Openbaar Ministerie

Voortgang onderzoek naar bouwfraude en corruptie

---

Het strafrechtelijk onderzoek naar bouwfraude richt zich op oplichting, valsheid in geschrift, de (oude) Wet economische mededinging, belastingmisdrijven, omkoping en ambtelijke corruptie. Het vermoeden bestaat dat aannemers bij de aanbesteding van bouwprojecten geheim vooroverleg voeren en kunstmatig de prijzen ophogen. Het verschil tussen de eigenlijke aanneemsom en de prijs die de opdrachtgever betaalt wordt vermoedelijk steeds door de bouwbedrijven onderling gedeeld. De Rijksrecherche onderzoekt vier gevallen van vermoedelijke omkoping van ambtenaren door aannemers. Daarnaast heeft de Rijksrecherche nog een tiental gevallen op het oog.

Uit de zogeheten schaduwadministratie van voormalig directeur A.M. Bos van bouwbedrijf Koop Tjuchem zijn acht bouwprojecten, die exemplarisch zijn voor het fraudepatroon, gekozen voor nader onderzoek. Bij deze projecten zijn enkele tientallen aannemers betrokken.

Doorzoekingen

Het onderzoek leidde op 19 maart 2002 tot 57 doorzoekingen bij bouwbedrijven, woningen en op werkplekken van ambtelijke diensten. Deze doorzoekingen zijn uitgevoerd door ongeveer 500 opsporingsambtenaren, veertig officieren van justitie en vier rechters-commissarissen. Het rechercheteam nam acht vrachtwagens aan administratie in beslag, in totaal ongeveer 1000 strekkende meter. Na deze doorzoekingen deden rechercheurs gericht onderzoek naar schaduwadministraties van verdachte bedrijven en valse facturen die de prijsafspraken uit de schaduwboekhouding konden bevestigen. Ook zijn verschillende (mede)verdachten aangehouden en /of verhoord, onder wie de auteur van de schaduwadministratie, en zijn er getuigen verhoord.

Het strafrechtelijke onderzoek wordt geleid door drie officieren van justitie van het Landelijk Parket. Het team dat de bouwfraude onderzoekt bestaat uit een 30-tal rechercheurs van de Dienst Recherche Onderzoeken van het Korps landelijke politiediensten (KLPD), de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD/ECD), interregionale fraudeteams (IFT's) en de opsporingsdienst van het ministerie van VROM. Het corruptieonderzoek wordt uitgevoerd door een team van de Rijksrecherche, dat uit 19 personen bestaat.

Vervolg

Het kenmerk van fraudezaken is dat na een lange voorbereiding, doorzoekingen en diepgaand onderzoek van de boekhouding wordt overgegaan tot het verhoren van getuigen en verdachten. Het strafrechtelijk onderzoek zal nog geruime tijd duren, mede van.wege de complexiteit van de te onderzoeken fraude.

Voorgeschiedenis

In het voorjaar van 1999 overhandigde Bos in een oriënterend gesprek met het Landelijk Parket enkele kopieën van een boekhouding. Uit deze stukken konden volgens hem malversaties door bouwbedrijven bij de aanbesteding van bouwprojecten blijken. Aan medewerking bij een eventueel strafrechtelijk onderzoek stelde Bos als voorwaarde een financiële vergoeding. Het Openbaar Ministerie nam de beschuldigingen serieus en had grote belangstelling voor de volledige schaduwboekhouding. Aan de hand van de overgelegde stukken en de verklaringen van Bos zou het OM beoordelen in hoeverre een strafrechtelijk onderzoek kon worden gestart. Over de hoogte van en de voorwaarden voor een vergoeding is daarna overleg gevoerd.

Dilemma's

Bij de besprekingen met Bos rezen twee dilemma's. Het uitgangspunt van justitie is dat een burger de overheid zonder financiële vergoeding informatie verstrekt die kan leiden tot het oplossen van strafbare feiten. Het is ongewenst dat een tip vergezeld moet gaan van - wellicht ook steeds hogere - financiële vergoedingen.
Een ander dilemma was dat pas aan de hand van de volledige informatie beoordeeld kon worden hoe de positie van Bos zou zijn in een strafrechtelijk onderzoek, als tipgever / informant of als verdachte. De door Bos overgelegde kopieën boden op zichzelf onvoldoende aanknopingspunten voor een strafrechtelijk onderzoek. De persoonlijke medewerking van Bos was hiervoor noodzakelijk. Het College van procureurs-generaal besloot op 2 juli 2001 de besprekingen met Bos niet meer voort te zetten.
In het televisieprogramma Zembla maakte Bos op 9 november 2001 de schaduwboekhouding openbaar. Enkele dagen later overhandigde hij drie ordners op A3-formaat met administratie aan de minister van Justitie. De ordners zijn onmiddellijk ter beschikking gesteld van het Openbaar Ministerie. Op 10 december overhandigde Bos ook een lijstje met namen van mogelijk corrupte ambtenaren aan het OM.

Spijtoptanten

De minister van Justitie waarschuwde de Tweede Kamer op 14 november 2001 in een brief voor de gedachte dat het onderzoek zonder meer zal leiden tot een strafrechtelijke vervolging. Eerdere onderzoeken naar bouwfraude werden bemoeilijkt doordat officiële boekhoudingen van verdachte bedrijven geen informatie bevatten over de vermeende praktijken van onderling verrekenen. Medewerkers van betrokken bedrijven hebben weinig tot geen belang om belastende verklaringen af te leggen. Het resultaat van dergelijk onderzoek is in belangrijke mate afhankelijk van spijtoptanten.