---
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag
Directie Sub-Sahara Afrika Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den
Haag
Datum 15 augustus 2002 Behandeld Pascalle Grotenhuis
Kenmerk DAF-550 Telefoon 070-3485016
Blad /1 Fax 070-3486607
Bijlage 1 E-Mail pascalle.grotenhuis@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Koenders (PVDA) over onteigening
van Nederlandse boeren.
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid
Koenders (PVDA) over onteigening van Nederlandse boeren. Deze vragen werden
ingezonden op 19 juli 2002 met kenmerk 2010212850.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Wijn, Staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van
het lid Koenders (PvdA) over de onteigening van Nederlandse boeren in
Zimbabwe
Vraag 1
Welke maatregelen neemt u ten behoeve van de ruim 60 Nederlandse boeren die
op de onteigeningslijst staan van de Zimbabwaanse regering? Hoe verhoudt
zich dit tot het investeringsverdrag tussen Nederland en Zimbabwe? Welke
demarches voert de Nederlandse ambassade uit ter bescherming van deze
Nederlanders?
Antwoord
Met de in 1998 in werking getreden investeringsbeschermingsovereenkomst
(IBO) tussen Nederland en Zimbabwe wordt beoogd bescherming te bieden aan
Nederlandse investeerders in Zimbabwe (en vice versa). De IBO is er op
gericht te voorkomen dat investeerders, die investeren op het grondgebied
van de andere verdragspartij, gediscrimineerd worden. In het verdrag staat
onder meer dat onteigening slechts onder bepaalde voorwaarden mag
plaatsvinden. Investeerders die onteigend worden hebben recht op compensatie
die overeenkomt met de werkelijke waarde van het onteigende goed. Daarnaast
is in de IBO opgenomen dat de investeerder ook volledige fysieke bescherming
dient te worden geboden.
Een IBO is een overeenkomst tussen staten, waarmee investeerders en hun
investeringen worden beschermd. De Staat der Nederlanden is geen partij bij
geschillen tussen investeerders en de staat waarmee de IBO is afgesloten. In
de IBO is een mechanisme voor geschillenbeslechting tussen investeerders en
de andere verdragspartij op wiens grondgebied zij geïnvesteerd hebben. Dit
neemt niet weg dat de Nederlandse overheid groot belang hecht aan de
naleving van IBO's. Indien één van de staten die een IBO heeft afgesloten
vragen heeft over de interpretatie en toepassing van het verdrag, kan deze
partij onder artikel 12 van de IBO formele consultaties aanvragen met als
doel tot een gezamenlijke interpretatie van het verdrag te komen.
Nederland heeft bij de autoriteiten van Zimbabwe de afgelopen tweeënhalf jaar via officiële demarches, zowel schriftelijk als mondeling, met grote regelmaat aandacht gevraagd voor de positie van de Nederlandse investeerders in Zimbabwe en daarbij gewezen op de verplichtingen van de Zimbabwaanse overheid jegens de Nederlandse boeren onder de bestaande IBO.
In eerste instantie heeft dat geleid tot het verwijderen van een aantal bedrijven van de onteigeningslijst door de Zimbabwaanse regering. Door interventies van de Nederlandse ambassade zijn voorts een aantal huisuitzettingen voorkomen. Dit heeft echter niet kunnen voorkomen dat de druk op de Nederlandse boeren verder is toegenomen. De ambassade onderhoudt nauw contact met de betrokken Nederlandse boeren en bemiddelt ten behoeve van de Nederlandse boeren bij de centrale en lokale overheden.
Onder de IBO tussen Nederland en Zimbabwe hebben investeerders het recht een geschil voor te leggen aan het Internationaal Centrum voor de Beslechting van Investeringsgeschillen (ICSID) te Washington. Een aantal Nederlandse boeren in Zimbabwe heeft inmiddels besloten deze stap te nemen. Bij het geschil tussen de Nederlandse investeerders in Zimbabwe en de Zimbabwaanse staat is Nederland formeel geen partij. De Nederlandse ambassade te Harare adviseert de betrokken groep boeren ten aanzien van de arbitrage procedure. De Zimbabwaanse autoriteiten hebben bij de voornoemde demarches regelmatig aangegeven dat zij de IBO-verplichtingen wensen na te leven, echter zonder hieraan vooralsnog voldoende praktische invulling te geven. De Nederlandse regering overweegt Zimbabwe op korte termijn te verzoeken formele consultaties te houden over de interpretatie en toepassing van het verdrag.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de huidige situatie in Zimbabwe, het gebrek aan dialoog
tussen regering en oppositie en de inspanningen van respectievelijk de EU,
de Southern African Development Community (SADC), de Organisatie voor
Afrikaanse Eenheid (OAE), Zuid-
Afrika en Nigeria? Hoe worden "intelligente sancties" tegen het leiderschap
in Zimbabwe uitgebreid en hoe kan de situatie naar uw mening het beste
doorbroken worden?
Antwoord
De politieke, economische en humanitaire situatie in Zimbabwe blijft
onverminderd zorgelijk. Ik betreur het dat Regeringspartij ZANU-PF zich
heeft teruggetrokken uit de dialoog met de oppositiepartij MDC en dat deze
niet, ondanks interventies van Nigeria en Zuid-Afrika, vlotgetrokken lijkt
te kunnen worden. Ik voorzie dan ook op korte termijn geen verbetering van
de situatie. De mensenrechten-schendingen tegen oppositieleden,
onafhankelijke pers en blanke boeren gaan onverminderd door. De
controversiële 'Fast Track' landhervorming wordt voortgezet met als laatste
ontwikkeling dat een groot aantal commerciële boeren, waaronder enkele
Nederlanders, op korte termijn (sommigen vóór 10 augustus) hun grond en
boerderij moeten verlaten.
