Ingezonden persbericht

Den Haag, 20 augustus 2002

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister voor de Volksgezondheid, Welzijn en Sport


1.


Hebt u kennis genomen van het aantal slachtoffers dat afgelopen weekend als gevolg van verdrinking is omgekomen?


2.


Om hoeveel verdrinkingen en bijna verdrinkingen gaat het per jaar? Om welke leeftijden gaat het? Wat is de grootste risicogroep? Klopt het dat de migrantengroepen wereldwijd de grootste groep zijn? Geldt dit ook voor Nederland en om hoeveel migranten gaat het?

In het geval er geen gegevens hierover bekend zijn, bent u bereid hiernaar onderzoek te laten doen?


3.

Kunt u aangeven onder welke omstandigheden (zwembaden, thuis, sloten, zee, enz.) verdrinking en bijna verdrinking plaatsvindt en in welke mate?


4.

Bent u op de hoogte van de conclusies en aanbevelingen van het Wereld Congres over Verdrinking dat in juni jl., in Amsterdam heeft plaatsgevonden? Zo ja, wat gaat u met deze aanbevelingen en conclusies doen?


5.

Bent u het met de stelling eens dat verdrinking en bijna verdrinking voor 80% vermijdbaar zijn? Welke maatregelen gaat u nemen om dit te realiseren?


6.

Bent u het eens met de stelling dat specifiek beleid noodzakelijk is voor risicogroepen? Zo ja, wat gaat u hieraan doen en op welke termijn?


7.

Bent u bereid actief een voorlichtingscampagne te starten gericht op de verschillende leeftijdsrisicogroepen, zoals jongeren en ouders? Zo ja, bent u bereid hier op zeer korte termijn mee te starten?


8.

Ziet u in het kader van preventie hier een taak voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar, waar, voor de jonge leeftijdscategorie kinderen, ouders voorgelicht en gewezen worden op de risico's van verdrinking?


9.

Acht u het noodzakelijk om maatregelen te nemen om een aantal hulpverleners (toezichthouders, zweminstructeurs, conciërges, enz.) die betrokken zijn bij het water, te verplichten om een EHBO-cursus te laten volgen? Zo ja, welke concrete maatregelen gaat u nemen om dit te realiseren?


10.

Klopt het dat er minder deskundige centra aanwezig zijn voor behandeling van bijna verdrinking? Acht de minister het noodzakelijk dat een aantal centra aangewezen dient te worden, waar expertise en deskunidgheid aanwezig is? Bent u bereid ten behoeve van versterking van kennis en deskundigheid een landelijke task-force van specialisten in te stellen die zich hierover buigt en richtlijnen en consensus ontwikkelt over de behandeling en die deze kennis verspreidt?