Inspectie voor de Gezondheidszorg
Donderdag 15 augustus 2002
STIJGING AANTAL ABORTUSBEHANDELINGEN IN 2001
Het aantal abortus provocatus (inclusief de zogeheten overtijdbehandelingen) is in 2001 gestegen met 2,5% ten opzichte van 2000. De gestage stijging van de jaren "90 in het aantal zwangerschapsafbrekingen zet zich in 2001 dus voort. Dat blijkt uit de rapportage van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over het aantal zwangerschapsafbrekingen in Nederland over 2001.
In 2001 zijn in totaal 34.168 abortus uitgevoerd. Daarvan woonden
28.437 vrouwen in Nederland en 5.719 vrouwen daarbuiten. Per 1000
vrouwen in de leeftijdsgroep 15-44 jaar ondergingen er 8,4 vrouwen een
abortus. Dit is een stijging van 0,4 in één jaar en 1,0 ten opzichte
van 1999. De zogenaamde tweede trimester abortus (abortus na 14 weken)
daalde in 2001 enigszins ten opzichte van 2000. De leeftijdsverdeling
en het patroon van verwijzing en overleg met andere deskundigen
veranderden in 2001 nauwelijks. Het aantal complicaties, direct
gerelateerd aan de abortusbehandeling, bleef eveneens onveranderd
laag.
Alle zwangerschapsafbrekingen, inclusief de zogenaamde
overtijdbehandelingen, die in Nederland worden verricht, worden door
de directies van ziekenhuizen en abortusklinieken aan de Inspectie
gemeld. De Wet afbreking zwangerschap (WAZ) stelt deze rapportage
verplicht voor de zwangerschapsafbrekingen tot 24 weken. Eenmaal per
jaar brengt de Inspectie over de geaggregeerde gegevens een verslag
uit. De gepresenteerde aantallen en percentages maken een vergelijking
met voorgaande jaren mogelijk. Een analyse van de data om te komen tot
een verklaring van stijging of daling van bepaalde categorieën behoort
echter niet tot de mogelijkheden. Het rapport Abortus in Nederland
1993-2000, van de Stichting Samenwerkende Abortusklinieken Nederland
(StiSAN), biedt daar goede informatie over.
Klik hier voor het PDF-bestand Jaarrapportage WAZ 2001