Nederlandse Orde van Advocaten
OPROEP! OPROEP! OPROEP!
PROTEST! PROTEST! PROTEST!
Amici, amicae, confrères,
Op het gebied van de gesubsidieerde rechtsbijstand is veel in
beweging. In januari 2001 verscheen het onderzoeksrapport
'Toekomstverkenning gesubsidieerde rechtsbijstand' van het
Verwey-Jonker Instituut. Kernpunt in de onderzoeksopdracht was het
inbrengen van dynamiek in het stelsel, zodat de dreigende verschraling
en verstarring doorbroken zouden worden.
Dit rapport diende als vertrekpunt voor het door de Commissie
toekomstige inrichting stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand
(Commissie-Ouwerkerk) uit te brengen advies. Dit advies, dat een
strikte scheiding tussen publieke taken (de loketfunctie en het
spreekuur) en private taken (toegevoegde rechtshulp) propageert, is
zowel bij de regering als bij de Orde in goede aarde gevallen. De
problematiek van het vergoedingenniveau en de bureaucratie blijft
evenwel onderbelicht en het advies houdt onvoldoende rekening met het
sterk afnemende aanbod van advocaten in het systeem.
Inmiddels is gebleken dat de bereidheid om deel te nemen aan het
stelsel van gefinancierde rechtsbijstand aan het afnemen is, met name
waar het ervaren en gespecialiseerde advocaten betreft. Er zijn echter
nog ongeveer 3500 advocaten die zich met veel verve inzetten voor de
gesubsidieerde rechtsbijstand, ondanks de slechte betaling en de hoge
mate van bureaucratie.
Met de 'Motie-Kuijper' van 5 juli 2001 werd een sterk appèl gedaan op
de regering om de uurvergoeding per 1 januari 2002 te bepalen op 210
gulden per uur.
In het door het Ministerie van Justitie, de Raden voor Rechtsbijstand
en de Orde op 4 maart 2002 ondertekende Convenant
Kwaliteitswaarborging Advocatuur is overeengekomen dat advocaten die
aan bepaalde beleidsregels van de Raden voor Rechtsbijstand voldoen
met ingang van 1 januari 2002 in aanmerking komen voor een
kwaliteitstoeslag van EUR 7.26 (per 1 juli 2002 geïndexeerd tot EUR
7,64).
De Orde verbond aan de ondertekening mondeling, zoals de Orde ook
daarvoor en daarna steeds heeft uitgedragen, de voorwaarde dat de
vergoedingen spoedig zouden worden verhoogd tot EUR 95,- à EUR 100,-
per punt. Aan deze voorwaarde is (nog) geen gevolg gegeven. Er is
zelfs geen concrete toezegging gedaan.
In het onlangs uitgekomen rapport Interdepartementaal Beleidsonderzoek
Rechtsbijstand staat zeer nadrukkelijk dat EUR 95,- à EUR 100,- per
punt een reëel basisuurtarief is. Opvallend is dat in de het rapport
begeleidende aanbiedingsbrief aan de Kamer is opgenomen dat het
kabinet met de aanbevelingen zo snel mogelijk aan de slag wil, maar
dat de besluitvorming over de harde conclusie aangaande de
noodzakelijke vergoeding wordt verwezen naar een nieuw kabinet. In het
inmiddels gepubliceerde nieuwe regeerakkoord is geen directe
aanwijzing te vinden waaruit blijkt dat de vergoedingen worden
opgetrokken. In tegendeel, er zijn aanwijzingen dat op dit budget
zelfs moet worden bezuinigd.
De Algemene Raad neemt daarom het initiatief om zo veel mogelijk
gezamenlijk met de VRN, VSAN en VSAA, en vooral ook met u als advocaat
die in het systeem werkzaam is, een petitie aan Kamer en Kabinet op te
stellen. Daarin zou, wat de Algemene Raad betreft, in elk geval klip
en klaar moeten worden meegedeeld dat verdere uitvoering van het
convenant wordt opgeschort, totdat onvoorwaardelijk is toegezegd dat
werk wordt gemaakt van het uitbannen van bureaucratie en dat de
vergoeding op een bedrag van EUR 100,- per punt wordt vastgesteld.
Daar met name u degene bent die het aangaat, verneem ik graag voor 13
september 2002 via het e-mailadres protest@advocatenorde.nl of u voor
of tegen de hierboven beschreven actie bent. In verband met de
verwerking van de reacties verzoek ik u te volstaan met de mededeling
'voor' of 'tegen' en aan te geven namens hoeveel kantoorgenoten u dit
meedeelt.
Zo nodig kan met een protestbijeenkomst kracht worden bijgezet aan
onze eisen.
Namens de Algemene Raad,
mr. M.W. Guensberg
algemeen deken
---
Index