European Commission
IP/02/1241
Brussel, 27 augustus 2002
Commissie keurt fusie Ernst & Young, Andersen Germany en Menold &
Aulinger goed
De Europese Commissie heeft toestemming verleend voor de geplande
fusie van de Duitse entiteiten van Ernst & Young, het grootste deel
van de activiteiten van Andersen Germany en het Duitse
advocatenkantoor Menold & Aulinger. De Commissie onderzocht de
gevolgen van de fusie, met name voor grote beursgenoteerde
ondernemingen, die meestal een van de "Big Five" kiezen als
accountantskantoor. Zij kwam tot de conclusie dat de fusie op deze
markt geen mededingingsbezwaren opriep, gezien de sterke positie van
de marktleiders KPMG en PwC.
Op 23 juli 2002 verzochten Ernst & Young, Andersen Germany en Menold &
Aulinger de Europese Commissie om toestemming voor hun fusie. In deze
fusieoperatie zullen de partners van Andersen Germany aansluiten bij
Ernst & Young en zullen de activiteiten van Andersen in Duitsland
geleast worden aan Ernst & Young. De fusieonderneming zal verregaand
integreren met de juridische afdeling van Andersen Germany, die
terzelfder tijd samengevoegd zal worden met het thans onafhankelijke
Duitse advocatenkantoor Menold & Aulinger. De afdeling business
consulting van Andersen Germany is niet bij deze operatie betrokken.
Voor deze operatie onderzocht de Commissie de impact van de overname
in Duitsland, met name wat betreft de markt voor accountantscontrole
en boekhouding van grote beursgenoteerde ondernemingen, die meestal
een beroep doen op de Big Five. Naast Ernst & Young en Andersen
omvatten die Big Five voorts PriceWaterhouseCoopers (PwC), KPMG en
Deloitte Touche Tohmatsu.
De Commissie bevestigde dat er geen gevaar bestond dat één enkele
machtspositie zou gaan ontstaan omdat Ernst & Young en Andersen samen
slechts de derde speler zullen zijn op de Duitse markt voor grote en
beursgenoteerde ondernemingen - ver na de marktleiders KPMG en PwC,
met Deloitte & Touche als de kleinste speler.
Daarnaast onderzocht de Commissie echter ook inhoeverre deze
inkrimping van het aantal grote accountantskantoren tot vier, een
reden tot bezorgdheid was. Ook bij haar eerdere beschikking van juli
2002 in verband met de overname van Andersen UK door Deloitte & Touche
had zij een dergelijk onderzoek gevoerd naar de mogelijkheid dat een
collectieve machtspositie zou ontstaan of worden versterkt.
Vergelijkbare bezwaren werden ook al in 1998 onderzocht in verband met
de fusie tussen Price Waterhouse en Coopers & Lybrand, toen er nog zes
grote kantoren waren.
Een zorgvuldig onderzoek heeft aangetoond dat, ook al vermindert het
aantal spelers van vijf tot vier, de structuur die de operatie op de
Duitse markt doet ontstaan, niet de kans biedt voor heimelijke
afspraken waarbij ook de fusieonderneming betrokken zou worden. De
reden daarvoor is de asymmetrie tussen de marktpartijen: KPMG en PwC
blijven ook na de fusie duidelijk de grootste kantoren op de Duitse
markt, terwijl de fusieonderneming hen op een zekere afstand volgt.
Daarom ziet de Commissie geen gevaar dat door de transactie een
collectieve machtspositie zou gaan ontstaan.
Op grond van deze analyse kwam de Commissie tot de bevinding dat er
geen redenen waren om een diepgaand onderzoek in te stellen, en gaf
zij haar toestemming voor deze operatie.
Achtergrondinformatie
De Duitse activiteiten van Ernst & Young maken deel uit van het
wereldwijde Ernst & Young netwerk van accountantskantoren en zakelijke
dienstverleners, met meer dan 83 000 medewerkers in 125 landen.
Andersen Germany was actief als lid van het internationale netwerk van
Andersen Worldwide. Tot voor kort hadden de bij Andersen Worldwide
aangesloten kantoren over de hele wereld samen zo'n 85 000 medewerkers
in dienst, in 84 landen. Menold & Aulinger is een Duits
advocatenkantoor dat gespecialiseerd is in bedrijfsrecht.
Deze fusie moet gezien worden tegen de achtergrond van het uiteenvallen van Andersen Worldwide na het faillissement van Enron en de schade die Andersen US daardoor opliep, omdat zij de rekeningen van de onderneming controleerde. Vervolgens werd Andersen US veroordeeld voor het hinderen van de rechtsgang bij een onderzoek van de VS-overheid naar de ineenstorting van Enron. In de nabije toekomst zal zij het kantoor zijn activiteiten stopzetten op het gebied van de audit van de boeken van Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen.
Als gevolg van dit alles zijn nationale kantoren die deel uitmaakten van het wereldwijde Andersen-netwerk, ofwel al aangesloten bij of hebben zij aangekondigd zich te zullen aansluiten bij de resterende Big Four, op nationale basis. In de Europese Unie kreeg de operatie waarbij Deloitte & Touche zeggenschap verwierf over de activiteiten van Andersen UK, in juli 2002 al de goedkeuring van de Commissie. De fusie tussen Anderse France en Ernst & Young wordt momenteel nog door de Commissie onderzocht. Andere operaties in de Europese Unie waarbij nationale bij Andersen aangesloten kantoren betrokken zijn, worden door de nationale mededingingsautoriteiten onderzocht.