Nationale Ombudsman


Justitie volgt aanbeveling Nationale ombudsman op over 1F-zaken

Op 22 april 2002 heeft de Nationale ombudsman een rapport uitgebracht over een onderzoek uit eigen beweging naar de behandelingsduur van asielaanvragen in zogeheten artikel 1F-zaken. Op basis van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag kunnen mensen die ernstige misdrijven of mensenrechten- schendingen hebben gepleegd in hun land van herkomst, worden uitgesloten van de bescherming van dat verdrag en kan hen de toegang tot Nederland worden geweigerd. In dit rapport heeft de Nationale ombudsman de Staatssecretaris van Justitie de aanbeveling gedaan om een plan van aanpak op te stellen om 1F-zaken tijdig te kunnen behandelen en de achterstanden binnen een jaar weg te werken. Daarbij heeft hij als speciale aandachtspunten meegegeven: de planning van het nader gehoor en de registratie van ouderdom van zaken.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie reageerde op 31 juli 2002 op de aanbeveling met de mededeling dat hij gevolg zal geven aan deze aanbeveling. Hij liet weten dat gewerkt wordt aan de invulling van het plan van aanpak, en dat inmiddels een reeks concrete maatregelen in gang is gezet.

Zo is per 1 juli 2002, drie maanden eerder dan gepland, de tweede
1F-unit in de regionale directie Zuid-West van de IND van start gegaan; nieuwe medewerkers worden momenteel opgeleid en verwacht wordt dat de unit per 1 januari 2003 volledig operationeel zal zijn. Verder is een beslisondersteunend systeem inmiddels in gebruik genomen (zie rapport; p. 28, 35 en 36). Daarnaast wordt er gewerkt aan aanpassing van het automatiseringssysteem INDIS om te kunnen zorgdragen voor een betere registratie van de ouderdom en doorlooptijden van de zaken. Ook zouden in de maand juli 2002 tussenberichten worden gestuurd in alle zaken die thans in behandeling zijn, en worden er meer medewerkers ingezet op het horen van zaken waar mogelijk 1F-aspecten spelen.

De Minister streeft ernaar in april 2003 een situatie hebben bereikt waarin de achterstanden zijn ingelopen en op alle 1F-aanvragen binnen de wettelijke termijn wordt beslist. De Minister merkte op mede afhankelijk te zijn van ketenpartners, waar het de beschikking over bruikbare landeninformatie betreft; voor de verwerving van dergelijke informatie zijn een reeks acties in gang gezet. De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie liet tenslotte weten dat het plan van aanpak naar verwachting in oktober 2002 gereed zal zijn, en zal dit de Nationale ombudsman doen toekomen.