CBS
CBS: Economische groei blijft vrijwel nihil
In het tweede kwartaal van 2002 is het volume van het bruto
binnenlands product (BBP) 0,1 procent groter dan in hetzelfde kwartaal
van vorig jaar. Dit blijkt uit de eerste raming van de
Kwartaalrekeningen van het CBS. In het eerste kwartaal groeide de
Nederlandse economie ook al nauwelijks. De economische groei in het
eerste halfjaar van 2002 is uitgekomen op 0,2 procent.
In het tweede kwartaal is minder geïnvesteerd en minder geëxporteerd
dan een jaar eerder. Voorts is ingeteerd op voorraden, hetgeen een
duidelijk negatief effect heeft op de BBP-groei. De consumptie geeft
met een stabiel groeicijfer nog wel een impuls aan de economie.
Ook van kwartaal op kwartaal nauwelijks groei
Na correctie voor kalender- en seizoeneffecten bedraagt de kwartaal op
kwartaalgroei in het tweede kwartaal 0,1 procent. Dit is het vierde
kwartaal op rij zonder noemenswaardige groei ten opzichte van het
voorgaande kwartaal.
Daling uitvoer zwakt af
De uitvoer van goederen en diensten laat voor het derde
achtereenvolgende kwartaal een volumedaling zien. Het tempo van de
teruggang zwakt echter af. De mutaties van de invoer van goederen en
diensten vertonen een vergelijkbaar beeld. Het uitvoervolume is 2,2
procent kleiner dan een jaar eerder, terwijl het invoervolume met 3,5
procent iets harder is teruggelopen.
Na drie kwartalen met een lichte daling is in het tweede kwartaal de
export van in Nederland geproduceerde goederen weer licht gestegen. De
negatieve groei van de uitvoer wordt veroorzaakt door de daling van de
wederuitvoer. Dit betreft ingevoerde producten die Nederland weer
verlaten zonder dat ze een bewerking ondergaan.
Consumptiegroei huishoudens stabiel
De volumegroei van de consumptieve bestedingen door huishoudens en
overheid komt in het tweede kwartaal uit op 1,7 procent. Deze groei is
weliswaar stabiel en gematigd, maar wel het fundament onder de
marginale groei van het BBP. De individuele consumptieve bestedingen,
de consumptie door gezinshuishoudingen inclusief goederen en diensten
die door de overheid betaald worden en waar gezinnen van profiteren,
nemen in volume met 1,8 procent toe. Dat is ongeveer evenveel als in
het eerste kwartaal. Het groeitempo van de bestedingen aan voedings-
en genotmiddelen en overige goederen (zoals energie en niet duurzame
goederen) trekt aan. Daarentegen neemt het groeitempo van de
bestedingen aan duurzame goederen iets af.
Investeringen vallen terug
Het volume van de investeringen in vaste activa is in het tweede
kwartaal 3,3 procent kleiner dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar.
Deze daling is de grootste in een serie van zes opeenvolgende
kwartalen waarin minder is geïnvesteerd dan een jaar eerder. Worden
grote incidentele investeringsprojecten in het tweede kwartaal buiten
beschouwing gelaten dan is de terugval met 5,1 procent zelfs nog
groter.
Voor de meeste investeringsgoederen doen zich volumedalingen voor. Een
belangrijke terugloop is waargenomen bij woningen, vervoermiddelen en
computers. De machines en installaties laten een positief beeld zien
door de oplevering van een groot project. Verder zijn de investeringen
in bedrijfsgebouwen gegroeid.
Productiedaling bij de goederenproducenten
De stijging van het totale productievolume is in het tweede kwartaal
vrijwel nul. De onderliggende bedrijfsklassen laten echter
uiteenlopende ontwikkelingen zien. Het productievolume van de
goederenproducenten is 1,3 procent kleiner dan een jaar eerder. De
industriële productie is afgenomen, maar deze daling is iets minder
groot dan die in het eerste kwartaal. In de chemische en rubber- en
kunststofindustrie trekt de groei aan en is het productievolume
duidelijk groter dan een jaar eerder.
In de commerciële dienstverlening is de groei vrijwel nihil. De
productie van de handel, horeca en transport is voor het derde
opeenvolgende kwartaal gedaald. De productiegroei van de
niet-commerciële dienstverlening, zoals de zorg en de overheid, ligt
vanaf het eerste kwartaal van 2001 ruim boven de BBP-groei. Er doet
zich echter wel een vertraging voor van gemiddeld ruim 3 procent in de
vijf voorgaande kwartalen naar 2,5 procent in het tweede kwartaal.
Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto
binnenlands product (BBP), het totaal van de in het productieproces
gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde').
In dit persbericht is de eerste raming van de economische groei in het
tweede kwartaal van 2002 gepubliceerd. Deze 'flashraming' heeft een
voorlopig karakter: de cijfers kunnen nog worden aangepast op basis
van nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie die de komende
tijd beschikbaar komt. Op 3 oktober aanstaande worden nieuwe cijfers
over het tweede kwartaal gepubliceerd, waarbij bovendien meer
detailgegevens beschikbaar komen. Op dat moment zijn de
kwartaalcijfers tevens aangepast aan de jaarcijfers van de Nationale
rekeningen 2001.
Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de
kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar
eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt
beschreven in de persberichten. Zo telt het tweede kwartaal van 2002
evenveel werkdagen als het tweede kwartaal van vorig jaar. Om een
indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar
worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten
opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren
van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties
ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie
verstrekt (zie de tweede cijferkolom van tabel 1).
De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een
jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis
gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de
VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur
2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste
verschillen zijn de volgende:
Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van
het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op
jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde
macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8 procent: 1,0084). Het cijfer
geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met
ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot
grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen
opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de
seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en
minder vergelijkbaar tussen landen.
De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw,
delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de
bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca,
vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke
dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking
op overheid, onderwijs en zorgsector.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het
CBS.
Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
15 aug 02 09:31