Provincie Limburg
GS willen experiment met casemanagers jeugdzorg
Provincie en gemeente Roermond nemen het voortouw
Gedeputeerde Staten en de gemeente Roermond willen dat er binnenkort
een experiment komt met een casemanager in de jeugdzorg. Zo'n
functionaris moet aansturende bevoegdheden krijgen ook naar
instellingen en professionals buiten de jeugdzorg. Dat stellen GS in
een brief naar aanleiding van de brand op 12 juli jongstleden in
Roermond waarbij zes kinderen de dood vonden.
GS hebben reeds eerder aangegeven de aanbevelingen uit het
inspectierapport ter verbetering van kwaliteit, toezicht en handhaving
over te nemen. De gebeurtenissen in Roermond geven GS aanleiding het
huidige beleid te versnellen, te intensiveren en nadrukkelijk de
noodzaak te bepleiten van passende maatregelen en voorzieningen in de
nieuwe Wet op de jeugdzorg. Dit betekent eveneens dat GS op korte
termijn met voorstellen komen om de toezichtactiviteiten van de
Inspectie zuid te kunnen intensiveren. Daardoor kan toetsing vaker dan
nu (één keer in de tien jaar) plaatsvinden.
Met het introduceren van de casemanager in het wetsvoorstel wordt er
een goede stap in de richting gezet. Dit geldt zeker voor situaties
waar kinderen, jongeren en hun ouders een opeenstapeling van problemen
hebben. Op basis van de concept-Wet op de Jeugdzorg is de casemanager
specifiek voor jeugdigen en hun ouders, die een indicatie voor
jeugdzorg hebben. De situatie in Roermond toont aan dat de rol en
positie van de casemanager op twee punten aangescherpt moet worden. De
functie moet eerder dan op dit moment kunnen worden ingezet en de
casemanager dient aansturende bevoegdheden te krijgen, ook naar
instellingen en professionals buiten de jeugdzorg en naar instanties
die materiële ondersteuning bieden. Alleen op die wijze kan de
casemanager optreden als onafhankelijk procesarchitect.
De Provincie neemt met Roermond het voortouw om de positie van de casemanager in een experiment te verbreden en zijn bevoegdheden te versterken. De verbreding richt zich op de inzet van de casemanager op momenten dat de zorg aan kinderen en jongeren en hun ouders daarom vraagt (ook als van een indicatie jeugdzorg nog geen sprake is); met de uitbreiding van bevoegdheden bedoelt de Provincie dat de casemanager aansturend moet kunnen optreden naar álle instanties en professionals die bij de materiële en immateriële hulp en zorg aan de betreffende kinderen, jongeren en hun ouders zijn betrokken. In de discussies over de gebeurtenissen in Roermond is de aangescherpte rol en positie van de casemanager ook wel gezinscoach genoemd.
Dat gebeurtenissen zoals in Roermond overal in Nederland kunnen
plaatsvinden, is voor de staatssecretaris van VWS een signaal om de
concept-Wet op de Jeugdzorg tegen het licht te houden en eventuele
aanpassingen, ook op het terrein van de privacy, voor te stellen.
Daarom willen wij op korte termijn van start gaan met de versterkte
rol van de casemanager.
In het experiment dienen wettelijke belemmeringen, protocollen en
instellingsdenken ondergeschikt te worden gemaakt aan het belang van
het kind. De aanbevelingen die uit het experiment volgen, dienen als
input voor de concept-Wet op de Jeugdzorg.
Het doel van dit experiment is:
* het voorkomen van vrijblijvendheid, waardoor ervoor wordt
zorggedragen dat de leefsituatie van de kinderen en jongeren in
multiproblem gezinnen daadwerkelijk verbeterd wordt en
professionals bereid (qua houding) en in staat zijn (qua
instrumenten) 'door te pakken';
* het verbeteren van de overdracht van taken en informatie tussen de
instanties en professionals die hulp en zorg geven aan kinderen,
jongeren en hun ouders waardoor er geen informatie verloren gaat
en er op basis van volledige en voor iedereen duidelijke dossiers
weloverwogen beslissingen kunnen worden genomen;
* het voorkomen dat een gezin door de bomen het bos niet meer ziet
en geen vertrouwen (meer) in de hulpverlening heeft. Voor de
ouders en kinderen wordt het overzichtelijk wie ze kunnen
aanspreken en waarvoor de hulpverlening dient.
In september wordt het experiment uitgeschreven en spreken de beide betrokken overheden de partijen aan op hun verantwoordelijkheid als ketenpartners. Op een sterke positie van de casemanager heeft de Provincie overigens al jaren aangedrongen. Volgens de Provincie tonen de gebeurtenissen in Roermond óók aan dat meer vasthoudendheid in de hulpverlening is geboden op momenten dat kinderen, jongeren en hun ouders voor zichzelf geen hulpvragen formuleren, terwijl er wel signalen uit de omgeving komen die op problemen wijzen. In het Inspectierapport komt naar voren dat hulpverleners - vanuit de beste bedoelingen - sterk hebben gereageerd op de wil van de ouders om al dan niet hulp te aanvaarden. Dit leidde tot een situatie waarin geen verbetering optrad in de leef- en opvoedingssituatie van de kinderen.
Als vervolg op het Innovatieprogramma Jeugdzorg Limburg is onlangs de
campagne 'Op pad met een andere instelling' gestart. Deze campagne
streeft met nadruk een cultuuromslag bij de uitvoerende medewerkers in
de Limburgse jeugdzorg na. Ook bij Bureau Jeugdzorg Limburg is het van
het allergrootste belang dat deze cultuuromslag verder gestalte
krijgt. Bekend is dat het jaar 2001 voor Bureau Jeugdzorg Limburg
nadrukkelijk een jaar van opbouw en ontwikkeling is geweest, zowel
naar organisatie als naar de inhoud. Gedeputeerde Staten vinden dat in
de komende periode vooral de nadruk moet liggen op een cultuuromslag
bij de medewerkers. De campagne 'Op pad met een andere instelling' en
het in dit kader onlangs breed verspreide magazine 'Helden'
ondersteunt daarbij.
Zo'n cultuuromslag moet terughoudendheid van hulpverleners wegnemen.
Zij moeten in staat worden gesteld om vasthoudend een ingang te vinden
bij kinderen, jongeren en hun ouders die niet om hulp vragen om
vervolgens met daadkracht aan de slag te gaan. Dit betekent minder
bureaucratie en een herwaardering van het belang van de individuele
professionele hulpverlener. Zo kunnen hulpverleners weer hulp bieden
'met een menselijke maat' en hun werkzaamheden uitvoeren met grote
'drive' en betrokkenheid.
28-8-2002 10:07