Openbaar Ministerie
Arnhem, 30 juli 2002 Verwijzing Hoge Raad moord/doodslag op Tj. van W. te Groningen
Het Gerechtshof te Arnhem behandelt op 6 augustus a.s. te 14.00 uur de strafzaak in hoger beroep tegen de 47-jarige H.H. De strafzaak werd door de Hoge Raad verwezen naar het Arnhemse hof. H. wordt er van verdacht samen met mededader D. de V. op 16 oktober 1999 Tj. van W. in diens woning te Groningen op gruwelijke wijze te hebben doodgestoken.
H. en De V. hadden die dag onder invloed van alcohol en waarschijnlijk
ook cocaïne al diverse mensen in Groningen en omgeving lastig gevallen
en bedreigd en een aantal vernielingen hadden gepleegd. Om de politie
te ontlopen belden ze bij een willekeurige woning aan. Het slachtoffer
Van W. werd na het openen van de deur door De V. gedwongen naar boven
te gaan en daar met een groot aantal messteken om het leven gebracht.
Verdachte H. stak Van W. later eveneens met het mes. Tj. van W.
overleed aan zijn verwondingen. De 2 verdachten vluchtten met de auto
van Van W. en werden aangehouden nadat ze daarmee tegen een
verkeersbord reden.
De rechtbank te Groningen veroordeelde H. ter zake van het medeplegen
van doodslag tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 jaar. H.
ging daartegen in hoger beroep. Het gerechtshof te Leeuwarden sprak H.
echter op 25 januari 2001 vrij. Het hof meende dat voor
bewezenverklaring van medeplegen van moord of doodslag van belang was,
dat met een voldoende mate van zekerheid kan worden aangenomen dat het
slachtoffer nog leefde toen H. stak.
De advocaat-generaal te Leeuwarden stelde tegen die uitspraak beroep
in cassatie in. De Hoge Raad vernietigde op 28 mei jl. het arrest van
het hof Leeuwarden en verwees de zaak naar het Arnhemse hof. De Hoge
Raad oordeelde - kort gezegd - dat het hof Leeuwarden een te beperkte
uitleg aan het juridische begrip medeplegen gaf. Het hof Arnhem zal de
zaak opnieuw moeten berechten en afdoen.
Mededader De V. werd voor zijn aandeel door de rechtbank te Groningen
op 6 november 2000 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf van 14 jaar en TBS. Die uitspraak is inmiddels
onherroepelijk.
Inmiddels heeft het gerechtshof een uitspraak gedaan in deze zaak:
Het hof heeft in de zaak tegen H. H. de verdachte veroordeeld t.z.v.
medeplegen van doodslag en een gevangenisstraf opgelegd van 12 jaar.
H. was door het hof Leeuwarden vrijgesproken en op het cassatieberoep
van de AG Leeuwarden heeft het hof verwezen naar Arnhem. Het hof heeft
tevens de gevangenneming bevolen.