Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)


Brief van het LOCOV (Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer)

Aan: Nederlandse Spoorwegen
ir. A. Meerstadt MBA
Postbus 2025
3500 HA Utrecht
Datum: 22 augustus 2002
Onderwerp: Advies tariefwijzigingen per 1 januari 2003

Geachte heer Meerstadt,

NS zal de tarieven per 1 januari 2003 wijzigen. Het voornemen is om de tarieven generiek te verhogen met 9,8 %. Naast deze generieke verhoging heeft NS het voornemen om de prijs van de Voordeel-urenkaart te verhogen van 45 euro naar 49 euro, en de eerste klas factor te verhogen van 1,55 naar 1,6. NS is van plan om de prijs van de Railrunner, Zomertoer, overgang 2e naar 1e klas bij een vrije reisdag voor senioren, dagkaart fiets en dagkaart hond ongewijzigd te laten.

Over deze voorgenomen tariefwijzigingen heeft u bij brief van 28 juni 2002 de consumentenorganisaties in het Locov om advies gevraagd. De adviesaanvraag is besproken in de vergadering van het Locov van 4 juli jl. Vervolgens heeft u nadere informatie verstrekt bij brief van 22 juli 2002.

Het advies van de consumentenorganisaties verenigd in het Locov:

De consumentenorganisaties wijzen een generieke verhoging van 9,8% pertinent af.

De consumentenorganisaties adviseren om de tarieven te verhogen met maximaal de consumentenprijsindex voor 2003, zijnde 2,75% volgens de huidige ramingen. De consumentenorganisaties adviseren voorts om een meerjarenbeleid ten aanzien van de tariefwijzigingen op te stellen.

De consumentenorganisaties hebben enig begrip voor uw voorstellen ten aanzien van de Voordeel-urenkaart en de factor 1e klas, zij het niet in combinatie met het voorgestelde percentage voor de generieke prijsverhoging.

In 2002 heeft NS de tarieven niet verhoogd op advies van de consumentenorganisaties, vanwege de slechte kwaliteit van het treinvervoer. De kwaliteit van het treinvervoer is de afgelopen maanden licht gestegen. Deze lichte kwaliteitstoename staat echter in geen verhouding tot de voorgestelde tariefstijging van 9,8% !

NS wil de in 2002 niet benutte ruimte voor tariefverhoging alsnog toepassen voor 2003, plus een verhoging voor het jaar 2003 zelf doorvoeren. Daarmee komt NS in totaal op het percentage van 9,8.

Een dergelijke handelswijze is in strijd met de afspraken tussen NS en de consumentenorganisaties en wordt door de consumentenorganisaties bovendien in strijd geacht met het (verlengde) Overgangscontract II Staat-NS.

De consumentenorganisaties begrijpen dat de financiële positie van NS noopt tot het treffen van maatregelen. Zij vinden het echter niet terecht dat de financiële problemen voor een substantieel deel op de reiziger worden afgewenteld door het doorvoeren van een forse tariefstijging in één keer.

Toelichting bij het advies:

Afspraken

De door NS voorgestelde tariefverhoging is in strijd met de afspraken die NS met de consumentenorganisaties heeft gemaakt.

In het besluit van NS over de tariefaanpassingen voor 2002 (brief van 24 augustus 2001) staat vermeld dat NS de tarieven voor 2002 niet verhoogt. In het overleg dat NS hierover met de consumentenorganisaties heeft gevoerd, heeft NS aangegeven te beseffen welke effecten dit op de eigen financiële positie zou hebben en voorts in 2003 geen inhaalslag te zullen maken. Geconstateerd wordt dat NS het voornemen heeft om de tariefverhoging die in 2002 achterwege is gebleven, alsnog door te voeren. Daarmee komt NS terug op eerdere afspraken met de consumentenorganisaties. De consumentenorganisaties vinden dit niet correct en zijn hier fel op tegen. Het roept ook de vraag op wat de waarde is van de afspraken die met NS worden gemaakt.

Contract met de Staat

De door NS voorgestelde tariefverhoging achten de consumentenorganisaties in strijd met het (verlengde) Overgangscontract II Staat-NS. In dit contract is bepaald dat de maximale tariefstijging per jaar de consumentenprijsindex (cpi) van het betreffende jaar verhoogd met 2% mag bedragen.

NS heeft het voornemen om de tariefruimte voor 2002 op te tellen bij de tariefruimte voor 2003, door om 23:55 uur op 31 december 2002 de ruimte voor 2002 te benutten en om 00:05 uur op 1 januari 2003 die voor 2003 te benutten. NS handelt daarmee volgens de consumentenorganisaties onoirbaar en in strijd met het Overgangscontract.

Financiële positie NS

De consumentenorganisaties begrijpen dat de financiële positie van NS noopt tot het treffen van maatregelen. De financiële problemen zouden echter niet voor zo'n groot deel (31% in het totaal) op reizigers afgewenteld moeten worden. Het is niet terecht dat zij opdraaien voor de gevolgen van de wijze van bedrijfsvoering in de jaren negentig en de daardoor ontstane financiële situatie. In de jaren negentig heeft NS bewust gekozen voor beperkte investeringen in materieel, personeel, onderhoud en een (te) laag niveau van afschrijvingen, met als neveneffect dat de bedrijfsresultaten gunstig werden beïnvloed. Nu geld nodig is voor een inhaalslag in deze middelen, is het niet redelijk om de reiziger daar direct en disproportioneel mee te belasten.

