Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA 02.2423GM
datum
26-07-2002
onderwerp
Stand van zaken MPA
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In deze brief wil ik u mede namens mijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeren over de laatste ontwikkelingen rond het aantreffen van het MPA-hormoon in diervoeder en in grondstoffen voor de voedselketen. Door de overdracht van taken aan het nieuwe Kabinet is uw Kamer in de afgelopen weken niet schriftelijk geïnformeerd. Deze brief beoogt deze lacune te dichten.
datum
26-07-2002
kenmerk
VVA 02.2423GM
bijlage
In mijn laatste brief d.d. 3 juli (VVA 2002/2118) kon ik u melden dat
29 varkenshouderijen die gebruik maken van brijvoeder, onder toezicht
waren geplaatst. In de afgelopen drie weken is het onderzoek naar de
reikwijdte van de vervuiling op volle snelheid gecontinueerd. Dit
onderzoek wees uit dat ook varkenshouderijen en pluimveehouderijen die
gebruik maken van mengvoer, in aanraking zijn gekomen met vervuild
diervoeder.
Via handelaren in grondstoffen voor veevoeder is de MPA-vervuiling,
zij het in lage concentraties, ook terecht gekomen bij producenten van
voedsel.
De vervuiling heeft langs drie sporen plaatsgevonden:
1. Hoge concentratie MPA in brijvoeder dat is terechtgekomen bij 51
varkensbedrijven;
2. MPA in mengvoeder dat is terechtgekomen bij 516
veehouderijbedrijven en handelaren;
3. MPA dat in lage concentraties is verspreid door een handelaar in
melasse (glucosestroop).
Deze feiten hebben mij er toe gebracht onmiddellijk het overleg met de
Europese Commissie én het Nederlandse agro-bedrijfsleven te zoeken,
teneinde het met MPA vervuilde diervoeder zo snel mogelijk te
verwijderen. Met de Europese Commissie zijn afspraken gemaakt over de
aanpak om de vervuiling een halt toe te roepen.
Maatregelen
Per spoor zijn passende maatregelen genomen om de verspreiding van MPA
te stoppen:
spoor 1:
Vervuilde glucosestroop is verwerkt in brijvoeder en op een 51-tal
bedrijven op 59 locaties aan varkens gevoerd. In eerste instantie is
in dit spoor de slacht opgeschort van enkele duizenden zelfmengende
bedrijven. Op het moment dat de tracering volledig was, is die
restrictie opgeheven. De resterende 51 bedrijven waar aangetoond is
dat de glucose van Bioland is aangevoerd of daadwerkelijk MPA is
aangetroffen zijn onder toezicht van de AID geplaatst en geblokkeerd.
Inmiddels is door proefslachtingen aangetoond dat bij 26 bedrijven
daadwerkelijk MPA is aangetroffen in het vlees. De Europese Commissie
stelt in dit geval dat òf alle dieren die uit deze bedrijven ter
slacht worden aangeboden getest worden, òf dat deze dieren worden
vernietigd. De keuze hierin ligt bij de veehouder als eigenaar van de
dieren.
Gelet op de ingrijpende gevolgen van deze keuze voor de 26 bedrijven,
ben ik in overleg getreden met vertegenwoordigers van de agrosector.
Afgesproken is dat door het bedrijfsleven een plan wordt opgesteld om
de 26 gedupeerde bedrijven de helpende hand te bieden. De sector zelf
zal in beginsel zorgdragen voor de financiering van dit plan. Indien
nodig wil ik mijn bijdrage leveren in de vorm van een
voorfinanciering. In die zin sta ik garant voor de uitvoering van een
adequaat plan voor deze ondernemingen.
De bedrijven uit spoor 1 waar geen MPA is aangetroffen, heb ik daarvan
inmiddels op de hoogte gesteld. Zij ontvangen op zo kort mogelijke
termijn een beschikking van de AID waarmee de onder toezicht plaatsing
formeel wordt opgeheven.
spoor 2:
Door een diervoederfabrikant is circa 3000 kg verontreinigde siroop
verwerkt in mengvoeder. Deze partij mengvoeder is uitgeleverd aan in
totaal 516 varkens en pluimveebedrijven. Tijdelijk is de slacht en
export van deze bedrijven opgeschort geweest. Proefslachtingen hebben
uitgewezen dat in de dieren van deze bedrijven geen MPA aanwezig is.
Inmiddels is de slacht en export voor deze bedrijven weer vrijgegeven.
Als extra controlemaatregelen zullen gedurende 30 dagen
proefslachtingen plaatsvinden van 30 dieren per dag. Het diervoeder en
de molasse op deze bedrijven dat (potentieel) verontreinigd is, wordt
teruggehaald en geweerd uit de voedselketen.
spoor 3:
Het derde spoor start bij een groothandelaar in melasse. Op 29 mei en
op 18 juni heeft deze groothandelaar partijen met MPA vervuilde
glucosestroop ontvangen. Deze partijen zijn vermengd met de melasse en
geleverd aan in totaal 73 diervoederfabrikanten of handelaren. Een
ander deel van de melasse is rechtstreeks door de groothandel
geëxporteerd naar het buitenland. Deze partijen zijn in het buitenland
geblokkeerd. Het diervoeder uit dit spoor is terechtgekomen bij vele
duizenden veehouders in Nederland en in het buitenland. Al het
diervoeder op deze bedrijven dat geproduceerd is vòòr 10 juli wordt of
is inmiddels teruggehaald. Ook is beslag gelegd op enkele opslagtanks
van de betrokken groothandelaar om rechtstreekse leveringen aan de
levensmiddelenindustrie en verdere leveringen aan de veevoedersector
te voorkomen.
