Den Haag, 13 augustus 2002
Nadere schriftelijke vragen van het lid Duivesteijn (PvdA) aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
1. Uit eigen ervaring heb ik inmiddels twintig keer mogen constateren
dat de Huursubsidie-informatielijn 0800 488 77 82 wel computer gestuurd
wordt aangenomen maar dat telkenmale alle medewerkers in gesprek zijn en de
lijn automatisch wordt afgekoppeld. Is het niet merkwaardig dat daar waar de
overheid faalt in zijn dienstverlening, er tenminste sprake dient te zijn
van fatsoenlijke informatie naar de burgers, en in het bijzonder naar de
huursubsidiegerechtigden toe? Hoe denkt de Minister van VROM te voorzien in
de tijdige beschikbaarstelling van informatie? Worden er bij voorbeeld
afdoende maatregelen genomen om de bereikbaarheid van de huursubsidielijn te
vergroten?
2. Volgens beantwoording van de Minister van VROM op de schriftelijke
vragen van het lid De Ruiter zijn er 718.408 huursubsidie betalingen gedaan.
Voor 3.000 gevallen kan het recht op huursubsidie nog niet worden
vastgesteld omdat de aanvraaggegevens niet volledig zijn. Daarnaast zijn
140.000 nieuwe aanvragen ingediend. Opgeteld zijn thans 861.408 aanvragen
behandeld of in behandeling. In de periode 2000/2001 ontvingen echter
991.628 huishoudens huursubsidie. Is het juist dat er per 1 juli sprake is
van een uitstroom van rond de 100.000 huursubsidiegerechtigden?
3. Hoe verhoudt deze daling zich tot de vaststelling van de Minister
van VROM dat er (nu al) 100.000 nieuwe aanvragers meer zijn dan het
voorziene aantal van 40.000 op jaarbasis?
4. In hoeverre heeft deze verlaging van huursubsidiegerechtigden
rechtstreeks te maken met de invoering van de nieuwe EOS- systematiek?
5. Is het juist dat binnen de groep huursubsidiecontinuanten er 35.000
nihil-beschikkingen zijn afgeven? In hoeverre komt dit hoge aantal
nihil-beschikkingen overeen met ervaringen in eerdere jaren? Indien er
sprake is van afwijkingen, waardoor worden deze veroorzaakt?
6. Is het juist dat binnen de groep huursubsidiecontinuanten 13.000
huishoudens te maken hebben met een 'blokkering' van de huursubsidie omdat
de GBA gegevens niet overeenkomen met de bij VROM bekende gegevens? Kan de
Minister aangeven hoe het mogelijk is dat er sprake is van verschillende
gegevens? Van tenminste een gemeente, te weten Zoetermeer, is ons een geval
bekend dat er door het GBA verkeerde gegevens zijn aangeleverd. Komt dit
vaker voor? Kunnen deze huurders recht doen gelden op een voorschot?
7. Is het juist dat binnen de groep huursubsidiecontinuanten 20.000
huishoudens een 'onvolledige huursubsidiebericht' heeft ontvangen, en dat
betaling van huursubsidie is gestopt? Is het juist dat het ontbreken van
gegevens vaak kan worden verklaard uit het feit dat de particuliere
verhuurder geen (elektronische) gegevens over de hoogte van de huren aan het
ministerie van VROM heeft geleverd? Is het juist dat al deze huurders zijn
verzocht deze nadere informatie zelf te verstrekken? In hoeverre betreft het
hier gegevens waarvoor de huurder voor de verstrekking ervan
verantwoordelijk kan worden gehouden? Wordt aan deze huurders een voorschot
verstrekt?
8. Is het juist dat binnen de groep huursubsidiecontinuanten er in
ieder geval 27.090 huishoudens zijn die hun subsidiebericht, waar VROM om
had verzocht, niet tijdig (uiterlijk 5 juli) hebben geretourneerd, en dit
inmiddels wel hebben gedaan? Is het juist dat deze aanvragers eind augustus
een beschikking en uitbetaling tegemoet kunnen zien?
9. Is het juist dat er bij de groep huursubsidiecontinuanten er 10 tot
20.000 huishoudens zijn waar sprake is van het zogenaamde vraagstuk van de
'Betalingsrichting'? Is het juist dat dan niet bekend is of de huurder dan
wel de verhuurder de huursubsidie dient te ontvangen? In hoeverre zijn
huurders hiervan de dupe?
10. Hoe verklaart de minister van VROM het dat hij in zijn beantwoording
van de schriftelijke vragen van het lid De Ruiter wel aandacht besteed aan
het gegeven dat 'voor 3.000 gevallen het recht op huursubsidie niet kan
worden vastgesteld, omdat de aanvraaggegevens nog niet volledig zijn,
bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van een girorekeningnummer' (de zgn.
volledigheidstoets) en niet aan de 35.000 aanvragers die een 'nihil
beschikking' hebben gehad, de 13.000 aanvragers waarvan de betaling is
geblokkeerd, de 20.000 aanvragers die een onvolledig huursubsidiebericht
hebben ontvangen en tenslotte de 27.090 aanvragers die niet tijdig hun
subsidiebericht hebben geretourneerd? Heeft u in uw brief vooral aandacht
willen geven aan de afhandeling van de relatief kleine groep waarvan het
vanuit het perspectief van de rijksoverheid dat het "hun eigen schuld" is,
en niet aan de veel grotere groepen waarvoor de VROM-organisatie tekort
lijkt te schieten?
