CBS
Gematigde consumptiegroei eerste halfjaar
In de eerste helft van 2002 is het volume van de binnenlandse individuele consumptie 1,7 procent groter dan in dezelfde periode van vorig jaar. De consumptiegroei is gematigd, maar stabiel. De stijging in het tweede kwartaal is vrijwel gelijk aan die in het eerste kwartaal, zo blijkt uit cijfers van het CBS. De voor prijsverandering gecorrigeerde bestedingen aan goederen zijn in het eerste halfjaar 1,2 procent hoger dan in de eerste helft van 2001. De volumegroei van de bestedingen aan diensten bedraagt 2,0 procent.
Lagere volumegroei bij duurzame goederen
In het eerste halfjaar ligt het volume van de bestedingen aan duurzame goederen 0,8 procent boven het niveau van dezelfde periode in 2001. Het groeicijfer over het tweede kwartaal (0,3 procent) is duidelijk achtergebleven bij dat van het eerste kwartaal (1,4 procent). Hierbij moet opgemerkt worden dat de groei in het eerste kwartaal enigszins geflatteerd is omdat het niveau van de bestedingen aan vervoermiddelen begin vorig jaar relatief laag was. Eind 2000 heeft een aantal consumenten de aankoopplannen voor bijvoorbeeld een nieuwe auto versneld uitgevoerd om de BTW-verhoging per 1 januari 2001 voor te zijn. Dit had zijn weerslag op de bestedingen in de eerste maanden van 2001. Met uitzondering van consumentenelektronica en vervoermiddelen is in de eerste helft van 2002 aan alle artikelgroepen minder besteed dan in het eerste halfjaar van 2001. Zo is het volume van de bestedingen bij lederwaren, schoenen, woninginrichting en huishoudelijke artikelen in deze periode vier à vijf procent lager uitgekomen. Aan kleding en textiel is, voor prijsverandering gecorrigeerd, bijna één procent minder uitgegeven.
De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen kennen in het eerste halfjaar een gematigde toename. Hier is het volume 0,8 procent groter dan in dezelfde periode vorig jaar.
Bestedingen aan diensten stabiel
De volumegroei van de bestedingen aan diensten in het eerste halfjaar van 2002 is 2,0 procent. De sterkste groei heeft zich in deze periode voorgedaan bij de uitgaven aan medische diensten en welzijnszorg en aan vervoer en communicatie. Aan horecadiensten heeft de consument in de eerste helft van 2002 juist minder besteed.
Consumptie in juni 0,9 procent hoger
In juni 2002 is het volume van de binnenlandse individuele consumptie 0,9 procent groter dan in dezelfde maand een jaar eerder. Dit bescheiden groeicijfer is echter beïnvloed door de minder gunstige samenstelling van de koopdagen vergeleken met juni vorig jaar. Juni telde dit jaar namelijk een vrijdag minder en een zondag meer. Bovendien viel Pinksteren dit jaar al in mei en vorig jaar in juni. Dit laatste stimuleerde de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen in mei, maar heeft zijn keerzijde in juni. Bij deze consumptiecategorie is het volume in juni dan ook 3,7 procent kleiner dan in dezelfde maand vorig jaar. In mei was de groei relatief hoog: 5,6 procent. Het volume van de uitgaven aan duurzame goederen ligt 0,4 procent boven het niveau van juni 2001; aan diensten is deze maand 1,6 procent meer besteed dan een jaar eerder.
Technische toelichting
De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2001 aandeel 12%), duurzame goederen (18%), overige goederen (12%) en diensten (58%).
De groeicijfers zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar. De ontwikkelingen (volumemutaties) zijn voor prijsveranderingen gecorrigeerd. Weersomstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen van invloed zijn op de uitkomsten van de maandcijfers. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een maandag of dinsdag. Voor deze effecten is niet gecorrigeerd.
Deze macro-economische consumptiecijfers sluiten nog aan op de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2000 en de bijbehorende Kwartaalrekeningen. De aanpassing van de maand- en kwartaalcijfers aan de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2001 vindt in de nazomer plaats.
De uitkomsten voldoen aan de internationale richtlijnen voor het samenstellen van Nationale rekeningen (ESR'95). Het persbericht beschrijft de ontwikkeling van de binnenlandse werkelijke individuele consumptie. Dit begrip omvat alle bestedingen die rechtstreeks ten goede komen aan individuele consumenten, ongeacht of deze daarvoor zelf betalen of dat de overheid of een derde (b.v. een verzekeraar) dit doet. Het gaat om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen.
Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-177
29 augustus 2002
9.30 uur