uit te werken. Nederland benadrukt het belang van het sluiten van een terugkeer- en overname overeenkomst tussen de EU en Rusland als onderdeel van een oplossing voor de problematiek rond het personenverkeer tussen beide gebieden. Kandidaat-lidstaten, met name Litouwen en Polen, moeten volledig worden betrokken bij de Kaliningrad-discussie.

Midden-Oosten

De Raad zal de toestand in het Midden-Oosten bespreken. In het bijzonder zullen de ministers aandacht besteden aan de overeenkomst tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit inzake de overdracht van bevoegdheden op veiligheidsgebied in de Gaza-strook en in Bethlehem en aan de vooruitgang van de hervorming van de Palestijnse Autoriteit. Daarnaast wordt vooruitgeblikt naar de bijeenkomsten van het Kwartet op 12 en 16 september a.s. en de voorbereidingen daarop.

Sinds kort lijkt sprake te zijn van enige toenadering tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit. Met behulp van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA is op veiligheidsgebied een overeenkomst gesloten tussen beide partijen, het zogenaamde 'Gaza First'-plan. Op maandag 19 augustus jl. is daarop de gedeeltelijke terugtrekking begonnen van Israëlische troepen uit Bethlehem en de Gazastrook. De Palestijnse politie is in deze twee gebieden nu verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid. Als het 'Gaza first'-plan slaagt en geen aanslagen plaatsvinden vanuit de door de Palestijnse politie gecontroleerde gebieden, zou het plan, volgens Israëlisch minister van Defensie Ben Eliezer, kunnen dienen als blauwdruk voor terugtrekking uit andere steden op de Westelijke Jordaanoever. Het is nog onduidelijk of het zwaar gehavende Palestijnse veiligheidsapparaat in staat zal zijn om aanslagen door Hamas en Jihad, die het plan afwijzen, te voorkomen. Israël heeft zich het recht voorbehouden om de maatregelen ongedaan te maken. Onderwijl duurt de afsluiting van de Gazastrook en Bethlehem voort.

Op 12 en 16 september a.s. zal het Kwartet (VS, EU, VN en Rusland) bijeenkomen om de situatie in het Midden Oosten zal bespreken. Belangrijk onderwerpen voor deze besprekingen zijn de veiligheidssituatie en de voortgang van het hervormingsprogramma van de Palestijnse Autoriteit. De Kwartet-bijeenkomst wordt op 22 en 23 augustus 2002 voorbereid door de Task Force on Palestinian Reform, die de hervormingen faciliteert. Op sommige terreinen, zoals financiën, is onverwacht veel bereikt. Voortgang op andere terreinen, zoals de rechterlijke macht, wordt belemmerd door gebrek aan politieke wil en beperkte fysieke bewegingsvrijheid.

Nederland is van mening dat de EU in het Kwartet moet inzetten om in nauwe samenwerking met de VS en de andere Kwartetpartners parallelle vooruitgang op politiek en veiligheidsgebied te realiseren.

Mocht Irak ter sprake komen, dan zal Nederland blijven benadrukken dat de Veiligheidsraad-resoluties inzake de toelating van VN-inspecteurs volledig en onverkort door dat land moeten worden nageleefd.

EU-NAVO relaties

De onderhandelingen tussen Griekenland en Turkije over de EU-NAVO relaties lijken nog muurvast te zitten. HV Solana zal in Elsinore verslag doen van de stand van zaken. Wellicht zal hij met alternatieven voor een permanente EU-NAVO regeling komen (bijvoorbeeld een ad hoc regeling) om de overname van NAVO-operatie Fox in Macedonië mogelijk te maken. Nederland heeft tot nu toe voorstellen voor een ad-hoc regeling beslist afgewezen, omdat hiermee de druk wegvalt om EU-NAVO permanent te regelen; van uitstel komt dan gemakkelijk afstel. Nederland houdt daarom vast aan de criteria voor overname van Fox door de EU, zoals vastgelegd in de voorzitterschapsconclusies van de Europese Raden in Barcelona en Sevilla. Dat betekent dat de permanente regelingen tussen de EU en de NAVO moeten zijn voltooid voordat van overname door de EU sprake kan zijn.

India-Pakistan

Er is nog altijd sprake van een zeer gespannen sfeer in de relatie tussen beide India en Pakistan. Wel is de situatie in vergelijking met enige weken geleden inmiddels iets is gedeëscaleerd, mede dankzij bezoeken van verschillende ministers en van HV Solana aan beide regionale grootmachten. Ministers zullen spreken over de bezoeken die zij aan de regio hebben gebracht en daarbij ingaan op een mogelijke verdere bijdrage van de Unie aan de stabilisering van de veiligheidssituatie.

Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling (WSSD)

De Raad zal eventueel kort nog openstaande punten bespreken met betrekking tot de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling die van 26 augustus tot 4 september a.s. in Johannesburg zal plaatsvinden. Op dit moment resteren nog knelpunten op zes onderdelen:

de Rio principes;

financiën en middelenaanvulling voor de Global Environmental Facility;

globalisering en handel;

goed bestuur, mensenrechten en arbeidsnormen;

tijdsgebonden doelstellingen/programma's;

technologieoverdracht.

