Staatsbosbeheer

750.000 spreeuwen op een kluitje in het riet, 28 augustus 2002

In deze tijd van het jaar verblijven er gigantische aantallen spreeuwen in Nederland. De jongen zijn uitgevlogen maar veelal nog niet naar het zuiden getrokken; daarnaast komen hier vele spreeuwen uit Midden-Europa om te ruien.

Overdag kom je weliswaar overal groepjes rondscharrelende spreeuwen tegen, maar niets wijst erop dat ze met zo velen zijn. Dat merk je pas als je tijdens de avondschemering in de buurt bent van een van de tientallen spreeuwenslaapplaatsen die Nederland rijk is, zoals bijvoorbeeld in het zuidelijk deel van het Lauwersmeer.

Als je hier ruim voor zonsondergang aan de rand van het uitgestrekte rietmoeras staat heb je goed zicht op een bijzonder natuurspektakel. Van grote afstand zie je kleine en grotere slingers van stipjes op je toe komen vliegen. Wat eerst muggenwolken lijken, blijken uitgestrekte spreeuwenzwermen te zijn. De eerste groep zoekt kieskeurig een veilige plek in het riet uit, waar ze vervolgens kwetterend in gaat zitten. De volgende zwermen zijn minder kritisch en laten zich met veel lawaai pal naast hun soortgenoten in het riet vallen. Er heerst een opgewonden sfeertje. Regelmatig vliegt de hele club omhoog om een kunstzinnig showballet te demonstreren. Het lijkt goed ingestudeerd, elk diertje kent zijn rol. Dan weer zie je stoeiende slingers, dan weer een massieve bal, die spontaan overvloeit in een transparante golf. En als op signaal laten de spreeuwen zich plotseling weer naar beneden vallen, op dezelfde plek waar ze zo even nog zaten.

Spreeuwen zijn gezellige vogels. Dat zie je aan het synchroonvliegen, maar nog meer in hun samenzang voor het slapengaan. Vooral populair als zangpost is een eenzame dode wilg die hoog boven het riet uitsteekt: elke centimeter tak is bezet door spreeuwen. In hun enthousiasme hier zelf een plekje te veroveren schromen vogels niet soortgenoten uit de struik te duwen of er bovenop te ploffen. En maar hard kwetteren. Ondertussen vallen er nog steeds spreeuwenzwermen binnen. Het langsvliegende smelleken weet dat hij met zittende spreeuwen niets kan beginnen. Meer kans maakt dit felle valkje als de zwerm even later weer de lucht in gaat. Maar de spreeuwen - ook niet gek - groeperen zich zo snel tot een compacte bal dat de smelleken niet meer durft aan te vallen. Ook de veel grotere sperwer draait zonder succes zijn rondje. Het is bijna donker en de spreeuwen worden rustiger. Er wordt niet meer gevlogen en ook het gekwetter neemt af. Tijd om te slapen.

S Ochtends vroeg laten de spreeuwen een heel ander maar minstens zo spectaculair gedrag zien. Als je er vroeg genoeg bij bent - het is nog schemerig - zie je alle spreeuwen nog in een grote compacte groep in het riet zitten. Veel geluid laten ze nog niet horen. Ook zie je nog geen vogel vliegen. Totdat plotseling de grijze massa als op commando begint te bewegen. De wijze waarop de spreeuwen de lucht ingaan lijkt nog het meest op de wave in een volgepakt voetbalstadion. Als een zwart gordijn wordt de spreeuwenmassa omhoog getild. Alles gaat omhoog. De vleugels en snavels veroorzaken een geweldig kabaal. De hemel ziet zwart van de vogels. Uit de gigantische vogelwolk ontstaan al snel enkele zwermen die nog heel even boven de slaapplaats draaien. Ineens zie je dat zich 3 langwerpige zwermen gevormd hebben: een vliegt naar het westen, een naar het oosten en de derde naar het zuiden. Al snel vervagen de spreeuwen tot muggen. Wat overblijft is een zurige geur van de vogelpoep en een enkel donsveertje dat uit de lucht dwarrelt. En natuurlijk een onvergetelijke natuurervaring.

Hans van den Bos

augustus 2002

Het spreeuwenballet is nu nog dagelijks rond 20.00 uur en bij zonsopgang 06.00 uur te zien in de Kollummerwaard vlakbij het natuurkampeerterrein De Pomp van Staatsbosbeheer. De Kollummerwaard ligt in het natuurgebied Lauwersmeer van Staatsbosbeheer op de grens van Friesland en Groningen.