Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 2 augustus 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk Telefoon 070-3485005
Blad 1/7 Fax 070-3484086
Bijlage(n) Concept-Raadsconclusies E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van
22 en 23 juli 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij het verslag van de
Algemene Raad van 22 en 23 juli 2002 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 22 en 23 juli 2002
Werkprogramma van het Deense voorzitterschap
De voorzitter, minister Moeller, beschreef de omvangrijke agenda die het
Deense voorzitterschap zal moeten behandelen. Hij gaf aan dat de uitbreiding
van de EU als absolute prioriteit wordt beschouwd. Het Deense
voorzitterschap zal verder veel aandacht besteden aan het cluster vrijheid,
veiligheid en gerechtigheid, alsmede aan duurzame ontwikkeling,
voedselveiligheid en de verantwoordelijkheid van de Unie in de wereld. Deze
thema's zijn uitgebreid beschreven in het Deense voorzitterschaps-programma
'One Europe', dat uw Kamer op 2 juli jl. toeging (brief DIE-329/02).
Mijn Griekse ambtgenoot Papandreou beschreef kort de prioriteiten van het komende halfjaar bij het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (samenwerking met de NAVO) en de eurozone (naleving van het Stabiliteitspact). Zoals bekend, neemt Griekenland op deze beleidsterreinen het voorzitterschap waar in verband met de opt-out van Denemarken.
Follow-up Europese Raad van Sevilla
Onder dit punt werd kort stilgestaan bij het nieuwe Reglement van Orde van
de Raad van de Europese Unie, dat was gewijzigd naar aanleiding van de
conclusies van de Europese Raad van Sevilla (21-22 juni jl.). Over het
nieuwe reglement was al ambtelijk overeenstemming bereikt; het lag als
A-punt aan de Raad voor. Commissievoorzitter Prodi noemde het belang van
interinstitutionele samenwerking bij het opstellen van de meerjarenplannen,
waartoe in Sevilla was besloten. De verschillende planningscycli - de
jaarlijkse beleidsstrategieën van de Commissie, de begrotingscyclus en nu
ook de meerjarenplannen van meerdere voorzitterschappen gezamenlijk - zouden
nauw op elkaar moeten worden afgestemd.
Ook was al overeenstemming bereikt over de wetgevingsvoorstellen van de
Commissie waarover de Raad in het najaar van 2002 in het openbaar zal
beraadslagen.
Stand van de werkzaamheden in andere Raadsformaties
De voorzitter noemde kort de resultaten van de Raadsformaties die al onder
Deens voorzitterschap hadden plaatsgevonden. Commissievoorzitter Prodi wees
op de discussie in de Ecofinraad van 19 juli jl. over de financiering van
uitbreiding van de vertaaldiensten met het oog op de uitbreiding van de
Unie. Hierop werd verder niet ingegaan.
Uitbreiding EU
Commissaris Verheugen beschreef het werkprogramma van het voorzitterschap op
het gebied van de uitbreiding als ambitieus, maar niet onrealistisch. Met
gezamenlijke inspanning zou het mogelijk moeten zijn om tijdens de Europese
Raad van Kopenhagen (12-13 december a.s.) een historisch besluit te nemen
over de uitbreiding van de Unie.
Het komende halfjaar kan worden ingedeeld in drie etappes, aldus Verheugen.
Tijdens de eerste etappe, tot medio oktober, zouden de onderhandelingen over
de niet-financiële dossiers moeten worden afgerond. De tweede etappe begint
op 16 oktober, wanneer de Commissie de jaarlijkse voortgangsrapporten en het
bijbehorende strategiedocument zal presenteren. Ditmaal zou de Commissie
zich niet beperken tot de vorderingen van het laatste jaar, maar zou de
gehele periode vanaf 1997 worden bestreken. Aldus zal een volledig beeld van
de gemaakte voortgang van de kandidaat-landen worden verkregen, ook op het
terrein van institution building.
Bij deze gelegenheid zou de Commissie ook haar aanbevelingen presenteren
voor de
eerste toetredingen. Verheugen verzekerde met klem dat de Commissie zich zou
uitspreken op basis van een technische analyse van de voortgang en niet op
basis van politieke overwegingen. Deze aanbevelingen liggen vervolgens voor
aan de Europese Raad van Brussel (24-25 oktober a.s.) die zal besluiten
welke kandidaat-lidstaten gereed zijn om toe te treden. In deze periode moet
overigens dan nog wel overeenstemming worden bereikt over de nog uitstaande
onderhandelingsposities over het financiële pakket en de instellingen. De
Commissie zal daarvoor voorstellen doen.
Tijdens de derde etappe - een periode van ongeveer zes weken tussen begin
november en de Europese Raad van Kopenhagen - zouden de eindonderhandelingen
moeten plaatsvinden.
