Provincie Utrecht
Persbericht
Financiële positie van Utrechtse gemeenten ook in 2002 in orde
7-8-2002
De financiële positie van de Utrechtse gemeenten is gezond. De totale
inkomsten van alle Utrechtse gemeenten tezamen stegen in 2002 met 3,6%
tot 2,7 miljard. Gemeenten kunnen per inwoner gemiddeld ruim 2.000,-
uitgeven. Wel zijn er onderling grote verschillen tussen de gemeenten
te zien. Zo verschilt het belangrijke 'weerstandsvermogen' van de
hoogst scorende gemeente een factor 10 met dat van de laagst scorende.
Dit (en meer) blijkt uit de nota Begrotingspositie 2002 van de
Utrechtse gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen.
Jaarlijks brengt de provincie - als toezichthouder op de
gemeentefinanciën - deze nota uit.
De nota is zowel een toezichtsverslag als een barometer van de
financiële positie van de Utrechtse gemeenten. Daarmee is het een
vervolg op het jaarlijkse besluit in december van gedeputeerden staten
over de vorm van financieel toezicht waaronder de Utrechtse gemeenten
en gemeenschappelijke samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in het
komende jaar vallen. In december 2001 bleek dat de begrotingen van de
33 Utrechtse gemeenten over het algemeen in orde waren. Voor één
gemeente gold een uitzonderingspositie: De Bilt werd weliswaar
'gezond' bevonden, maar werd wel onder het preventieve, strenge
toezicht geplaatst wegens overschrijding van de wettelijke termijn
voor inlevering van de begroting. De termijnoverschrijding is vooral
veroorzaakt door de naweeën van de samenvoeging met Maartensdijk. De
andere 32 gemeenten vielen onder het repressieve, soepele toezicht.
Bij vier gemeenten gebeurde dit na bestuurlijk overleg en eventueel
aanvullende afspraken.Daarnaast plaatste GS vier van de negentien
gemeentelijke samenwerkingsverbanden wegens termijnoverschrijding
onder preventief toezicht. Daarnaast is het samenwerkingsverband
Sociale Werkvooziening Werkbedrijf (IW-4) in Veenendaal om financiële
redenen onder preventief toezicht geplaatst. Gedeputeerde staten
voeren op grond van de Waterschapswet alleen repressief toezicht uit
op de waterschappen. De financiële positie 2002 van de drie
waterschappen, die in de provincie werkzaam zijn, is in orde.
Belastingdruk
De opbrengsten van de belangrijkste gemeentelijke belastingen (OZB,
reinigingsrechten en rioolrechten) zijn in de provincie in één jaar
met gemiddeld 7,3% gestegen (tot gemiddeld 322,- per inwoner). De
stijging in 2002 is mede veroorzaakt door het onderbrengen van
Loosdrecht bij de provincie Noord-Holland en de indeling van Vianen
bij de provincie Utrecht. De gemeente Vianen heeft circa twee keer
zoveel woningen en inwoners als Loosdrecht.
Uit de belastinggegevens blijkt verder dat de gemeente Abcoude,
uitgaande van de gemiddelde woningwaarde in die gemeente, de hoogste
belastingdruk per huishouden heeft ( 945,-) en huishoudens in de
gemeente Veenendaal het minst voor hun gemeentelijke belastingen
betalen ( 445,-).
Weerstandsvermogen
De financiële risico's voor gemeenten nemen door allerlei
maatschappelijke ontwikkelingen alsmede de conjunctuur steeds meer
toe. Daarom is het belangrijk dat gemeenten voldoende financiële
weerstand hebben. Onder het weerstandsvermogen verstaat de nota de
optelsom van de vrije reserves, voorzieningen en de onbenutte
OZB-capaciteit. Benadrukt wordt dat de conclusies over het
weerstandsvermogen van de gemeenten indicatief zijn.
Het weerstandsvermogen van alle Utrechtse gemeenten samen vertoont
sinds 1998 een duidelijk opgaande lijn. Van 2001 naar 2002 is er
gemiddeld per inwoner sprake van een toename van 9,6%. Deze toename
komt voornamelijk voor rekening van de gemeente Utrecht, die haar
positieve rekeningssaldo over 2000 en nog niet-bestede Una-gelden in
de reserves stortte. Wordt de gemiddelde toename daarentegen geschoond
voor de invloed van Utrecht, dan blijkt het weerstandsvermogen per
inwoner van de Utrechtse gemeenten exclusief Utrecht met slechts 0,3%
te stijgen. Deze geringe stijging in vergelijking met voorgaande jaren
wordt enerzijds verklaard door aanwending van reserves door de
gemeenten. Anderzijds doordat de provincie in de berekening van het
weerstandsvermogen de gemeentelijke reserves voor de bekostiging van
al gedane investeringen niet meer meetelt. Dit resulteert in een
daling van het weerstandsvermogen bij vijftien gemeenten. Het
gemiddelde weerstandsvermogen van de Utrechtse gemeenten bedraagt
bijna 64% van hun uitgavenvolume.
Verder in de nota
De nota bevat nog diverse andere gegevens over de ontwikkeling van de
financiële positie van de Utrechtse gemeenten. Een kleine greep uit
het aanbod:
- Overzicht van de begrotingsruimte voor nieuw beleid in de Utrechtse
gemeenten.
- De ontwikkeling van de rekeningcijfers van elke gemeente voor een
aantal jaren.
- Actuele ontwikkelingen op het gebied van gemeentefinanciën.
De nota Begrotingspositie 2002 van de Utrechtse gemeenten,
gemeenschappelijke regelingen en waterschappen vind u hier onder:
> Begrotingspositie 2002 van de Utrechtse gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen (Pdf 2345 Kb)
Meer informatie: Evelien ten Bosch, telefoon 030- 258 24 93 of
Evelien.ten.Bosch@provincie-utrecht.nl