Gemeente Breda

28-08-2002

Pension voor zwerfjongeren voor regio's Breda en Bergen op Zoom

Het college van burgemeester en wethouders wil samen met de gemeente Bergen op Zoom een pension voor zwerfjongeren realiseren voor de regio. Breda vindt dat het pension een schakel vormt in de keten van noodzakelijke en wenselijke voorzieningen voor maatschappelijke opvang in de regio. Het pension kan maximaal 20 dakloze jongeren bad, bed, brood en begeleiding bieden. Veel van de jongeren kampen met problemen op het terrein van familie, gezin, financiën, scholing, werk, justitie en gezondheid. De Zuidwester (jeugdhulpverlening) en Maatschappelijke Opvang Breda e.o. krijgen samen de verantwoordelijkheid voor de realisatie en exploitatie van het pension. De gemeente streeft ernaar om het pension uiterlijk in het voorjaar van 2003 te openen.

Al enkele jaren zoeken verschillende partijen in Breda en Bergen op Zoom, waaronder de gemeenten, naar een oplossing voor de zwerfjongerenproblematiek. In september 2001 is een Stuurgroep in het leven geroepen om de realisatie van een pension voor te bereiden. Dit heeft geleid tot de notitie 'Een pension voor zwerfjongeren voor de regios Breda en Bergen op Zoom'. Hierin staan voorstellen voor de inhoudelijke, financiële en organisatorische vorm van het pension. Het college van Breda heeft voor de realisatie van het pension een eenmalige bijdrage van 404.149 euro uitgetrokken en vanaf 2003 een jaarlijkse bijdrage van 193.000 euro. Bergen op Zoom heeft een structurele bijdrage van
100.000 euro toegezegd en een bijdrage in de aanloopkosten. Daarnaast worden bijdragen van de provincie en het zorgkantoor verwacht.

De doelgroep bestaat uit jongeren tussen de 15 en 23 jaar die minimaal drie maanden zonder vaste woon- of verblijfplaats zijn. In de regio's Breda en Bergen op Zoom gaat het dan naar verwachting om 110 tot 150 jongeren. Het pension biedt 'vraaggestuurde' zorg op basis van de motivatie van de jongeren zelf. Daarnaast is er sprake van een ketenaanpak: de zorg begint bij de instroom, wordt voortgezet tijdens het verblijf of de doorstroom tot het moment dat de jongere het pension verlaat. De begeleiding van de zwerfjongeren loopt volgens een individueel hulpverleningsplan dat nauw aansluit bij de belevingswereld en mogelijkheden van de jongere. De reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het individuele hulpverleningsplan. Het verblijf in het pension is zo kort mogelijk, maar altijd lang genoeg om het individuele hulpverleningsplan uit te voeren (gemiddeld een half jaar). De hulpverlening is een succes als de jongere weer zonder hulp of met geaccepteerde hulp van derden zelfstandig verder kan functioneren.

Breda, 28 augustus 2002