In uw adviesaanvraag geeft u aan waarom de kostenstijgingen waarmee NS wordt geconfronteerd, aanzienlijk zouden uitgaan boven gemiddelde inflatiecijfers. De consumentenorganisaties kunnen die kostenstijgingen en daarmee deze stelling echter moeilijk beoordelen, omdat geen sprake is van een open markt met concurrentie. Zij gaan ervan uit dat de kostenstijgingen mede worden veroorzaakt door de wijze waarop het bedrijf is georganiseerd en wordt aangestuurd. De consumentenorganisaties hebben er dan ook waardering voor dat NS probeert de overheadkosten terug te dringen. Ook is er waardering voor de aanpak van het zwartrijden, om daarmee de opbrengsten te verhogen.

De consumentenorganisaties constateren wel dat de trefkans op een HC in de trein nog ver beneden de 50% ligt. Door die trefkans omhoog te brengen kan het aantal zwartrijders verder worden beperkt en een stroom van naar schatting 36 miljoen euro aan extra inkomsten worden gegenereerd.

NS geeft in de adviesaanvraag aan, dat voor de continuïteit in de bedrijfsvoering een rendement op geïnvesteerd vermogen (ROI) van 10% nodig is. Het hanteren van deze norm vertaalt zich uiteraard ook in de wijze waarop NS naar haar financiële positie kijkt. De consumenten-organisaties zetten vraagtekens bij deze norm gezien het collectieve belang van het treinverkeer en gezien het feit dat de Staat enig aandeelhouder is.

De consumentenorganisaties vinden het principieel onjuist dat NS de gebruiksvergoeding voor het spoor doorberekent in de prijs van het treinkaartje. Op zich is zelfs de vraag te stellen of de in rekening gebrachte vergoeding voor gebruik van de infrastructuur wel in verhouding staat tot de kwaliteit van die infrastructuur.

De ontwikkeling van het aantal reizigerskilometers (rkm) wordt door NS ongunstig ingeschat: 13,7 miljard in 2002 (gelijk aan 2001), dalend naar 13,6 miljard in 2003. De genoemde getallen zijn echter beïnvloedbaar.

Met de komst van nieuw materieel en de ruimere beschikbaarheid van personeel zijn volgens de consumentenorganisaties voldoende voorwaarden aanwezig om nieuwe reizigers te binden. Bij een beperkte prijsverhoging zoals de consumentenorganisaties voorstaan, zal deze gunstige ontwikkeling niet teniet worden gedaan door de vraaguitval die als gevolg van de voorgenomen prijsverhoging wordt geprognosticeerd (volgens schattingen 7% vraaguitval bij 10% prijsverhoging).

Kwaliteitsverbetering

In uw adviesaanvraag geeft u aan dat de dienstverlening inmiddels geleidelijk verbetert. Continuering daarvan noopt tot een tariefaanpassing, zo schrijft u.

De prestaties van NS zijn de afgelopen maanden inderdaad beter dan voorheen. De consumentenorganisaties zijn daarover voorzichtig positief. Zij hebben er begrip voor dat een bepaalde mate van tariefverhoging onontkoombaar is om de kwaliteit van de dienstverlening en de continuïteit van de onderneming NS te waarborgen.

Niettemin vinden de consumentenorganisaties de lichte kwaliteitsverbetering onvoldoende waarneembaar en onvoldoende structureel om een prijsstijging van bijna 10% te rechtvaardigen. De consumentenorganisaties kunnen dit niet aan de reizigers uitleggen.

Maatschappelijke functie trein en ontwikkeling autokosten

Voor reizigers die zijn aangewezen op openbaar vervoer, kan de voorgestelde forse tariefverhoging een belemmering in de mobiliteit met zich meebrengen. Door het doorvoeren van deze orde van tariefsverhoging in één keer wordt er misbruik gemaakt van de exclusieve bevoegdheid voor het onderhouden van treinverkeer op het HRN tegenover deze groep reizigers die geen alternatieven voor handen heeft.

Daarnaast zal een forse tariefaanpassing ertoe leiden dat een deel van de reizigers (definitief) voor de auto gaat kiezen. De totale kosten van een (gemiddelde) personenauto zijn de laatste jaren vrijwel stabiel gebleven. Gezien de plannen van het Kabinet valt te verwachten dat de autokosten zelfs gaan dalen. Wanneer de trein, met zijn matige kwaliteit, nu wellicht ook nog duurder wordt ten opzichte van de auto, prijst de trein zich uit de markt. Vanuit maatschappelijk oogpunt is dit ongewenst.

NS gaat in haar berekeningen uit van een prijselasticiteit van 0,5%. De consumentenorganisaties kunnen zich voorstellen dat deze verhouding nog ongunstiger wordt als het concurrerende vervoermiddel goedkoper wordt.

Tot slot

Vooralsnog hopen de consumentenorganisaties in het Locov dat de NS haar beleid van gematigde tariefstijgingen zal voortzetten. Daarmee is één van de voorwaarden vervuld voor het behoud van het huidige reizigersvolume.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het advies een week nadat het is uitgebracht, openbaar kan worden gemaakt. De consumentenorganisaties vragen u uw besluit aan hen kenbaar te maken, alvorens dit in de publiciteit te brengen.

Met vriendelijke groet,
de consumentenorganisaties in het Locov,
voor deze,

drs. J.A.J. Stam
voorzitter Locov

29 augustus 2002

---