FEDERATIE OPVANG
Nederlandse Stichting strijdt tegen vrouwenhandel
PERSBERICHT
Utrecht, 13 augustus 2002
Nederlandse Stichting strijdt tegen internationale vrouwenhandel
Sinds de val van Berlijnse muur in 1989 en de daaruit voortvloeiende
politieke en economische veranderingen, is de vrouwenhandel van en in
Centraal- en Oost-Europa schrikbarend toegenomen. Jaarlijks worden er
in Europa circa 200.000 vrouwen en kinderen verhandeld vanuit deze
landen naar het rijke Westen en daar veelal gedwongen tot
prostitutie.
Het La Strada programma
Het internationale La Strada programma, opgezet door de Nederlandse
Stichting Tegen Vrouwenhandel (STV), is vooral gericht op preventie
van vrouwenhandel. Het meest recente onderdeel van het La Strada
programma is onlangs van start gegaan: De vijf deelnemende landen,
Nederland (met de STV als algemeen programma coördinator en
expertisecentrum), Polen, Tsjechië, Oekraïne en Bulgarije, brengen hun
expertise over aan vier nieuwe deelnemers: Wit-Rusland, Moldavië,
Macedonië en Bosnië-Herzegowina. Omdat de nieuwe landen buurlanden
zijn van de al deelnemende landen, delen ze de grensoverschrijdende
vrouwenhandelroutes. Ook zijn ze belangrijke centra voor oorsprong en
doorvoer van vrouwenhandel. Bosnië-Herzegovina is als deelnemer
gekozen vanwege de bijzonder urgente situatie wat betreft de
vrouwenhandel.
Om preventief te kunnen werken en vrouwenhandel te voorkomen, tracht
het La Strada programma de handel in vrouwen in deze landen zichtbaar
te maken, invloed uit te oefenen op autoriteiten, media en publieke
opinie, en vrouwenhandel tot politiek agendapunt te maken van de
nationale overheden. Ook zet het programma ondersteuningsnetwerken op
voor vrouwen die verhandeld zijn en informeert zij over de gevaren van
vrouwenhandel.
Ondersteuning van overheid vereiste
Van vrouwenhandel is alleen het topje van de ijsberg zichtbaar. Binnen
de bestaande prostitutie blijft vrouwenhandel in Centraal- en
Oost-Europa vaak onzichtbaar, omdat de vrouwen niet als slachtoffer
worden erkend. Het is nog steeds zo dat veel slachtoffers niet willen
dat bekend wordt dat ze in de prostitutie hebben gewerkt, uit angst
voor represailles en uit schaamte.
Werken aan de bewustwording van vrouwenhandel, als basis voor
preventie en bestrijding, en hulp aan slachtoffers, vereist
deskundigheid in de betreffende landen en bereidheid tot financiële
ondersteuning van de kant van de overheden. Zeker in het kader van
toetreding tot de EU dienen de regeringen volgens de STV structureel
bijdragen te leveren aan het La Strada programma. Volgens de STV moet
in EU verband hierop sterk worden aangedrongen.
Jaarverslag
In het jaarverslag over 2001 van de STV, dat onlangs is verschenen, is
meer achtergrondinformatie over het La Strada programma te vinden,
alsmede over de overige activiteiten van de STV.
EINDE PERSBERICHT