Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
Den Haag, 21 augustus 2002
Geachte voorzitter,
De kamerleden die om een verlengd algemeen overleg over de uitbetalingsproblemen van de huursubsidie hebben verzocht zijn verheugd dat de minister van VROM alsnog bereid is om de huishoudens met een Beperkt Huursubsidiebericht (42.300) een voorschot op de huursubsidie te verlenen. Hiermee komt de minister tegemoet aan een breed gedragen verzoek van de Kamer.
Voor zover ondergetekende kan overzien resteert thans nog een groep van 9043 huishouden waarvan de huursubsidie door het ministerie van VROM om uiteenlopende motieven is geblokkeerd. Uit de brief van minister van VROM van 13 augustus blijkt dat de redenen hiervoor vaak buiten de schuld van de aanvrager liggen.
"Zoals weergegeven in de begeleidende brief waren per 9 augustus jl. van de 867.700 automatische continueringen er 9.043 vooralsnog opgeschort vanwege uiteenlopende oorzaken, zoals bijvoorbeeld het niet matchen van de bij VROM beschikbare gegevens met die van het GBA. Hiervan kan sprake zijn als er, ten opzichte van de situatie in het vorige subsidietijdvak, wijzigingen in de huishoudsituatie zijn opgetreden, bijvoorbeeld door verhuizing van de huurder of een medebewoner. Ik sluit niet uit dat incidenteel GBA-gegevens niet correct kunnen zijn." (Brief van de Minister van VROM van 13 augustus 2002)
Het verbaast ondergetekende echter dat de minister van VROM in zijn brief niet ingaat op deze groep continuanten welke eveneens tussen wal en schip zijn terechtgekomen. Het zou passend zijn geweest ook deze groep direct te voorzien van een voorschot. In een telefonisch onderhoud met de Directeur Generaal Wonen, Annet Bertram, heeft zij mij vandaag verzekerd dat deze continuanten, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden, binnen veertien dagen betaling van hun huursubsidie tegemoet mogen zien.
Uitgaande van de toezegging van de minister en rekening houdende met een
spoedige afhandeling van de 9043 behandeling van opgeschorte continuanten
vervalt de acute redengeving dat de Kamer nog in het reces bijeen komt voor
een voortgezet algemeen overleg.
Wel roept de brief van de minister (nieuwe) vragen op. Ondergetekende
overweegt deze direct na het zomerreces in een interpellatiedebat aan de
orde te stellen:
* Zo blijft het merkwaardig dat er aan continuanten voorschotten
worden uitgekeerd die zijn gebaseerd op een gemiddeld huursubsidiebedrag.
Huishoudens die recht hebben op een hogere huursubsidie blijven met een
financieel tekort zitten. Huishoudens met een lagere huursubsidie moeten
gaan reserveren om straks terug te kunnen betalen. Waarom is de bijdrage
niet gebaseerd op de oude rechten?
* Is de minister bereid om versnelde procedures te organiseren voor
mensen die als gevolg van de veranderingen in het systeem onterecht een
nihil beschikking hebben gekregen (bijvoorbeeld hardheidsclausule)?
* Waarom verklaart de minister zich nog niet bereid om huishoudens
schadeloos te stellen die kosten hebben moeten maken als gevolg van de
veranderingen in het systeem van uitbetalingen (incassokosten, rechtshulp,
leningen)?
Resteert thans nog de bittere constatering dat, door een falende overheid,
een omvangrijke kwetsbare groep burgers in de problemen is gekomen. Te lang
hebben minister Kamp en zijn voorganger, staatssecretaris Remkes, dit als
een technisch probleem behandeld. Het is dan ook terecht dat de minister nu
de hand in eigen boezem steekt. Dit had in een veel eerder stadium moeten en
kunnen gebeuren.
Hoogachtend,
w.g. Adri Duivesteijn.