De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2002/2820
datum
21-08-2002
onderwerp
Kamervragen Atsma en Schreijer-Pierik(CDA). Besteding middelen voor
plattelandsontwikkeling
TRC 2002/6889
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op 9 augustus jl. ontving ik vragen van de leden Atsma en Schreijer-Pierik (beiden CDA) over de besteding van middelen voor plattelandsontwikkeling. Op deze vragen kan ik u als volgt antwoorden.
datum
21-08-2002
kenmerk
DL. 2002/2820
bijlage
1.
Ja.
2.
De gelden voor plattelandsontwikkeling worden besteed op basis van het
door de Europese Commissie in september 2000 goedgekeurde (en in 2001
gewijzigde) Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (POP). De door
Nederland geselecteerde projecten passen binnen de criteria van de
Europese Kaderverordening Plattelandsontwikkeling (1257/1999).
Er is geen aanwijzing dat betalingen in het kader van het POP door
erkende betaalorganen onrechtmatig zijn verricht.
3.
Er zijn geen signalen dat de Europese Commissie overweegt gelden terug
te vorderen. Een eerste oriënterend controlebezoek van de Europese
Commissie (EOGFL) in maart 2001 heeft geresulteerd in een beperkt
aantal, ondergeschikte punten van kritiek.
4.
Naar mijn mening neemt Nederland helemaal geen achterstandspositie in
voor wat betreft de prestaties op het gebied van het
plattelandsbeleid. Op 27 maart jl. heb ik de Kamer in een
voortgangsrapportage laten zien dat Nederland in 2001 nagenoeg het
gehele budget in het kader van het POP heeft uitgeput.
Van de in 2001 beschikbare EU-middelen voor het POP is ruim 96%
besteed (EUR 56 miljoen). Een vergelijking met de bestedingen van de
verschillende Europese lidstaten leert dat Nederland hiermee op het
Europese gemiddelde uitkomt.
Daarnaast zijn er vele plattelandsprojecten die niet met Brussels
geld, maar met geld van rijk, provincies of gemeenten worden
gefinancierd.
5.
Ik zal de ontwikkeling van het plattelandsbeleid in EU-verband
nauwlettend volgen. Nederland zal bij de discussie over de
commissievoorstellen inzetten op een verhoging van het voor ons land
beschikbare budget voor plattelandsontwikkeling. De eerste gelegenheid
voor een majeure aanpassing van de inhoud van het POP is volgend jaar
wanneer de mid-term evaluatie van het POP wordt uitgevoerd. In overleg
met alle betrokken partijen zal ik van deze gelegenheid tot herziening
van het POP gebruik maken.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
datum
kenmerk
bijlage
Vragen
Vragen van de leden Atsma en Schreijer-Pierik (beiden CDA) aan de
minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over de besteding van
middelen voor plattelandsontwikkeling.(Ingezonden 9 augustus 2002)
1
Kent u het artikel 'Reanimatie van het platteland'? 1
2
Hoe beoordeelt u de opmerking van Hoogleraar rurale sociologie Jan
Douwe van der Ploeg dat hij aanwijzingen ziet dat de gelden voor
plattelandsontwikkeling door de Europese Commissie teruggevorderd
zouden kunnen worden?
3
Heeft u vanuit de Europese Commissie signalen ontvangen dat een
terugvordering van gelden reëel zou zijn? Zo ja, hoe gaat u hiermee
om?
4
Bent u van mening dat Nederland inderdaad een achterstandspositie
inneemt als het gaat om de prestaties op het gebied van
plattelandsbeleid vergeleken met andere lidstaten in Europa? Zo ja,
wat wilt u daaraan gaan doen?
5
In hoeverre heeft u mogelijkheden om de prestaties inzake
plattelandsbeleid van Nederland te versterken en daarbij de
(financiële) mogelijkheden die Europa biedt beter te benutten dan tot
op heden is gedaan?
1 Zie FEM/DeWeek, 3 augustus jl., pagina 18 e.v.
---