Overstromingen in Midden Europa

In Elsinore zal eveneens worden gesproken over de voorstellen voor Europese maatregelen in reactie op de watersnood in Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Slowakije, zoals verwoord in de gezamenlijke brief van de Duitse en Oostenrijkse bondskanseliers Schröder en Schüssel en Commissievoorzitter Prodi. Nederland steunt de gedachte om creatief gebruik te maken van bestaande voorzieningen zoals de structuurfondsen en de middelen voor plattelandsontwikkeling en pre-accessie. Nederland staat ook positief tegenover maatregelen in het kader van de EIB. Verwacht wordt dat van de kant van het Voorzitterschap en de Commissie nadere toelichting wordt verschaft bij de voorstellen, waarbij Nederland zich constructief zal opstellen. Ten aanzien van de eventuele inzet van de flexibiliteitsreserve voor 2003 heeft Nederland gewezen op de noodzaak, hiermee voorzichtig om te springen. Veel ruimte is er immers niet.

Ook over het voorstel een EU-Rampenfonds op te richten zullen Voorzitterschap en Commissie in Elsinore naar verwachting met meer informatie komen. Nederland is terughoudend ten aanzien van dit idee omdat er nogal wat fundamentele haken en ogen zitten aan de financiering en de uitvoering van een dergelijk fonds. Het lijkt daarom verstandig, nadere invulling van het voorstel af te wachten alvorens een eerste oordeel te geven. Verder zou het goed zijn om ook de mening van de EcoFin ministers te peilen, die op 6 en 7 september a.s. informeel bijeenkomen in Nyborg. Het staat buiten kijf dat de EU moet kunnen inspelen op rampen zoals de watersnood in centraal-Europa, maar met de bestaande voorzieningen lijkt de Unie daartoe zeer wel in staat.

Internationaal Strafhof

In aanvulling op hetgeen is genoemd in de uitnodigingsbrief van mijn Deense collega zal op verzoek van onder meer Nederland ook gesproken worden over het Internationale Strafhof (ICC) en de voorstellen van de Verenigde Staten tot het afsluiten van bilaterale overeenkomsten ter vrijwaring van zijn onderdanen van overdracht aan het ICC. Nederland streeft naar nauwe afstemming met onze EU-partners en nauwe betrokkenheid van de kandidaat lidstaten. De Nederlandse inzet daarbij is het behoud van de effectiviteit van het ICC en de integriteit van het Statuut, zoals ook opgenomen in het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie dat in juni jl. is vastgesteld, en geen escalatie van het meningsverschil met VS.

Dear Colleague,

As we approach the informal meeting of the Ministers for Foreign Affairs 30-31 August 2002 in Elsinore I would like to share with you my ideas for our discussions.

Following the model of our meeting in Caceres in February this year, we should limit the number of items in order to allow for thorough discussions
- as is indeed the original idea of these meetings. I propose that we concentrate on Enlargement and the Middle East.

The enlargement of the EU and its consequences will be our subject over lunch and during the afternoon session 30 August. Our discussion should focus on the timetable agreed upon in Seville. I will provide more detailed information on the concrete steps foreseen in this process, which should lead to the successful conclusion of accession negotiations with the first candidate countries at the European Council in Copenhagen. An important element in this process will be to reach common positions on the outstanding issues (budget, agriculture and institutions).

We need to discuss how the European Council in Copenhagen can provide Bulgaria and Romania with a strengthened perspective for membership. In light of recent events in Turkey, a debate on the relations between Turkey and the EU will be relevant. We will also briefly discuss the upcoming parliamentary elections in Slovakia.

Another important aspect of the Enlargement is our relations with the new eastern neighbours of an enlarged Union - Ukraine, Moldova and Belarus. We must make sure that the benefits of enlargement do not stop

at the new EU-border. We should discuss how to establish a policy towards these three countries taking due account of the need to treat each of them individually. As their eastern neighbour Russia has an important role to play, which illustrates how enlargement will add new dimensions to our relations with Russia. The Council Secretariat and the Commission will provide us with a background paper on our new neighbours.

The Middle East will be the main item for the morning session 31 August. Although the situation on the ground remains extremely difficult we have over the past weeks been able to register some progress on matters such as security and the reform issue. This provides a small glimmer of hope. The Quartet is meeting again in New York in September and it would be useful to take stock of the situation and reflect on what input the EU could provide. At the New York meeting I believe that the EU should emphasise the need for a political perspective to complement the current reform efforts. In this context we should try to push for further concretisation and fleshing out of the three-year vision for Palestinian independence contained in President Bush's speech. In preparing for the Quartet meeting we need to have a discussion among ourselves on the outline of a possible road map. It might also be useful to reflect on the overall perspectives of the region, including Iraq.

As usual we can touch briefly on a few other current issues. At our last Council meeting 22 July, the High Representative was mandated to continue work on the EU-NATO relationship. He has promised to present us with ideas on how to solve the problem in a wider context. We might also reflect on the India-Pakistan situation. The impressions of those of you who have recently travelled in the region will be valuable to our evaluation of the situation. We should also touch upon any outstanding issues regarding the World Summit for Sustainable Development in Johannesburg. Finally, a discussion on the flooding in Central Europe would be timely.

Looking forward to welcoming you to Elsinore I remain,

Yours sincerely,

Per Stig Møller


Kenmerk DPZ-166/02

Blad /1

===