CBS

Inflatie in juli iets hoger

De inflatie in Nederland is in juli 2002 uitgekomen op 3,5 procent. In vergelijking met de maand ervoor is dit 0,1 procentpunt hoger. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Ook in juni liep de inflatie met 0,1 procentpunt op. De woninghuren zijn dit jaar per 1 juli met gemiddeld 2,9 procent verhoogd. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde index is in juli 0,1 procentpunt gedaald tot 3,8 procent.

Inflatie loopt iets op
De inflatie is van juni op juli 2002 iets opgelopen tot 3,5 procent. De eerste vijf maanden van dit jaar daalde de inflatie elke maand van 4,4 procent in december tot 3,3 procent in mei. Zowel in juni als in juli is de inflatie echter weer opgelopen, telkens met 0,1 procentpunt. De lichte stijging van de inflatie in juli is op de eerste plaats toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van verse groenten. Deze werden 6 procent duurder, terwijl zij vorig jaar in juli juist 11 procent in prijs daalden. Daarnaast zijn prijzen van autobrandstoffen in juli 2002 ongeveer 1 procent gestegen, terwijl ze een jaar ervoor juist 5 procent daalden. Ten slotte zorgt ook een sterkere huurstijging voor een hoger inflatiecijfer. De inflatie wordt daarentegen afgeremd door de prijsdaling van vers fruit en door de prijsontwikkeling van aardappelen. In 2001 ging de prijs van aardappelen van juni op juli met 36 procent omhoog, dit jaar in dezelfde periode slechts met 2,6 procent. De inflatie wordt ook afgeremd doordat de tarieven voor gas en elektriciteit in juli 2002 minder zijn verhoogd dan in juli vorig jaar.

Huurstijging gemiddeld 2,9 procent
De huren van woningen zijn per 1 juli van dit jaar met gemiddeld 2,9 procent gestegen. Dit blijkt uit voorlopige uitkomsten van de huurenquête van het CBS. De huurstijging ligt daarmee 0,2 procentpunt hoger dan in juli vorig jaar. Net als vorig jaar ligt de huurstijging beneden de gemiddelde inflatie.

Prijzen stijgen in juli met 0,2 procent
Van juni op juli 2002 zijn de prijzen gemiddeld 0,2 procent gestegen. Naast de stijging van de huren zijn prijsstijgingen genoteerd voor voedingsmiddelen, vooral van verse groenten. Ook de tarieven voor gas en elektriciteit en de prijs van autobrandstoffen gingen omhoog. Prijsdalingen werden deze maand gemeten bij kleding en schoeisel. Ook fruit werd goedkoper. De prijs van bankdiensten ging omlaag, met name van geldopnames in het buitenland.

Afgeleide consumentenprijsindex
De inflatie volgens de afgeleide consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag inkomen komt in juli van dit jaar uit op 3,4 procent. Dat is 0,1 procentpunt hoger dan in juni. Deze index wordt vaak gebruikt voor het aanpassen van overheidstarieven, CAO's en andere contracten.

Inflatie volgens Europese norm
Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen, maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor Nederland (HICP). Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. In juli 2002 komt de inflatie in Nederland volgens de HICP uit op 3,8 procent. Dat is 0,1 procentpunt lager dan de bijgestelde uitkomst van juni. Het tegelijkertijd voorkomen van een daling van de inflatie volgens de HICP en een stijging van de inflatie volgens de CPI kent enkele oorzaken. De stijging van de inflatie komt deels door een sterkere huurstijging in juli 2002 dan in juli vorig jaar. Omdat de eigen woningen geen deel uit maken van het mandje van de HICP is het effect op de CPI groter dan op de HICP. Als tweede oorzaak geldt de bevriezing van de eigen bijdragen in de AWBZ voor het wonen in verzorgingshuizen en andere intramurale zorg. Dit zorgt voor een lichte daling van de inflatie volgens de HICP. Deze bijdragen maken echter geen deel uit van het mandje van de CPI. Ten slotte wordt een deel van het verschil verklaard uit afrondingen. In juni bedroeg de inflatie in de Eurozone gemiddeld 1,8 procent. Dat is een daling met 0,2 procentpunt ten opzichte van mei en de laagste uitkomst sinds januari 2000. Nederland kende, na Ierland, het op één na hoogste inflatiecijfer van de Europese Unie. De uitkomsten over juli voor de afzonderlijke landen van de Eurozone en van de Europese Unie zullen op 19 augustus worden gepubliceerd door Eurostat, het Europese statistische bureau. Eurostat verwacht dat de inflatie in de Eurozone als geheel in juli zal oplopen van 1,8 tot 1,9 procent.

Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit in 1995 gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Zie hiervoor ook de persmededeling 'Geharmoniseerde Index van Consumentenprijzen' van 7 maart 1997. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. Het belangrijkste verschil tussen de geharmoniseerde index en de nationale consumentenprijsindex betreft de consumptiepakketten waarop zij betrekking hebben. Wonen in een eigen huis (huurwaarde), consumptiegebonden belastingen (onroerendezaakbelasting, motorrijtuigenbelasting e.d.) en contributies aan sportverenigingen, maatschappelijke organisaties e.d. worden bijvoorbeeld wel meegenomen in de nationale index, maar niet in de geharmoniseerde. Anderzijds is in de geharmoniseerde index een groter deel van de kosten van de gezondheidszorg inbegrepen dan in de nationale index. Een ander verschil tussen beide indices is dat in de nationale index de prijsstijgingen van de particuliere consumptie van Nederlanders in het buitenland wordt meegenomen. Daarentegen weegt in de geharmoniseerde index de particuliere consumptie van buitenlanders in Nederland mee. In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. De consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag inkomen is gebaseerd op het pakket goederen en diensten dat in 1995 werd aangeschaft door werknemersgezinnen met een bruto gezinsinkomen beneden de mediaan van de inkomensverdeling van de werknemersgezinnen. De uitkomsten van de huurenquête zijn nog voorlopig en zijn vastgesteld nadat de huren van 95 procent van de in het onderzoek betrokken woningen zijn verwerkt.

Basisverlegging in januari 2003
In januari 2003 start het CBS met een nieuwe reeks van de consumentenprijsindex (CPI) met basisjaar 2000. Informatie over de wijzigingen is te vinden op de website van het CBS "Basisverlegging van de consumentenprijsindex". Deze informatie is ook verkrijgbaar bij de infoservice van het CBS.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-164
9 augustus 2002
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht