Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

MinBZK.nl

Grote verschillen in secundaire arbeidsvoorwaarden van rijksambtenaren

12 augustus 2002

Secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen een struikelblok zijn voor rijksambtenaren om binnen de rijksdienst van baan te veranderen. Voor kinderopvang en vergoedingen voor woon-werkverkeer kunnen deze verschillen oplopen tot 350,- netto per maand. Het onderzoek had betrekking op 96.000 ambtenaren (80%). Dit blijkt uit een vandaag verschenen interdepartementaal onderzoek Rijk aan voorwaarden van de directie Personeel en Organisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

---

Het onderzoek had tot doel de inhoud van een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden binnen de sector Rijk te inventariseren en op deze wijze inzicht te verschaffen in de mate waarin deze arbeidsvoorwaarden verschillen. Onderzoeksthemas waren onder meer: kinderopvang, woon-werkverkeer, beoordelen en belonen, mobiliteit en arbeidsmarktbeleid, scholingsbeleid en telewerken. Het onderzoek is uitgevoerd door een interdepartementale projectgroep die daarbij werd ondersteund door het onderzoeksinstituut Research voor Beleid.

Behalve het ministerie van Defensie (valt niet onder sector Rijk) hebben alle ministeries aan het onderzoek meegedaan.

De projectgroep is van oordeel dat de secundaire arbeidsvoorwaarden op de terreinen van kinderopvang, het woon- en werkverkeer voor harmonisatie in aanmerking dienen te komen. In het kader van deze harmonisatie moet bezien worden of deze ondergebracht wordt in een shared service. Dit is een gezamenlijke uitvoeringsinstelling voor alle ministeries.

Voor het terrein van kinderopvang verschillen het bieden van kinderopvangmogelijkheden, de kosten voor bemiddeling voor kinderopvang en het vergoeden van buiten- of naschoolse opvang per ministerie aanzienlijk. Het verschil kan oplopen tot 250,- netto per maand.

Hetzelfde geldt voor de secundaire arbeidsvoorwaarden op het terrein van woon-werkverkeer: alle ministeries bieden faciliteiten aan op het gebied van het openbaar vervoer, maar de kostenvergoedingen per departement verschillen en bedragen maximaal 100,- netto per maand.

Negen van de twaalf ministeries en de Belastingdienst hebben specifiek beleid ontwikkeld, dat is gericht op de werving en behoud van bepaalde beroepsgroepen, zoals wetgevingsjuristen, financiële professionals en jonge beleidsmedewerkers. Daarnaast hebben vrijwel alle ministeries beleid ontwikkeld voor speciale doelgroepen, zoals vrouwen, allochtonen en gehandicapten. Volgens de projectgroep zou kunnen worden bezien of er (gezamenlijk) beleid op dit terrein moet worden ontwikkeld. Dit levert als voordeel op dat ongewenste concurrentie wordt tegengegaan en tegelijkertijd optimaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare kennis.

---