President Mugabe stelde in zijn jaarlijkse speech tijdens Heroes' Day
(maandag 12 augustus jl.) dat de onteigeningsdeadline van 10 augustus
definitief was en dat in Zimbabwe alleen plaats was voor blanke boeren die
zich loyaal toonden richting de Zimbabwaanse overheid.
Onder de blanke boeren die onteigend worden, bevinden zich Nederlandse
boeren die zich onder de regering Mugabe in het land gevestigd hebben. Niet
dekolonisatie, maar zelfverrijking door de politieke elite lijkt drijfveer
achter de huidige grondpolitiek.
Bovengenoemde zorgwekkende ontwikkelingen waren reden voor Nederland om
tijdens de Algemene Raad van 22 juli jl. sterk te pleiten voor de
uitbreiding van de 'intelligente sancties' naar een bredere kring
bestuursverantwoordelijken rond president Mugabe, inclusief de echtgenote
van de president. De Algemene Raad heeft het voorstel tot uitbreiding van de
sancties overgenomen. De sancties (visabeperkingen en bevriezing van
financiële tegoeden) zijn uitgebreid naar alle ministers en hun
plaatsvervangers, alle secretarissen en ondersecretarissen van het
Polit-bureau, alsook de echtgenote van president Mugabe, mevrouw Grace
Mugabe; in totaal 72 personen.
Tevens heeft Nederland bij het Deens Voorzitterschap gepleit om de
ontwikkelingen in Zimbabwe opnieuw bij de Southern African Development
Community (SADC) aan te kaarten en bij de SADC landen te bepleiten hun
verantwoordelijkheid te nemen in deze kwestie. In de aanloop naar de op
handen zijnde EU-SADC ministeriële bijeenkomst in november a.s. in
Kopenhagen zal de dialoog met SADC over deze kwestie intensief worden
opgevoerd. De situatie in Zimbabwe zal prominent op de agenda van deze top
staan.
Vraag 3
Welke inspanningen worden bilateraal en multilateraal verricht ter
bescherming van de landarbeiders en ter bestrijding van de hongersnood in
Zimbabwe.
Antwoord
Nederland maakt zich ernstige zorgen over de economische en voedselsituatie
in Zuidelijk Afrika en met name in Zimbabwe. Honderdduizenden landarbeiders
dreigen zonder inkomsten en voedsel te geraken door het landhervormingbeleid
van Mugabe. De boerenbedrijven die door het landhervormingsbeleid onteigend
dreigen te worden, verzorgden een deel van de binnenlandse markt, en
exporteerden naar de regio. Zij waren tevens verantwoordelijk voor
aanzienlijke inkomsten aan buitenlandse valuta. Valuta die nu ontbreken om
graan te kopen voor de eigen bevolking. Voorts is de particuliere sector
buiten spel gezet door een regeringsverbod op commerciële aan- en verkoop
van graan. Het door de Zimbabwaanse overheid gevoerde politieke
landhervormingsbeleid is, naast de droogte, oorzaak van de ontstane
'gemengde ramp'.
Nederland heeft zich in internationale fora uitgesproken voor het principe
van de noodzakelijke landhervorming in Zimbabwe, maar tegen het huidige
'Fast Track' beleid van de overheid en de consequenties daarvan voor de
economie, voedselproductie, boeren en landarbeiders.
De Nederlandse overheid is van mening dat de Zimbabwaanse bevolking niet onder het politieke en economische wanbeleid van Mugabe dient te lijden. Er zijn indicaties dat (een deel van) de humanitaire hulp door de Zimbabwaanse overheid misbruikt wordt voor politieke doeleinden. Derhalve hecht Nederland groot belang aan adequate en a-politieke distributiekanalen om de ergst getroffenen in hun voedselbehoefte te helpen voorzien.
Het recent uitgekomen VN-appeal voor de gehele regio Zuidelijk Afrika bedraagt 611 miljoen dollar, waarvan 510 miljoen dollar gevraagd wordt voor het World Food Programme. Een groot deel van de getroffen bevolking, waar het 'appeal' zich op richt, bevindt zich in Zimbabwe. Het WFP erkent nadrukkelijk dat hulp aan Zimbabwe onpartijdig moet zijn en dat de hulp door onafhankelijke organisaties zal worden gecontroleerd, gelet op de risico's van politieke inmenging in de distributie. Op dit moment worden duidelijke garanties van het WFP gevraagd ten aanzien van a-politieke distributie. Eveneens wordt gezocht naar alternatieve kanalen (niet-WFP) voor voedseldistributie in Zimbabwe. Een uiteindelijke afweging over welk kanaal kan worden gebruikt zal op korte termijn worden gemaakt.
Onlangs werd besloten om USD 5 miljoen aan het WFP 'appeal' voor Zuidelijk
Afrika bij te dragen. Dit bedrag komt bovenop de EUR40 miljoen die Nederland
eerder dit jaar heeft bijgedragen aan het WFP. Daarnaast heeft Nederland
reeds een aantal humanitaire hulpprogramma's in Zambia en Malawi financieel
ondersteund.
===