Proefslachtingen die op 15 en 16 juli zijn uitgevoerd hebben geen
positieve uitslagen opgeleverd. Het vlees van de veehouderijbedrijven
in dit spoor is niet vervuild met MPA.
De slacht en export van dieren van bedrijven in spoor 2 en 3 is
inmiddels vrijgegeven.
De maatregelen in de verschillende sporen worden uitgevoerd onder
toezicht van de betrokken overheidsdiensten en het Productschap
Diervoeder (PDV).
MPA in de levensmiddelenindustrie
In de week van 15 juli ontving de Voedsel en Waren Autoriteit -
Keuringsdienst van Waren (VWA-KvW) geluiden dat er mogelijk met MPA
verontreinigde melasse in levensmiddelen zou zijn verwerkt. Daarnaast
ontving de VWA-KvW in dezelfde week bericht van een Nederlandse
levensmiddelenfabrikant dat deze MPA had aangetoond in melasse die in
sauzen was verwerkt. Het MPA gehalte in de bewuste melasse was 15 ppb,
in de sauzen zelf was geen MPA aantoonbaar. Tijdens overleg met de
VWA-KvW meldde het bedrijf dat het zelf al vrijwillig een recall had
ingezet van alle met verontreinigde melasse geproduceerde sauzen.
De oorsprong van de verontreinigde melasse wees in de richting van de melassedistributeur waar eveneens bovengenoemd spoor 3 is begonnen. Dit en de eerder genoemde geluiden was aanleiding om deze melassedistributeur nogmaals door de VWA-KvW (levensmiddelen) en Algemene Inspectie Dienst (veevoer) te laten onderzoeken waarbij alle tanks werden betrokken die melasse bevatten of daar fysiek mee in verbindingen staan. Deze tanks werden geblokkeerd en bemonsterd. Aan de hand van de monsteruitslagen en de afleveringsadministratie werden de afnemers opgespoord die mogelijk verontreinigde melasse hadden ontvangen. Er bleken 7 levensmiddelenafnemers te zijn maar er kwamen ook nieuwe leveringen aan diervoerfabrikanten boven water die conform bovengenoemd spoor 3 zijn aangepakt. Dit betekent dat steeksproefgewijs varkens zullen worden bemonsterd.
De groep van 7 levensmiddelenafnemers bestond naast de al genoemde
sauzenfabrikant uit 5 Nederlandse, 1 Duits en 1 Frans
levensmiddelenbedrijven.
Uit nader onderzoek van de VWA-KvW bleek dat aan 4 Nederlandse en het
Duitse bedrijf geen verontreinigde melasse was geleverd. De Duitse
autoriteiten zijn over de levering aan het Duitse bedrijf via het
Europese Rapid Alert Systeem geïnformeerd met het verzoek om de
afwezigheid van MPA in de melasse te verifiëren. Het Franse bedrijf
had in het geheel geen leveringen ontvangen in de risicoperiode.
Voor deze 6 bedrijven waren derhalve geen nadere maatregelen
noodzakelijk.
Aan het resterende Nederlandse bedrijf was door de melassedistributeur
echter verontreinigde melasse geleverd waaruit het bedrijf alcohol
produceerde. Door het destillatieproces blijft de MPA achter in het
destillatierestproduct, de zogenaamde vinasse, en bevat de alcohol
geen MPA. Dit is door onderzoek van alcoholmonsters bevestigd. Er is
dan ook geen aanleiding om de alcohol aan nadere maatregelen te
onderwerpen. Dit is bevestigd na overleg met de Europese Commissie en
de Lidstaten in het kader van het Permanente Comité voor de
Voedselketen en Diergezondheid.
Zoals gezegd wordt de MPA uit de verontreinigde melasse geconcentreerd
in het restproduct vinasse. Ook voor de productie van gist die nodig
is voor de fermentatie die aan de destillatie vooraf gaat was
verontreinigde melasse gebruikt. Het bijproduct van de gistproductie,
het zogenaamde tarwe-gistconcentraat bleek ook verontreinigd. Deze
beide verontreinigde bijproducten werden geleverd aan de
diervoederindustrie. Dit leidde tot nieuwe verontreinigingen die
conform de aanpak in spoor 3 worden behandeld (steeksproefgewijze
behandeling van varkens).
Structurele maatregelen
Ondanks het feit dat er geen gevaren voor de volksgezondheid zijn
geweest kwalificeer ik de hele kwestie als buitengewoon zorgelijk. Uit
deze MPA-affaire maar ook uit eerdere crises (dioxine, BSE) blijkt hoe
kwetsbaar onze voedselproductie is. Voedselveiligheid staat of valt
met alle schakels in de productieketen. Het blijkt noodzakelijk dat
ondernemers in de agrarische sector garanties stellen aan de producten
van hun leveranciers. Zo heeft in dit geval het afnemen van een
ingrediënt van veevoeder van een niet-gecertificeerde leverancier
geleid tot het in de voedselketen brengen van verboden hormonen.
Het is om deze redenen dat ik vind dat het bedrijfsleven haast moet
maken met de opzet van ketengarantiesystemen waarin ondernemers in de
voedselketen garanties eisen van hun leveranciers. Ik zal het
bedrijfsleven uitnodigen hiertoe zo spoedig mogelijk met een plan van
aanpak te komen.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---