11. Uitgaande van bovenstaande aantallen is er, minus de
nihil-beschikkingen, sprake van zo'n 70 tot 80.000 aanvragen van huurders op
huursubsidie, waarover de toekenning ervan thans nog geen eenduidig oordeel
kan worden gegeven? Was het niet juister geweest de Kamer in deze volledig
over de aard en omvang van de ontstane problematiek te informeren?
12. Wat is de actuele stand van zaken met betrekking tot de 3000
huishoudens die naar de informatie van de Minister van VROM tussen wal en
schip vallen?
13. Naast de bovengenoemde problematiek komen er maandelijks 4.000 tot
5000 nieuwe aanvragen voor huursubsidie binnen. De vraag dringt zich op in
hoeverre een spoedige afwerking van deze huursubsidieaanvragen wel is
gegarandeerd. Komen deze aanvragers automatisch in aanmerking voor een
voorschot indien opnieuw de verwerking van de aanvragen stagneert?
14. De PvdA-fractie heeft op zich waardering voor het feit dat de
Minister van VROM, geconfronteerd met de erfenis van zijn voorganger, de
Staatssecretaris van Volkshuisvesting, de nieuwe huursubsidieaanvragers
welke nog geen beschikking hebben gekregen te voorzien van een voorschot.
Met de verstrekking van de voorschotten erkent de minister van VROM echter
ook dat de centralisatie van de behandeling van de aanvragen voor
huursubsidie op een chaos is uitgelopen. Nu de Minister hiervoor de
verantwoordelijkheid erkent kan hij dan aangeven waarom de verstrekking van
het voorschot beperkt wordt tot een bedrag dat is gebaseerd op de hoogte van
een gemiddelde huursubsidieverstrekking? Worden hiermee niet opnieuw veel
huurders gedupeerd die van een (aanzienlijk) hogere bijdrage afhankelijk
zijn? Kan aan huurders worden tegemoet gekomen door de uitkering van een
hoger voorschot? Is het juist dat de verstrekking van voorschotten beperkt
is tot nieuwe aanvragers? Welke coulance wordt er betracht bij het
terugbetalen indien het gemiddelde te veel blijkt te zijn?
15. Kan de Minister van VROM aangeven voor welke maanden is besloten tot
de uitbetaling van voorschotten? Is de regeling bijvoorbeeld ook van
toepassing voor de maand september, aangezien op 20 augustus de
huurrekeningen door de verhuurder worden verstuurd aan de huurder en veel
beschikkingen pas in september zullen worden afgegeven?
16. Is het niet effectiever om als noodmaatregel de woningcorporaties te
machtigen een korting op de te betalen huur door te voeren voor nieuwe
aanvragers welke nog niet een beschikking hebben ontvangen?
17. Is de indruk juist dat de Minister van VROM in de ontstane situatie
nog geen aanleiding heeft gevonden om te komen tot spoedoverleg met de
verhuurders (woningcorporaties en particuliere huurders) teneinde te komen
tot sluitende afspraken over het voorkomen van schade op het niveau van de
individuele huurder/huishouden? Is het juist dat ten minste 10% van de
woningcorporaties geen voorzieningen heeft getroffen om de negatieve
effecten voor de huurder op te vangen? Welke voorzieningen hebben de
particuliere verhuurders getroffen? Is de Minister van VROM bereid alsnog te
komen tot sluitende afspraken met de vertegenwoordigers van verhuurders?
18. In hoeverre is het juist dat veel fouten worden veroorzaakt omdat
VROM gekozen heeft voor een verandering in het systeem waarbij niet de
ontvanger van de huursubsidie maar organisaties als de belastingsdienst, de
gemeenten en de verhuurders de gegevens moeten aanleveren? Kan de Minister
nader ingaan op problemen die zijn ontstaan uit het koppelen van bestanden?
Is het juist dat ook kan worden geconstateerd dat een reeks
programmeerfouten de oorzaak zijn van de thans ontstane chaos bij de
toekenning en de uitbetaling van de huursubsidie?
19. Kan de Minister duidelijk maken dat hij voldoende voeling heeft met
de burgers die dit aangaat? Zijn de huursubsidiegerechtigden in
begrijpelijke taal geïnformeerd over de veranderingen? Welke (landelijke)
publiciteit is er gegeven aan de verandering? Is er met de de centralisering
van de huursubsidie nog wel een loket waar mensen lokaal terecht kunnen? Hoe
zorgvuldig heeft het Ministerie van VROM in deze geopereerd? Zijn de
consequenties onderschat omdat er nu klaarblijkelijk op lokaal niveau een
forse inspanning moet worden verricht die in feite nu centraal had moeten
gebeuren?
20. Teneinde de wenselijkheid van een, nog deze week te Algemeen
Overleg, te kunnen beoordelen en dit Algemeen Overleg goed te kunnen
voorbereiden is besloten tot de indiening van bovenstaande vragen. Is de
minister bereid deze voor donderdagavond te beantwoorden?