Centrale Raad van Beroep Utrecht
Terugvordering in bezwaar tot een hoger bedrag; geen schending verbod
van reformatio in peius
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 28-08-2002
Van betrokkene wordt een bepaald bedrag teruggevorderd, omdat hij geen
volledige en correcte opgave heeft gedaan van zijn inkomsten uit
arbeid. Bij het besluit op bezwaar wordt een hoger bedrag
teruggevorderd. Wat de hoogte van het terug te vorderen bedrag betreft
overweegt de Raad dat gedaagde op grond van art 81, eerste lid, (oud)
Abw verplicht was om tot terugvordering tot een hoger bedrag over te
gaan, nadat op grond van de eerst in bezwaar door appellant
overgelegde informatie was gebleken dat het bedrag van de ten onrechte
verleende bijstand hoger was dan bij het nemen van het primaire
besluit werd aangenomen. Naar het oordeel van de Raad kan dan ook niet
worden gezegd dat gedaagde door in het besluit op bezwaar op die grond
het bedrag van de terugvordering in voor appellant nadelige zin aan te
passen, het in art 7:11 Awb neergelegde verbod van reformatio in peius
heeft geschonden.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE6822
(Zie het originele bericht)