Onderwijsraad
KENMERK
P E R S B E R I C H T
20020235/542
DATUM 29 augustus 2002
Werkdruk vereist integrale aanpak met onorthodoxe middelen
Nassaulaan 6
De aanpak van werkdruk in het onderwijs vraagt om een samenhan- 2514 JS DEN HAAG
gend pakket aan maatregelen. Daarbij moet het debat over de inzet TELEFOON 070 310 00 00
van tot op heden onconventionele middelen niet worden geschuwd. FAX 070 356 14 74
Eén voorbeeld: nu verrichten leraren vanwege schoolvakanties hun E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL
werk in 40 à 41 weken. Een arbeidsjaar van 45 à 47 weken conform WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL
andere sectoren is het overwegen waard. Dat stelt de Onderwijsraad
in zijn advies Toerusten = uitrusten. Werk en werkende in het on-
derwijs.
De raad heeft op verzoek van de minister van Onderwijs de oorzaken van en
oplossingen voor werkdruk in kaart gebracht. De nadruk ligt daarbij op on-
derwijssectoren die in een aantal recente werkdrukonderzoeken centraal
staan: het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de bve-sector.
Oorzaken van werkdruk
Oorzaken van werkdruk zijn te scharen onder drie clusters: kenmerken van
het werk, kenmerken van de werkende en externe factoren waaronder maat-
schappelijke veranderingen en onderwijsbeleid. Het ervaren van werkdruk is
altijd een combinatie van kenmerken van het werk en de belastbaarheid van
een werkende.
Werkdruk in het onderwijs is grotendeels toe te schrijven aan ervaren ofwel
subjectieve werkdruk. Leraren werken op jaarbasis nauwelijks meer uren dan
ze formeel zouden moeten. De werkdrukte valt mee, maar de ervaren werk-
druk is hoog. De als hoog ervaren werkdruk is voor een belangrijk deel te
wijten aan het feit dat het werk van leraren onevenredig over het jaar is ge-
spreid. In een relatief korte periode van 40 à 41 weken moet het werk gedaan
worden. Bovendien is er sprake van duidelijke piekbelasting: bij de start en
afronding van het schooljaar, toetsen en rapporten.
In tegenstelling tot leraren, hebben schoolleiders te maken met zowel werk-
drukte (overwerken) als hoge ervaren werkdruk. Gemiddeld komen schoollei-
ders qua feitelijke werktijd ongeveer tien uur hoger uit dan de formele 38 à
39 uur per week.
Bij onderwijsondersteunend personeel is eerder sprake van onderbenutting
dan van overbelasting. De geringe uitdaging in het werk en de beperkte mo-
gelijkheden tot zelfontplooiing zijn obstakels die een belastend effect tot
gevolg kunnen hebben.
KENMERK
20020235/542
Pagina 2
Oplossingen voor werkdruk
Voor de aanpak van werkdruk is een integraal pakket oplossingen gericht op
het werk, de werkende en externe factoren (met name onderwijsbeleid) no-
dig. De raad ziet onder meer heil in de introductie van een teamontwikke-
lingsplan. Groepen leraren en onderwijsondersteunend personeel kunnen aan
de hand van een door henzelf ontwikkeld plan, voorzien van een bijbehorend
budget, een impuls geven aan hun eigen professionaliteit en vernieuwingen
binnen de school. Zo kunnen leraren de handen ineenslaan om het gebruik
van ict op een hoger plan te brengen. Het eigen budget kunnen ze aanwen-
den voor scholing of interne dan wel externe ondersteuning. Het werken in
teamverband bevordert leren-van-elkaar, onderwijsontwikkeling binnen de
school, kortere communicatielijnen en brede professionaliteit waarbij leraren
en onderwijsondersteunend personeel functioneren als lid van een schoolor-
ganisatie als geheel.
Naast geijkte middelen als verdere invoering van taak- en functiedifferentia-
tie, wil de raad een discussie over onconventionele instrumenten aanzwenge-
len. Tot deze instrumenten behoort flexibilisering van arbeidsduurverkorting
(ADV). Werknemers moeten zelf kunnen kiezen of ze meer of minder willen
werken, of ze ADV willen opbouwen, of ze ADV in tijd of geld uitgekeerd
willen krijgen, enzovoort. Ook het harmoniseren van werk- en lesperiodes
met wat in andere sectoren van de arbeidsmarkt gebruikelijk is, moet be-
spreekbaar worden. Dat betekent dat een arbeidsjaar voor een werknemer in
het onderwijs niet meer 40 à 41 weken beslaat, maar 45 à 47 weken. Tot slot
zouden leraren die met achterstands- en risicoleerlingen werken in aanmer-
king moeten komen voor een `zwaar-werktoeslag'.