Verheugen gaf vervolgens aan dat het voor landen die door de Europese Raad
van Brussel nog niet gereed worden geacht van belang was dat zij een
concreet toetredingsperspectief blijven behouden. Dit geldt in ieder geval
voor Roemenië en Bulgarije. Deze landen hebben in de voorbereiding op het
lidmaatschap nog een lange weg te gaan.
De commissaris sprak zijn teleurstelling uit over het uitblijven van
voortgang in de onderhandelingen tussen de beide gemeenschappen op Cyprus en
benadrukte dat de Unie de pogingen van de VN om een oplossing te bereiken
zou blijven steunen. Hij toonde zich bezorgd over de recente ontwikkelingen
in Turkije, en betwijfelde het Turkse vermogen om tussen nu en Kopenhagen
wezenlijke voortgang te boeken op het terrein van de politieke criteria.
In de daaropvolgende interventies van de delegaties kwamen geen nieuwe gezichtspunten naar voren. De Ierse minister verzekerde opnieuw dat de Ierse regering al het mogelijke in het werk zal stellen om het referendum over de ratificatie van het verdrag van Nice tot een goed einde te brengen.
Prioriteiten conflictpreventie
Tijdens een korte discussie over het door het voorzitterschap ingediende
voorstel (zie de geannoteerde agenda, 21501-02, nr. 440) gaven de Hoge
Vertegenwoordiger Solana en Commissaris Patten aan het nuttig te vinden dat
in Raadskader nu gerichter en concreter over conflictpreventie zal worden
gesproken. Daarbij werden onder meer Soedan, Indonesië en Afrika genoemd.
Het was van belang hierbij ook lessen uit het verleden te betrekken, zoals
ten aanzien van de EU-inzet in de Westelijke Balkan.
Midden-Oosten
Tijdens de lunch blikte de Raad terug op de succesvolle bijeenkomst van het
Kwartet (bestaande uit VN, VS, EU en Rusland) op 16 juli jl.. Volgens Hoge
Vertegenwoordiger Solana was het nu belangrijk een duidelijk tijdschema
(road map) vast te stellen voor de verwezenlijking van het perspectief van
een Palestijnse staat. In overeenstemming met de recente speech van
President Bush zou deze over drie jaar werkelijkheid moeten zijn, in de
zomer van 2005.
Wat het politieke spoor betreft zou de Unie volgens Solana in eerste
instantie een bijdrage kunnen leveren aan de voor januari 2003 aangekondigde
verkiezingen in de Palestijnse Gebieden. Over de inhoud van vervolgstappen,
zoals een mogelijke ministeriële conferentie en het opstellen van een
grondwet, kan na de zomer met betrokken partijen verder worden gesproken -
mogelijk in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in september
a.s.. Het was voorts van belang ook de andere sporen verder te ontwikkelen.
Wat het veiligheidsspoor betreft zag de Hoge Vertegenwoordiger een positieve
ontwikkeling in het interne Palestijnse overleg tussen de Palestijnse
Autoriteit en de organisaties Hamas en Tanzim. Wat het humanitaire spoor
betreft verwelkomde Solana de aanwezigheid van NGO's in de Palestijnse
Gebieden (thans circa 1400 personen).
Commissaris Patten wees op het belang dat Israël voortgang maakt bij de
beëindiging van de afzettingen en de nederzettingenpolitiek. De EU zou een
rol kunnen spelen bij de waarneming van de komende Palestijnse verkiezingen.
Patten herhaalde zijn toezegging om de besteding van de EU-gelden door de
Palestijnse Autoriteit beter te monitoren. Hij meende dat Israël de
ingehouden belastinggelden ten bedrage van 700 miljoen euro aan de
Palestijnse Autoriteit zou moeten overmaken. Bij de besteding van dat geld
zouden de Palestijnen evenwel ook voldoende transparantie moeten tonen.
Verhoging van deze transparantie is overigens een belangrijk onderdeel van
de hervormingen van de Autoriteit. Patten betreurde dat de Arabische landen
hun toegezegde betalingen hadden opgeschort.
De Raad nam tenslotte conclusies aan met een veroordeling van de recente
terroristische aanslagen en een oproep aan Israël om geen uitvoering te
geven aan het voornemen tot deportaties.
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
Tijdens de lunch gaf de Griekse minister Papandreou, die het voorzitterschap
bekleedt voor wat betreft het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (zie
hierboven), de stand van zaken weer met betrekking tot de afspraken tussen
de EU en de NAVO over de toegang tot NAVO-middelen bij een door de EU
geleide operatie (het zogenaamde 'Berlijn-plus' pakket). Hij meldde dat
veelvuldige (bilaterale) contacten met Turkije in de afgelopen periode nog
geen uitzicht hadden geboden op een oplossing voor het geschil hierover.
Griekenland was bereid verder te denken over alternatieven, waarbij hij de
gedachte van een 'gedragscode' noemde. Hij hoopte op een oplossing in de
aanloop naar de Europese Raad van Kopenhagen.
