Algemene Onderwijsbond


* Onderwijsraad: Leraren meer weken laten maken tegen werkdruk Onderwijsraad: Leraren meer weken laten maken tegen werkdruk Aob: werkdrukmaatregel Onderwijsraad is naïef
Meer weken in touw zijn om de werkdruk over het jaar beter te spreiden. Dit ,,onorthodoxe'' middel is het overwegen waard om de werkdruk in het onderwijs te bestrijden, stelt de Onderwijsraad in een donderdag verschenen advies.

AOb-voorzitter Walter Dresscher noemt de oplossing 'naïef'. Volgens de raad is de hoge werkdruk in het onderwijs eerder toe te schrijven aan wat men ervaart dan aan het aantal gemaakte uren. Die liggen nauwelijks hoger dan formeel is vastgelegd. Dat de leraren vaak een benauwd gevoel bekruipt, komt vooral doordat hun werk wegens de schoolvakanties onevenredig over het jaar is gespreid, aldus de raad. "Positief dat de Onderwijsraad het belang van personeelsbeleid bij het bestrijden van de werkdruk benadrukt. Het is echter naïef om te denken dat werkdruk verminderd kan worden door de werktijden uit te smeren over vakantieperioden. Werkdruk hangt direct samen met het lesgeven aan leerlingen en de aanwezigheid van de leerlingen. Reglementen schrijven voor dat een proefwerk in een week moet worden nagekeken. Ouders willen praten over resultaten en vorderingen van hun kind, tijdens schooltijden en niet in de schoolvakantie. Ik denk niet dat het een maatschappelijk haalbare optie is om hier spreiding in aan te brengen."

Nu doen leraren hun werk in 40 à 41 weken. Een arbeidsjaar van 45 à 47 weken conform andere sectoren is echter het overwegen waard, zo staat in het advies.
In tegenstelling tot leraren, hebben schoolleiders wel te maken met zowel overwerk als met hoog ervaren werkdruk. Gemiddeld werken ze ongeveer tien uur langer dan de officiële 38 tot 39 uur per week.

Het advies is als PDF-document te downloaden op de site van de Onderwijsraad.

Utrecht 29 augustus

is gepraat over het grootste probleem in het onderwijs en de oplossingen daarvan: het lerarentekort. Dat zegt Walter Dresscher, voorzitter van de AOb in een reactie op het strategisch akkoord dat CDA, LPF en VVD zijn overeengekomen. Uit het hele document blijkt dat de nieuwe coalitie veel verwacht van onderwijs als het gaat om sociale cohesie en het jeugdbeleid. Maar die verwachting valt niet waar te maken als het onderwijs de mensen niet heeft om het werk dat er nu al ligt goed uit te voeren. Dat heeft toch iets weg van een koning die het volk morgen gratis taart belooft, maar niet voldoende bakkers heeft aangesteld om die belofte waar te maken.
in achterstandswijken meergaan betalen is onvoldoende om het grote en algemene tekort aan goed opgeleide leraren op te lossen. Dresscher signaleert dat op zich veel jongeren best geïnteresseerd zijn in een baan als leraar, maar dat veel starters in het onderwijs na een paar jaar gedesillusioneerd afhaken. Dat heeft te maken met de combinatie van salaris, werkdruk en secundaire arbeidsvoorwaarden. Een mix die voor het onderwijs niet goed uitpakt in vergelijking tot andere beroepen waar hoger opgeleiden werken. Desondanks investeert het nieuwe kabinet maar mondjesmaat in onderwijs en pas in de latere jaren. Terwijl uit de laatste cijfers van het ministerie blijkt dat het aantal onvervulde vacatures steeds sneller toeneemt. De AOb maakt zich verder zorgen over een aantal andere punten in het regeerakkoord: het schrappen van de ID-banen (Melkertbanen) veroorzaakt enorme hun vak voorspiegelden waar nu opeens een einde aan wordt gemaakt.