Ministerie van Economische Zaken
http://www.minez.nl
MINEZ: Vragen van het kamerlid Koenders
20-08-2002
115
Paula de Jonge
(070) 3797552
Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de staatssecretaris van
Economische Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over
de koffie-industrie. (Ingezonden 25 juni 2002)
De staatssecretaris van Economische Zaken, J.G. Wijn, heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1 Kent u het artikel .Koffie-industrie floreert ten koste van de
koffieboeren.? 1)
2 Deelt u de mening dat, mede vanwege het feit dat de
wereldkoffiemarkt oligopolistische trekken vertoont, de koffieboeren
in het algemeen te weinig krijgen voor hun product? Zo ja, welke
pogingen zult u ondernemen om, bijvoorbeeld in WTO-verband, deze
problematiek aan de orde te stellen? Zo neen, waarom niet?
3 Is er naar uw mening een verband tussen de lage wereldkoffieprijs
en de stijging van de winsten van bedrijven zoals Sarah Lee/DE? Zo ja,
hoe oordeelt u hierover in het kader van maatschappelijk verantwoord
ondernemen en een eerlijke wereldhandel? Zo nee, waarom niet?
4 Hoe oordeelt u over het in het genoemde artikel gestelde dat Douwe
Egberts te lage prijzen betaalt voor de inkoop van koffie?
5 Is het in het genoemde artikel gestelde dat .maatschappelijk
verantwoord ondernemen tot nu toe aan de koffie-industrie goeddeels is
voorbijgegaan. correct? Zo ja, hoe wilt u maatschappelijk verantwoord
ondernemen concreet bij Nederlandse bedrijven in deze sector meer
onder de aandacht brengen? Zo nee, waaruit blijkt dan wel het
maatschappelijk verantwoord ondernemen van die ondernemingen?
6 Kent Douwe Egberts een eigen gedragscode of onderschrijft het
bedrijf de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen? Zo ja,
hoe doet dit bedrijf verslag over de maatschappelijke effecten van het
ondernemen?
1) H. Bolscher, .Koffie-industrie floreert ten koste van de
koffieboeren.. In : Het Financieele Dagblad, 20 juni jl.
1. Kent u het artikel .Koffie-industrie floreert ten koste van de
koffieboeren.?
Ja.
2. Deelt u de mening dat, mede vanwege het feit dat de
wereldkoffiemarkt oligopolistische trekken vertoont, de koffieboeren
in het algemeen te weinig krijgen voor hun product? Zo ja, welke
pogingen zult u ondernemen om, bijvoorbeeld in WTO-verband, deze
problematiek aan de orde te stellen? Zo neen, waarom niet?
De prijzen voor groene (ongebrande) koffie op de wereldmarkt zijn
laag. De oorzaak daarvan is niet een oligopolistische wereldmarkt,
maar structurele overproductie. Die is op haar beurt het gevolg van
grootscheepse investeringen in koffieproductie naar aanleiding van de
hoge prijzen van het midden van de jaren negentig. Verder is er sprake
van een strijd tussen koffieproducerende landen om marktaandeel.
Nieuwe, efficiënte aanplantgebieden in bijvoorbeeld Brazilië en
Vietnam kunnen veel rendabeler produceren dan de meeste
Midden-Amerikaanse landen.
Het is waar dat boeren in een aantal landen onder de kostprijs
verkopen. Voor deze boeren is er een aantal mogelijkheden om uit deze
situatie te komen. In het kader van de integratie van de keten in de
koffiesector kunnen ze profiteren van (niche-)markten voor
kwaliteit/herkomst en van lagere transactiekosten. Daarnaast kunnen ze
toegang krijgen tot alternatieve vormen van handelsfinanciering,
waardoor de kostprijs kan worden verlaagd of een periode kan worden
overbrugd. Ontwikkelingssamenwerking zal hierover binnenkort een
rapport publiceren.
Daar waar koffieboeren weinig uitzicht hebben op verbetering moet
gezocht worden naar alternatieve inkomstenbronnen (diversificatie). De
Internationale Koffie Organisatie (waarin koffieproducerende en
-consumerende landen vertegenwoordigd zijn) is betrokken bij
verbetering van de coördinatie tussen alle belanghebbenden.
3. Is er naar uw mening een verband tussen de lage wereldkoffieprijs
en de stijging van de winsten van bedrijven zoals Sarah Lee/DE? Zo ja,
hoe oordeelt u hierover in het kader van maatschappelijk verantwoord
ondernemen en een eerlijke wereldhandel? Zo nee, waarom niet?
De lage wereldkoffieprijs wordt niet veroorzaakt door de stijgende
winsten van internationale bedrijven, zoals Sara Lee/DE, het is wel zo
dat dalende koffieprijzen vertraagd worden doorgegeven aan de
consument. Dit wordt mogelijk gemaakt door de inelasticiteit van de
vraag naar koffie.
4. Hoe oordeelt u over het in het genoemde artikel gestelde dat Douwe
Egberts te lage prijzen betaalt voor de inkoop van koffie?
In het algemeen betalen koffiebranders de wereldmarktprijs voor hun grondstoffen, of die nu op een laag of hoog niveau ligt. Dat niveau wordt bepaald door de vraag/aanbodverhoudingen. Op dit moment is er een structureel overschot, hierop heeft Douwe Egberts geen invloed.
5. Is het in het genoemde artikel gestelde dat .maatschappelijk
verantwoord ondernemen tot nu toe aan de koffie-industrie goeddeels is
voorbijgegaan. correct? Zo ja, hoe wilt u maatschappelijk verantwoord
ondernemen concreet bij Nederlandse bedrijven in deze sector meer
onder de aandacht brengen? Zo nee, waaruit blijkt dan wel het
maatschappelijk verantwoord ondernemen van die ondernemingen?
De koffiemarkt is nog grotendeels een anonieme markt, waar de directe
relatie tussen producent en verwerker ontbreekt. Deze situatie
verandert langzamerhand. Door de toegenomen consumenteneisen wordt
traceerbaarheid en dus ketenintegratie belangrijker. Daardoor ontstaat
ook meer ruimte voor specifiek MVO-beleid. Bedrijven die streven naar
ketenintegratie blijken wat extra aan MVO te willen doen. Een
voorbeeld is Ahold, die steeds meer via een gedragscode inkoopt. Douwe
Egberts is bezig om zijn strategie van flexibel inkopen los te laten
voor een beleid van .vaste locatie..
Daarnaast wordt op Europees brancheniveau gewerkt aan definiëring van
een gedragscode voor de sector. Een set van uitgangspunten is in
januari 2002 voorgelegd aan de associaties van koffieboeren en
koffie-exporteurs vertegenwoordigd in de Private Sector Consultative
Board van de Internationale Koffie Organisatie.
6. Kent Douwe Egberts een eigen gedragscode of onderschrijft het
bedrijf de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen? Zo ja,
hoe doet dit bedrijf verslag over de maatschappelijke effecten van het
ondernemen?
Sara Lee/D.E. heeft een eigen gedragscode, de Supplier Selection
Guidelines: richtlijnen op het gebied van arbeidsomstandigheden,
kinderarbeid, milieu en wetgeving. Alle leveranciers (exporteurs dan
wel plantages) worden geacht deze te onderschrijven en in de praktijk
toe te passen. De OESO richtlijnen zijn vooral toepasbaar
voor ondernemingen met dochterondernemingen in het buitenland, dan
wel een rechtsreeks contractueel verband met toeleveranciers. In de
koffie-sector wordt veelal gekocht van een exporteur. Voor de Europese
koffiesector staan de conventies van de International Labour
Organization (ILO) centraal bij het opstellen van de eigen
gedragscode. Generieke codes zoals die van de OESO worden ook in dat
proces betrokken. Voor de activiteiten van de sector op dit punt wordt
verwezen naar het antwoord op vraag 5.
Sara Lee/D.E. brengt verslag uit via een jaarlijkse brochure over
duurzaam ondernemen.
20 aug 02 15:04