Hoge Vertegenwoordiger Solana gaf aan op dit dossier te willen terugkomen
tijdens de informele Algemene Raad ('Gymnich') op 30 en 31 augustus a.s. in
Elsinore.
Peterselie-eiland
Tijdens de lunch verklaarde de Spaanse Staatssecretaris dat de kwestie rond
de Marokkaanse bezetting van het Peterselie-eiland inmiddels tot een goed
einde was gebracht. De oplossing zou mogelijk zijn gemaakt door de
compromisbereidheid van beide kanten. De betrekkingen met Marokko waren
inmiddels weer genormaliseerd. Hij bedankte de Raad voor de ondersteuning in
de afgelopen periode.
Zimbabwe
De Raad stond stil bij de verder verslechterende situatie in Zimbabwe en
besloot tot aanscherping van de gerichte sancties. De lijst van personen
tegen wie visummaatregelen zijn getroffen zal worden uitgebreid met een
aantal personen in de omgeving van President Mugabe. Ook zullen hun
financiële tegoeden bij banken in de lidstaten worden bevroren. Zimbabwe zal
onderwerp van bespreking blijven in de contacten van de Unie met de Southern
African Development Community (SADC). De voor november a.s. voorziene
gezamenlijke ministeriële vergadering zal op dit punt goed moeten worden
voorbereid.
Westelijke Balkan
De Hoge Vertegenwoordiger toonde zich verontrust over de gespannen
verhouding tussen de Servische premier Djindjic en de federale president
Kostunica in de FRJ. Deze spanning zal van invloed zijn op de aanloop naar
de voor eind september a.s. aangekondigde presidentsverkiezingen. Ook in de
deelrepubliek Montenegro worden overigens presidentsverkiezingen verwacht.
Als gunstige ontwikkeling noemde Solana de gezamenlijke verklaring van 15
juli jl. van de regeringen van de FRJ, Kroatië en Bosnië-Herzegovina over
verbetering van de onderlinge verhoudingen. Solana zal de regio binnenkort
opnieuw bezoeken.
Commissaris Patten sprak de hoop uit dat in september a.s. een
haalbaarheidsstudie gereed zou zijn over de mogelijkheid om onderhandelingen
over een Stabilisatie- en Associatieakkoord te openen met de FRJ. De
voorzitter wees tenslotte op de noodzaak binnenkort een besluit te nemen
over de opvolging van de EU-Speciale Vertegenwoordiger in Macedonië, Leroy.
Humanitaire situatie in Zuidelijk Afrika
Op verzoek van Duitsland stond de Raad stil bij de humanitaire crisis in
Zuidelijk Afrika. De situatie in deze regio verslechtert snel. Hoewel de
Commissie en de lidstaten al veel voedsel en humanitaire hulpmiddelen hebben
ingezet, bleek bereidheid om meer te doen. De Raad maakte zich ernstige
zorgen over het feit dat de humanitaire situatie mede werd veroorzaakt door
het overheidsbeleid van enkele landen in de regio. Voor een oplossing op
lange termijn achtte de Raad regionale samenwerking onontbeerlijk. Hij riep
de lidstaten van de SADC dan ook op de nodige stappen hiertoe te ondernemen.
Op de korte termijn is het noodzakelijk dat betrokken landen in het
crisisgebied noodhulporganisaties in staat stellen ongehinderd toegang te
krijgen tot alle hulpbehoevenden.
Afghanistan
De korte bespreking van Afghanistan beperkte zich tot een oproep om de
financiële toezeggingen tijdens de Tokio-conferentie ook daadwerkelijk uit
te betalen. Volgens Commissaris Patten vertaalde de aanzienlijke rol van de
EU als donor zich nog onvoldoende in politieke invloed.
India en Pakistan
De Raad besprak slechts de verkiezingen in Pakistan en Kashmir in oktober
a.s.. Deze verkiezingen zouden aanleiding kunnen zijn voor nieuwe
spanningen. Enkele lidstaten bepleitten dat de EU zou aanbieden waarnemers
te sturen naar de verkiezingen, ook al zou aanvaarding van dit aanbod niet
op voorhand vaststaan. Hoge Vertegenwoordiger Solana zal beide landen
binnenkort bezoeken.
Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling (WSSD)
De Raad besprak de voortgang bij de voorbereiding van de Wereldtop over
Duurzame Ontwikkeling die van 26 augustus tot 4 september a.s. in
Johannesburg zal plaatsvinden. Hij benadrukte nogmaals het belang van een
geslaagde bijeenkomst. De EU zal op korte termijn een duidelijke
communicatiestrategie moeten uitwerken om de Europese inzet te
verduidelijken. De Raad zal het voorbereidingsproces nauw blijven volgen.
Kenmerk DIE-378/02
Blad /1
===