Provincie Utrecht

Persbericht

Provincie geeft Amersfoort aanwijzing voor baggerbergingslocatie

27-8-2002
De gemeente Amersfoort moet meewerken om de baggerbergingslocatie Zevenhuizen te realiseren. Omdat Amersfoort daartoe niet meer bereid is, besloten gedeputeerde staten van de provincie Utrecht om gebruik te maken van de aanwijzingsbevoegdheid die de wet op de ruimtelijke ordening biedt. Het geven van een aanwijzing komt niet vaak voor, en er is dan ook een lange voorgeschiedenis aan vooraf gegaan.

Veiligheid centraal
Er is een groot probleem met de bagger, overal in Nederland overigens. Rivieren en andere wateren moeten voldoende water kunnen bergen en afvoeren, maar daarvoor moet er wel regelmatig gebaggerd worden. Het niet tijdig baggeren brengt veiligheidsrisico's met zich mee: overstromingen zijn de laatste jaren steeds weer en steeds meer aan de orde. Het verwerken van bagger is in verband met de vervuiling aan strenge milieuregels gebonden. Waar mogelijk wordt bagger hergebruikt, al dan niet na reiniging. Maar de hergebruiksmogelijkheden zijn daarvoor nog erg beperkt. Zo ontstaat er een steeds groter overschot aan baggerspecie. De verschillende overheden zijn al zo'n tien jaar bezig om een oplossing te vinden, want veiligheid moet centraal staan.

Stortlocatie nodig
Utrecht heeft 20 m3 miljoen bagger. Daarvan is een deel matig tot zwaar verontreinigd. Er is in de provincie Utrecht capaciteit nodig voor totaal 7 miljoen m3 van deze verontreinigde baggerspecie. Met de locatie Zevenhuizen worden daarvan 3 miljoen m3 ogelost, voor 4 miljoen m3 moet nog een andere oplossing gevonden worden. De waterschappen hebben dringend behoefte aan stortcapaciteit. Als bijvoorbeeld de Vecht conform de planning binnenkort gesaneerd gaat worden, dan moet er ruimte voor het bergen van de bagger zijn. De provincie acht de problematiek dan ook urgent en spoedeisend.

Lange voorgeschiedenis
In 1993 is de provincie al begonnen met het proces om tot de keuze van één of meer baggerbergingslocaties te komen. Uiteindelijk is in het Baggerbergingsplan 1997-2001 gekozen voor een combinatie van twee stortplaatsen, waarbij de locatie Zevenhuizen in Amersfoort werd aangewezen voor tenminste 2 miljoen m3 stort en 1 miljoen m3 voor na reiniging bruikbaar materiaal. Vervolgens sloot de gemeente Amersfoort in 1999 met instemming van de raad een overeenkomst met BV Smink Afvalverwerking voor de exploitatie van een dergelijke stortlocatie. In juli 2001 concludeerde ook het college van Amersfoort nog dat een baggerberging noodzakelijk is en dat Zevenhuizen daarvoor een geschikte locatie was. Daartoe dienen er nog planologische maatregelen genomen te worden: het bestemmingsplan moet worden gewijzigd. Normaal is dat een gemeentelijke taak. De gemeente Amersfoort blijkt echter anno 2002 verre van gelukkig met het daadwerkelijk realiseren van deze stortlocatie. Omdat de locatie dichtbij de nieuwbouwwijk Vathorst ligt, ontwikkelt men er liever aanvullende woningbouwplannen. Provincie en gemeente hebben dan ook nog gezamenlijk een onderzoek uitgevoerd om te bezien of er geen alternatieve stort- en verwerkingsmogelijkheden voor de baggerspecie zijn. Dat bleek niet het geval. B& W van Amersfoort hebben vervolgens in opdracht van de gemeenteraad nog een dergelijk onderzoek laten doen. Dit laatste onderzoek dateert van mei 2002. De conclusie was dat er slechts voor ca 0,4 0,5 miljoen m3 sprake is van een zekere alternatieve oplossing. Gedeputeerde staten hebben begin juni dan ook aangekondigd door te gaan met de voorbereidingen en procedures voor de baggerberging Zevenhuizen. Maar daarnaast blijft de provincie samen met anderen onverminderd zoeken naar alternatieve verwerkingsmogelijkheden. Er is in mei 2002nogeens nadrukkelijk met elkaar vastgesteld dat er sprake is van een tweesporenbeleid, waarbij beide sporen naast elkaar gevolgd worden. De inmiddels door Amersfoort gesuggereerde alternatieven zijn naar het oordeel van Gedeputeerde Staten helaas niet realistisch. GS houden daarom vast aan dit tweesporenbeleid.

Bestemmingsplan
Om de baggerstortlocatie daadwerkelijk te kunnen realiseren, is nu dus een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Daarvoor is medewerking aan de gemeente gevraagd. Het bestuur van Amersfoort is echter van mening dat er voldoende alternatieven voor het storten van bagger voorhanden zijn en dat er in Amersfoort onvoldoende politiek-bestuurlijk draagvlak is om dergelijke medewerking te verlenen. De provincie heeft, conform de daarvoor geldende procedures, ook aan de gemeenteraad van Amersfoort op 4 juni gevraagd mee te werken aan een bestemmingsplanwijziging. Daarbij is al aangekondigd dat er gelet op de kennelijke weigering van de gemeente Amersfoort om het bestemmingsplan aan te passen, een aanwijzingsprocedure gestart zou worden.

Besluit
Het college van gedeputeerde staten had in de planning voorzien dat een eventueel aanwijzingsbesluit genomen kon worden in de GS-vergadering van vandaag, 27 augustus 2002. De Provinciale Planologische Commissie bracht op 14 augustus jl advies uit. Op uitnodiging van de provincie heeft gisteren overleg plaatsgevonden met de gemeenteraad. Omdat daar geen nieuwe zienswijzen naar voren zijn gebracht hebben gedeputeerde staten nu besloten Amersfoort een bindende aanwijzing te geven.Het gaat om een groot maatschappelijk belang aldus gedeputeerde mw. Mr. J.G.J.Kamp.Wij begrijpen ook wel dat er weerstand is tegen een dergelijke voorziening, waar die ook zou komen. Het not in my backyard-denken moet echter wijken voor het algemene belang, zeker als er zo lang en zorgvuldig gezocht is naar de beste oplossing en naar allerlei alternatieven.

Meer informatie: Marjolein Copier, telefoon 030-258 24 60 of Marjolein.Copier@provincie-utrecht.nl