RSJ
Uitspraken beroepscommissie inzake Volkert van der G.
De beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft in twee zaken geoordeeld dat het uitoefenen van permanent cameratoezicht op Volkert van der G. onrechtmatig is geweest. De beide zaken betroffen de regelgeving zoals deze luidde voordat de minister van justitie op 5 juli 2002 de 'Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen in verband met camera-observatie' vaststelde. Tegen de op die nieuwe regeling gebaseerde beslissing van de directeur van het huis van bewaring Demersluis om camera-observatie toe te passen, loopt thans een beroep bij de RSJ dat naar verwachting eind augustus zal worden behandeld.
De beroepen waarin thans is beslist, betroffen een uitspraak van de beklagcommissie bij het Amsterdamse huis van bewaring Het Veer op een beklag tegen de beslissing van de directeur van dit huis van bewaring van 29 mei 2002 tot verlenging van het cameratoezicht, alsmede om een uitspraak van de beklagcommissie bij het Amsterdamse huis van bewaring Demersluis op beklagen tegen beslissingen van de directeur van dit huis van bewaring van 31 mei 2002 tot oplegging van cameratoezicht en van 7 juni 2002 tot verlenging van dat toezicht. De beklagcommissie bij het huis van bewaring Het Veer heeft het beklag gegrond verklaard. De directeur heeft tegen die beslissing beroep aangetekend. De beklagcommissie bij het huis van bewaring Demersluis heeft de beklagen ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door de gedetineerde beroep aangetekend. Beide beroepen zijn op 16 juli 2002 behandeld.
Het beroep van de directeur tegen de beslissing van de
beklagcommissie bij het huis van bewaring Het Veer heeft de
beroepscommissie ongegrond verklaard.
De beroepscommissie overweegt dat op grond van de vóór 5 juli 2002
bestaande regelgeving cameratoezicht was toegestaan bij een
gedetineerde die in afzondering verbleef als dat noodzakelijk was
gelet op de lichamelijke of geestelijke toestand van een gedetineerde.
Onvoldoende acht de beroepscommissie hiervoor echter dat niet is
vastgesteld dat suïciderisico zich in het geheel niet voordoet. Ook
het advies van een psychiater dat balanssuïcide niet valt uit te
sluiten is te algemeen, nu er geen beroep is gedaan op bijzonderheden
van de lichamelijke en geestelijke toestand van de gedetineerde. De
ernst en bijzonderheden van het delict maken dit oordeel niet
anders.
Het beroep van de gedetineerde tegen de beslissing van de
beklagcommissie bij het huis van bewaring Demersluis heeft de
beroepscommissie gegrond verklaard.
Volgens de oude regeling was cameratoezicht toegestaan als een
gedetineerde in een straf- of afzonderingscel zat. In de periode van
de klacht was de gedetineerde echter in een individueel regime
ondergebracht. In een individueel regime wordt per gedetineerde
bepaald aan welke activiteiten hij deelneemt en of hij dat alleen of
met anderen doet. De beroepscommissie is van oordeel dat permanent
cameratoezicht een te ingrijpende maatregel is om dit zonder
uitdrukkelijke wettelijke basis toe te staan. Ten tijde van het beklag
gold een regeling voor camera-toezicht alleen voor het geval de
gedetineerde in een straf- of afzonderingscel verbleef. De door de
directeur aangenomen grond voor het toepassen van camera-toezicht in
het geval een individueel regime wordt toegepast, wordt onvoldoende
geacht.
De uitspraken zijn te verkrijgen bij het secretariaat van de RSJ,
tel.nr 070-3619300 en bij het Ministerie van Justitie.
Voor informatie:
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming
drs A.J. van Bommel
Postbus 30137
2500 GC Den Haag
tel.nr. 070 - 3619300
fax nr. 070 - 3619310
02 aug 02 11:45