Vereniging Nederlandse Gemeenten

C 2000 masten ook bouwvergunningsvrij

Vanaf 15 augustus 2002 zijn de antennes voor mobiele telefonie tot vijf meter hoogte- bouwvergunningsvrij. Dit is bij Algemene Maatregel van Bestuur besloten. Voor gemeenten betekent dit onder andere dat de toets op ruimtelijke inpassing van deze bouwwerken en de welstandstoets niet meer mogelijk is of tot een minimum wordt beperkt.

Op 27 juni jongstleden is tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de vijf operators voor mobiele telefonie en de VNG het convenant Nationaal Antennebeleid afgesloten. Hierin wordt gesteld dat operators bij de ruimtelijke inpassing van de antennes gemeenten moeten betrekken via een door hen op te stellen plaatsingsplan en daarover overleg te voeren met gemeenten. Bovendien kunnen gemeenten op grond van het convenant vooraf ook enkele welstandseisen stellen.

Echter, op 15 augustus worden ook de zogenoemde C 2000 masten bouwvergunningsvrij. Dit is gebeurd zonder enig overleg met de VNG. Het gaat hier om installaties ten behoeve van de communicatie van de nood- en hulpverleningsdiensten. De komende periode zullen circa 400 C 2000 installaties geplaatst moeten worden. Deze masten zijn overwegend 50 meter of hoger, en vallen niet onder het convenant Nationaal Antennebeleid. De in het convenant opgenomen regels voor ruimtelijke inpassing en welstand zijn dan ook niet van toepassing op de C 2000 masten. De VNG is onmiddellijk in overleg getreden met het Rijk om te bezien in hoeverre de negatieve gevolgen voor gemeenten zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. Daarbij wordt ook gekeken of het mogelijk is de regels inzake ruimtelijke inpassing en welstand in het convenant voor mobiele telefonie ook te laten gelden voor de C 2000 masten.

Aanknopingspunt hier bij is de toelichting bij de AMvB. Hierin wordt namelijk gesteld dat het rijksbeleid bij de plaatsing van C 2000 antenne-installaties erop is gericht in overleg met de gemeentelijke en provinciale overheid aandacht te besteden aan een goede ruimtelijke inpassing van deze opstelpunten met antenne-installaties.

Den Haag, 9 augustus 2002