14 aug 2002
Nummer 101 13 augustus 2002
RUG en Gasunie starten groot onderzoek
Waterstof heeft de toekomst
Waterstof heeft de toekomst
Overgangsperiode
Waterstofeconomie
Nieuwe apparatuur
Veel partners
Noot voor de pers
De Rijksuniversiteit Groningen en de N.V. Nederlandse Gasunie
participeren voor twee miljoen euro in een groot onderzoek naar het
inzetten van waterstof in de landelijke energiestructuur. De
Groningse onderzoeksgroep is de grootste 'aannemer' in het project
met partners in heel Nederland. Andere universiteiten die meedoen
zijn de TU Eindhoven en de TU Delft. Ook het bedrijfsleven is
partner in het onderzoek dat door de ministeries van Economische
Zaken, VROM en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gesubsidieerd
wordt in het kader van het zogenoemde EET (Economie Ecologie en
Technologie) programma. Het budget van het totale project bedraagt
bijna zes miljoen euro.
In veel scenario's over energieverbruik in de toekomst staat de
toepassing van waterstof centraal. Waterstof wordt bijvoorbeeld
gewonnen uit biomassa of door elektrolyse van water. Een
elektrische stroom ontleedt in dat laatste geval water in waterstof
en zuurstof. De benodigde stroom komt van een
elektriciteitscentrale die gebruik maakt van duurzame
energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie of geo-energie.
Overgangsperiode
Hoewel het nog lang niet zover is, kan waterstof als brandstof in
de toekomst dus op grote schaal beschikbaar zijn. De overgang naar
een volledige waterstofeconomie zal echter zeker nog 40 à 50 jaar
duren, verwacht projectleider prof. dr. Howard Levinsky van de
Groningse universiteit. Het onderzoek dat nu wordt gestart, richt
zich op een overgangsperiode, waarin aardgas met waterstof wordt
gemengd om zo fossiele brandstoffen te sparen.
Waterstofeconomie
De TU Delft gaat zich in het project voornamelijk bezig houden met
de infrastructuur van de waterstofproductie en vragen over de
gevolgen voor de distributie. In Groningen ligt de nadruk op
fundamenteel onderzoek naar de verbranding en de gevolgen ervan
voor huidige en toekomstige apparatuur zoals gasbranders en
gasturbines. Twee vragen staan centraal: 'wat kan de huidige
apparatuur aan?' en 'wat kun je doen zodat een hoger percentage
waterstof in het aardgas/waterstofmengsel mogelijk is?'. "We weten
nu nog lang niet alles," zegt Levinsky. "Welk percentage waterstof
het kooktoestel thuis aankan is bijvoorbeeld niet bekend".
Nieuwe apparatuur
Een deel van het budget wordt gebruikt voor aanschaf van nieuwe
onderzoeksapparatuur in het RUG/Gasunie laboratorium op het Zernike
complex. Ook stelt dit laboratorium drie nieuwe onderzoekers aan.
Het project heeft in de eerste fase een looptijd van vijf jaar. De
Groningse participatie in het EET-project is een direct gevolg van
de in 1997 gestarte onderzoekssamenwerking tussen de RUG en
Gasunie.
Veel partners
Naast de RUG en N.V. Nederlandse Gasunie zijn de TU Delft, TU
Eindhoven, Hoekloos, het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam,
Electrabel, Ecoceramics en het adviesbureau E.+i.d. deelnemers in
het ambitieuze project.
Noot voor de pers
Meer informatie: prof. dr. H.B. Levinsky tel. (050)521 26 77/363 45
44, e- mail: h.levinsky@gasunie.nl (werk)