CBS
Wintertarwe drijft graanoogst op
De graanoogst zal dit jaar 6 procent hoger uitkomen dan in 2001. Deze hogere productie is het gevolg van grotere opbrengsten per hectare en een grotere oppervlakte graan. Beide liggen dit jaar 3 procent hoger dan in 2001. De oogst van wintertarwe, het belangrijkste graangewas, is bijna een kwart hoger dan vorig jaar. Dit blijkt uit de voorlopige oogstraming van het CBS.
Geen stijgende opbrengsten meer
In de jaren vijftig werd bijna 4 duizend kilo tarwe van een hectare gehaald. In de volgende decennia tot 1990 stegen de opbrengsten per hectare sterk. In 1996 werd een topopbrengst van 9 duizend kilo per hectare bereikt. Er lijkt een einde gekomen te zijn aan een voortdurende toename van de opbrengsten per hectare. De afgelopen tien jaar blijft dit rond 8 duizend kilo schommelen.
Overigens wordt de opbrengst per hectare van tarwe ook bepaald door de verhouding winter- en zomergraan. Wintertarwe levert namelijk veel meer kilo's per hectare op dan zomertarwe. De keuze voor winter- of zomergranen wordt mede beïnvloed door de weersomstandigheden. Zo is in 2001 door wateroverlast in het zaaiseizoen beduidend minder wintertarwe geteeld dan normaal. In de afgelopen negen jaar is door weersomstandigheden al drie keer een sterke achteruitgang geweest van de inzaai van wintertarwe.
Minder zomergerst
Wanneer het niet mogelijk is wintergranen te zaaien, wordt uitgeweken naar de zomergranen. Vandaar dat door de weersomstandigheden het areaal zomergerst in 2001 groot was. Het areaal was toen 14 procent groter dan nu. De opbrengst per hectare is dit jaar 4 procent hoger, waardoor de totale productie slechts 10 procent lager zal uitkomen.
Triticale, een kruising tussen rogge en tarwe, breidt zich gestaag uit. Dit terwijl het areaal rogge langzaam krimpt. De opbrengst per hectare van triticale zal in 2002 circa 6 procent hoger zijn dan vorig jaar. Die van rogge neemt met 4 procent af.
Licht herstel vlas
De vlasoogst is dit jaar groter dan vorig jaar. De opbrengst per hectare van vlas voor vezels stijgt met 5 procent en lijnzaad van vlas neemt 12 procent toe. Toch is de gemiddelde productie van vlas lager dan in de afgelopen vijf jaar. Ook de oppervlakte neemt af. Peulvruchten die geteeld worden voor de gedroogde bonen verdwijnen langzaam van de Nederlandse akker.
Technische toelichting
De uitkomsten zijn ontleend aan de jaarlijkse Landbouwtelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die uitgevoerd wordt in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De cijfers zijn gebaseerd op 40 procent van de verwerkte opgaven van bedrijven en hebben daardoor een zekere onnauwkeurigheidsmarge. De uitkomsten van de eerste oogstraming akkerbouwgewassen zijn voorts gebaseerd op schattingen van de DLV.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-171
20 augustus 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht